
Het Mount Coach programma biedt jonge alpinisten de kans om hun vaardigheden naar een hoger niveau te tillen. Deze zomer hadden we een onvergetelijke stage in het Berninamassief, waar we niet alleen onze technische vaardigheden verbeterden, maar ook veel leerden over teamwork en doorzettingsvermogen.
Zoals bij elke stage begon ons avontuur met een voor onze lichting typisch probleem: vervoer. Slechts één van ons, Vadim, had een auto. Dit betekende dat Emma, Sander en Kasper met de trein naar het Berninamassief moesten reizen. Na 12 uur in de trein, met enkele krappe overstappen en dus sprintjes met duffelbags, arriveerden we eindelijk op onze bestemming. We werden verwelkomd door Sanne, die ons kwam vergezellen voor het weekend voordat hij ons weer aan de begeleiders An en Sam overliet.
Monte rosso
Zaterdagmorgen waren we er klaar voor. Meteen na de aankomst van Vadim, Kobe en Emile vertrokken we voor de beklimming van de Monte Rosso. Na een paar uur wandelen bivakkeerden we op een grasveldje, waar An en Sam ons de basis van alpiene vorderingstechnieken bijbrachten. De volgende ochtend stonden we vroeg op, klaar voor onze eerste rotsbeklimming. De uitdaging van de graat, met een crux van 4a, was niet te onderschatten. Vooral voor degenen onder ons die voor het eerst op alpine botten, onze Zamberlan-schoenen, klommen. Het vertrouwen in onze uitrusting was soms ver zoek, een avontuurlijk behaakte 4a dal klimmen was niet de meest aangename ervaring zelfs voor de sportklimmers onder ons. Na de beklimming volgde nog een lange afdaling tot de parking die we zoals gewoonlijk onderschatten.
Kasper ontdekte dat voorzichtigheid geboden is in de weken voor een Mount Coach-stage, nadat hij tijdens een klimtrip naar Berdorf een vervelende rope burn opliep in zijn knieholte. Deze blessure bleek hinderlijk maar niet onoverkomelijk tijdens de alpiene avonturen.
Gletsjertraining
Maandag besloten we iets langer te slapen voordat we naar de Morteratsch-gletsjer vertrokken voor gletsjeroefeningen. Hier leerden we staptechnieken op steile ijshellingen en ijsklimmen in een steile gletsjerspalt. Terwijl de ene groep ijsklimtechnieken oefende, leerde An de anderen hoe ze een abalakov konden maken, en ook hoe sterk ijs kan zijn, want het was de bedoeling te zien welke dikte van zuil van een abalakov je niet meer houdt. Dit bleek veel dunner dan iedereen dacht, enkele kubieke centimeters was voldoende om je gewicht statisch te dragen. Deze abalakovs zouden we een half jaar later, tijdens onze ijsklim stage, nog veel nodig hebben om van een ijswaterval te rapellen.
Piz Morteratsch
Dinsdagochtend begon onze tocht naar de Boval-hut gevolgd door een korte les kaar lezen en routevoorbereiding van Sam. De dag erop ondernamen we de normaalroute naar de piz Morteratsch, die startte met een gedeelte rotsklimmen naar de Fuarcla da Boval,wat we simultaan klommen. Van hieruit deden we enkele rappels deden tot op de gletsjer. Het temperatuurverschil van de rotsen in de zon versus de gletsjer in de schaduw was hier heel duidelijk te ervaren. Vanaf deze gletsjer volgde een gedeelte sneeuw en ijs tot 40°, best stijl voor zij die tot enkele dagen eerder nog nooit op crampons hadden gestaan. Eens op de top werden we beloond met een uitzicht over de Biancograat, onze beklimming die we de dag erna hadden gepland.
Piz Bernina
Zonder dat we het die ochtend wisten, zou de beklimming van de Bernina een van onze langste worden en een referentiepunt voor het komende jaar in onze discussies over het alpiene klimmen. De ochtend begon met een lichte stress om 4 uur, waarna we na een stevig ontbijt om 5 uur vertrokken. Na een uur wandelen stonden we aan de voet van de berg. Hier begonnen we met het klimmen op een steile sneeuwhelling, die we al snel ruilden voor een licht bevroren rotsgraat.
Voor sommigen van ons was deze week de eerste keer dat we crampons gebruikten, en die dag moesten we op crampons klimmen, zowel op de sneeuw als op de rotsen, en alles daartussenin. Na de alpine graat volgde de Bianco-graat, een van de meest iconische beklimmingen van de Alpen, met een lange scherpe sneeuwgraat die ons tot onder de Piz Bernina leidde.
Eenmaal op de top van de Bernina stond ons een lange en uitputtende afdaling te wachten. Tijdens de afdaling volgde ook nog de zogenaamde “Bernina sprong” dit was een korte sectie waar je van de ene rotsblok naar de andere moest springen, alhoewel je dit ook al klauterend kan doen leek dit voor Sander het ideale moment om zijn dyno skills te gebruiken. Na wat aarzelen en twijfelen waagden we 1 voor 1 ons aan de sprong, soms gevolgd door een korte kreet van blijdschap. Na ongeveer 12 uur klimmen arriveerden we in de Monte Rosa-hut, waar een heerlijke Italiaanse maaltijd op ons wachtte, en de huttenwirt ons in nog heerlijker Italiaans berispte dat we ietwat laat verschenen voor het avondeten. Het materiaalkot was overvol, maar aan tafel hadden we de ruimtel om gezellig te eten en te bekomen. Onderweg naar de wc fronsten we onze wenkbrauwen met de opvallende posters overal in de hut.
Overschrijding van de Piz Palü
Na de Bernina volgde nog één dag: de overschrijding van de Piz Palü. Voor deze beklimming moesten we weer vroeg opstaan, dit keer met veel meer vermoeidheid dan de dagen ervoor. Maar eenmaal begonnen, vergaten we de vermoeidheid deels en bereikten we na enkele uren al de top.
De afdaling bleek opnieuw langer dan verwacht; we moesten van de top helemaal tot in het dal wandelen. Gelukkig was er het laatste deel het liftje van de Diavolezza, dat enkelen van ons namen om naar beneden te gaan, terwijl anderen nog de energie hadden om de afdaling te voet te maken, maar wel zonder rugzak want die kon meegegeven worden met de liftgangers.
Onze eerste zelfstandige beklimming, de Piz Cambrena
Zondagmiddag begonnen we met de instijg terug naar de top van de Diavoletza-lift voor de beklimming van de Piz Cambrena. Deze keer nam enkel Emma, vergezeld met 6 zware rugzakken het liftje terwijl de rest van de groep de wandeling omhoog deed. Vadim, Sander en Kasper gingen de uitdaging aan, maar het bleek toch uitdagender te zijn dan verwacht, vooral op het gebied van routezoeken. Omdat er deze keer geen begeleiders bij waren, moesten we als groep beslissen welke weg we zouden kiezen. Dit leidde soms tot kleine discussies over welke richting we moesten klimmen. De rotsen waren op momenten overal bekrast, dit was voor ons een handige aanduiding waar de route liep.
Onderweg deden zich echter nog een klein probleempje voor: Sander was zijn Julbo-zonnebril vergeten. Gelukkig had An ons enkele dagen eerder geleerd dat je een reddingsdeken kunt gebruiken als zonnebril. Hoewel het geen aanrader is, omdat het niet even goed werkt als een echte zonnebril, zorgde het wel voor grappige foto’s.
Deze stage in het Berninamassief was niet alleen een test van onze technische vaardigheden, maar ook een les in doorzettingsvermogen en teamwork. We hebben niet alleen grenzen verlegd, maar ook hechte banden gesmeed. De bergen hebben ons samengebracht en ons geleerd dat met de juiste instelling en samenwerking elke uitdaging overwonnen kan worden. We kijken vol enthousiasme uit naar onze volgende avonturen!







