
Begin november trok Mount Coach 10 richting Valle d’ell Orco voor hun kennismaking met het ‘traditioneel klimmen’ of ‘avontuurlijk klimmen’. Dat is klimmen op niet-geëquipeerde rotsen, waardoor je jezelf en je klimpartners moet beveiligen met zelfgeplaatste, mobiele tussenzekeringen en standplaatsen; vaak rotsterrein vol met barsten. De Orcovallei dankt haar naam aan de Orcorivier die met veel kabaal doorheen het landschap stroomt en dat zo vormgeeft. De rivier voedt het lager gelegen bos dat in november straalt van de herfstkleuren, wat samen met de besneeuwde bergtoppen een sprookjesachtige omgeving creëert om in te klimmen. Lees hier over de avonturen van MC10.
Een spelletje Tetris
Emile en Sander reden vanuit Antwerpen mee met Koen en Vadim pikte met zijn auto Emma, Kobe en Kasper op in Leuven. Niet iedereen van die tweede auto had Kobe’s motto “light is right” ter harte genomen, want alles in de auto krijgen vergde toch wel wat puzzelen en proppen. Naast kledij en klimmateriaal moest in die tweede auto ook eten voor een week en het ondertussen standaard krachtvoer van MC10 (een zak chips of twee per dag) mee. De conclusie van dit spelletje Tetris om 6u ’s ochtends: Kasper moet minder kleren meenemen en auto gelukkig krijg je altijd meer in een auto dan je zou denken. Off we go!
Een rit naar Orco duurt normaal ongeveer 11 uren maar wij zijn erin geslaagd daar 17 uren van te maken, hoe dat is gelukt weten we nog altijd niet helemaal zeker, het diner in een pizzarestaurant zit daar zeker voor iets tussen. We noteren wel dat we onderweg naar volgende stages onze navigatie-app beter in de gaten gaan houden voor routewijziginge. Omdat we pas rond 23u toekwamen in de AirBnB, begon de eerste klimdag een uur later – daar waren onze stagebegeleiders An en Denis ook dankbaar voor.
Dag 1
We verblijven in Ceresole Reale, dat iets hoger ligt dan de Albergo ‘Gran Paradiso’ in Noasca waar het Mount Coach team normaal verblijft voor deze stage. Na een stevig ontbijt stappen we daar de deur uit en worden we overvallen door een grandioos uitzicht. Het is niet erg koud maar ook niet erg warm, gelukkig wel droog en zonnig. Omdat het de volgende dag kan regenen, besluiten we vandaag al meteen te starten met multipitch en dan kunnen we morgen in de eventuele regen single pitchen of theorie doornemen.
Op het programma van vandaag staan routes bij Torre di Aimonin. Kobe, Kasper, Vadim, Emma en An genieten van een gemeenschappelijke approach en eerste lengte, daarna wordt er opgesplitst. Kasper en Kobe klimmen met variabele voorklimmer verder naar links in Spigolo (6a+, 5b oblig, 170m, 5p), de andere drie vertrekken verder naar rechts langs de route Pesce d’Aprile, die door vaste voorklimmer Vadim geleid wordt – zijn eerste tradervaring ooit. Het zijn niet de moeilijkste routes uit Orco, maar op dag 1 is het toch altijd even wennen en de gevarieerde rotsstructuren vereisen een grote variatie aan klimtechnieken. Er zijn stukken waar we moeten traverseren, hoekversnijdingen, dallige platen tot klassieke crackpassages en soms ook speciale structuren zoals een soort schelp. Dulferen op een schelp is niet altijd even moeilijk, maar tijdens het klimmen blind friends steken is nieuw en vraagt wel wat mentale kracht van Vadim en Emma. Kobe klimt ondertussen rustig de one move crux van de 6a+ lengte, een overhangende barst van vuistbreedte, Kasper is blij dat hij dat stukje kan naklimmen, ook al oefende hij op het overhangende en zelfs horizontaal barstklimmen op Open Gym in Leuven, “in deze rots zijn er steeds kleine variaties in de breedte van de barst en ik moet de optimale plaatsing van mijn jams echt uitzoeken.”
Na het afdalen van de eerste routes bleef nog voldoende tijd voor een tweede. De cordée van Emma, Vadim en An besluit om ook Spigolo te doen, dit keer klimt Emma voor. Emma vond na die overhangde 6a+ cruxpassage een 360°-move in het grotje waar je uit moest klimmen, leuk! Vadim klom dat stuk volledig met underclings (dankzij zijn grootte?) en An deed nog iets helemaal anders, ieder z’n eigen stijl. Misschien komen we deze week nog iets tegen waar klein zijn voordeliger is? Na de eerste paar lengtes had het cordée van Emma zicht op de route van Sander en Emile, samen met begeleider Denis: die zaten in Cani & Porci (6c, 5c oblig) 85m (3p), een imposante off-width, een combinatie van face climbing en jammen, zeker niet de meest evidente lijn om mee te beginnen, maar zeker wel de moeite. Dat was duidelijk te horen door Emiles geroep “oh nee mijn helm zit vast, wat een kutroute! … oké mijn helm is los, deze route is geweldig!”. Voor Emile was dit een reality check waar Orco wel binnenkomt, “een beetje zoals na een paar maanden terug in Freyr komen en zeggen, “juist, dat is Freyr”.”. Kasper en Kobe klimmen nog Via del Diedro (5c) 140m (4p), Emile, Sander en Denis vervolgen hun avontuur in Bagonghi (7a+, 6b oblig.) 95m (3p).
Dag 2
Na dit fantastische begin moesten de originele plannen aangepast worden aan de weersomstandigheden: regen met nog eens extra regen. Plannen aanpassen is niet gemakkelijk als je vol enthousiasme naar Orco komt, maar hoort erbij. We maken er het beste van en vertrekken vandaag naar het dichtbij gelegen “sportklimgebied” Dado. Echt sportklimmen was dat niet, want alles bleef op mobiele zekeringstoestellen af te zekeren. Dit maakte wel dat de perfecte omstandigheden gecreëerd werden om ons praktisch veel te laten ondervinden en bij te leren terwijl begeleiders Denis en An continu feedback konden geven. De favoriete routes van de dag: Mister green (6a+ variatie), ), Parete Bianca (6b+) en
Cochise (5c). Op die laatste route werd ook meteen wat valtraining gedaan door Sander, Emma en Emile, want niet alleen het klimmen moet geoefend worden, ook het vertrouwen in het materiaal. Vadim vat de dag zo samen “ik heb geleerd dat je minder liftdeuren moet opentrekken, en meer moet jammen.”
Dag 3
Kasper en Emma kruipen op dag 3 onder begeleiding van Denis met een gezonde portie wanhoop in de Fessura della Desparezione (5c, 6a+, 6a), een regelrechte klassieker die zijn naam niet gestolen heeft en die meerdere decennia enkel free solo beklommen werd omdat er geen mobiele zekeringen van die grootte (5-6cm) bestonden. Volgens Emma is “off-width klimmen toch wel een categorie apart, de grootste vraag die ik me heel tijd stel is welk deel van mijn lichaam ik nu best in deze gigabarst steek.” Nadat Kasper zich een weg tot boven heeft gebaand of gewormd, start Emma de eerste lengte als een worm met haar volledige rechterlichaamshelft in de barst, maar dan ontdekt ze de iets elegantere manier van Dulferend naar linksomhoog te klimmen en dan af en toe met haar rechterbeen in de barst te gaan om te pauzeren, in zoverre dat je dat pauzeren kan noemen. Kasper en Emma waren blij met de grote friends en leerden snel hoe je ze door de barst kan meeschuiven om zo de nodige hoeveelheid materiaal en de valafstand te minimaliseren.
Dag 4
In tegenstelling tot het kiezen voor de klassieke routes, kozen Vadim, Kobe en Denis op dag 4 voor de zelden begane route La via piu bella della valle dell’orco (6a, 5c oblig, R2), 135m (4p), waarbij niet enkel de approach bushwacken was, maar ook de eerste lengte nog wat klimmen door doornstruiken. Volgens Denis “was de weg wel duidelijk!”, ook al waren er van de 40 steenmannen die door hem twee jaar geleden gebouwd werden nog maar twee over. Vadim vertelt: “Pitch 1 zijn we in een dihedral (hoekversnijding) gegaan, daarin was een klein exposé stukje voor 5 meter. Het was voor mij niet echt barstklimmen maar eerder Dulferen om daar omhoog te gaan. De relais waar ik toekwam bestond uit een sling rond een blok. Pitch 2 was ook een dihedral, die was breder en toffer, minder kleine barsten zoals ervoor, wel grotere zodat mijn voeten erin konden. Als je die bovenkwam was het een avontuurlijke relais die bestond uit 1 verroeste piton en een nut die vaststak. Voor de rest moest je aanvullen met je eigen materiaal. Pitch 3 was ook exposé, daar moest je naar rechts maar ik kon niet om de hoek kijken, ik wist niet dat de route zo liep, dus ik volgde eerst twee verticale barsten omhoog, slechts achteraf heb ik in de topo gezien dat dat een andere route was dan bedoeld, waardoor ik met gigantisch veel touwwrijving toekwam bij een boom. Daar heb ik me vastgemaakt. Pitch 4 had geen quotering en daarna zijn we uitgetopt. Het gevoel om boven te komen en “er geraakt te zijn” was echt fijn. Maar met de rappels naar beneden begint eigenlijk pas het echte verhaal. Rappel 1 ging goed, rappel 2 naar de bandsling ging ook goed voor Vadim, voor Denis en voor Kobe, maar met het naar beneden trekken van het touw is 1 touw volledig vast komen te zitten in een off-width, waar het touw gemakkelijk invalt, maar waar het wel kan vastzitten rond stenen die in die off-width steken. Achteraf bekeken was dit wel voorspelbaar, maar als het touw daarin zit kan je er niks meer mee doen.” Hoe zijn ze nog beneden geraakt? “Denis is terug naar boven gekropen en heeft het touw tevergeefs proberen loskrijgen, maar dat zat muurvast. Op dat moment hebben we besloten om het blauwe touw achter te laten en dan zijn we met het rode touw naar beneden gerappeld. Gelukkig was er nog maar 1 rappel tot de grond van 30m dus dat was doenbaar met een enkele streng van 60m. Dan moesten we nog helemaal terug door al die doorns…”
Diezelfde dag werd door Kasper, Sander en An de Via dei Camini beklommen – een aanrader voor iedereen die ooit in Orco komt – op het massief Caporal, met telkens Sander op kop. De route combineert de twee parels Orrechio del Pachiderma (6b) of ook wel ‘het olifantenoor’ en Rattlesnake (6c) met nog enkele lengtes daartussen. Kasper vertelt “Het eerste doel was om de Pachiderma te klimmen, een prachtige barst waarin je een mooie mix van jammen en dulferen moet doen om al vrij klimmend boven te geraken. Om tot daar te geraken moesten we beginnen met een 6a uit een andere multipitch (Via dei Camini), waar we toch al redelijk wat moesten zwoegen. Normaalgezien wijk je in deze route na 8 meter af naar rechts, maar Sander klom nog rechtdoor via de moeilijk beklimbare barst, waar je zou moeten eindigen met een mantel op slopers, daar deed Sander een soort van walvismove… om er daarna toch terug uit te zakken toen hij bestefte dat die uitklim veel gladder was dan hij dacht. De Pachiderma zelf was een prachtige route waar mijn oefenen op handjams beloond werd, net zoals in Incastro Mania gisteren. Na de Pachiderma volgde een 6c dal waar we alledrie voornamelijk gesettentrekt hebben, tijdswinst… We kwamen uit op een erg comfortabel plateau van waaruit we een 6a en 6b+ moesten klimmen om tot bij de start van Rattlesnake (6c) te geraken. Die 6a begon met een toffe dulfer, De 6b+ begon met een fysieke dulfer tot in een barst zo breed dat je er helemaal in kan (schoorsteen)! Daar moest je je dan in omhoog knoeien tot je op een bakje eruit kon komen, om met nog een dulferpas te komen bij een betere bak. Van daar was het nog wat dulferen tot de vijfde relais. Die relais bestond uit drie haken verbonden met prussiktouw, maar géén van die drie haken zag er optimaal uit, allemaal min of meer verroest. Daarbovenop was het in de start van Rattlesnake (een overhangende off width barst met enkele kleinere barstjes erin dankzij grote stenen en platen) niet mogelijk om meteen een cam te steken. Sander zou een paar sketchy passen hebben moeten doen met als hij viel enkel de dummyrunner op de relais, en die relais was niet schitterend. De val zou ook uitkomen op een eerder horizontaal dal, wat je kan riskeren als de intuïtie “ja” zegt, maar wat wij alledrie niet zagen zitten. Na een korte discussie over mogelijke alternatieve beta besloten we om het bij die 5 lengtes te houden en af te dalen. Jammer aangezien de zesde lengte Rattlesnake ons tweede doel was, maar beslissen om iets niet te doen hoort ook bij bergsport. Misschien een andere keer met een clipstick voor cams! Bij de afdaling verliep alles prima.”


Dag 5
Het weer viel tegen en sommigen hadden nood aan een fysieke rustdag, dus zo geschiede. Denis verzorgde een dagje takeltheorie en -praktijk zodat we nu allemaal de Zwitserse takel (5:1 takel) machtig zijn. Sanne gaf ons een spoedcursus weerkunde en An organiseerde een herhaling over lawinekunde met een toffe quiz, met de toerski- en ijsklimstage van binnen 3 maanden in het vizier.
Dag 6
De laatste volle dag en iedereen is min of meer uitgerust, dus we kunnen er nog eens goed tegenaan. Emile, Kasper en Denis trekken nogmaals naar de sector waar je serieus moet bushwacken om er te geraken. Ze doen dit niet zomaar want het touw dat daar op dag 4 vast is komen te zitten, hadden we graag alsnog gerecupereerd. Een beklimming met een missie! Emile lead de 6a en 6c+ traversée (mentaal…), Kasper lead de laatste 6a. Het touw wordt gerecupereerd, iedereen blij. Het is nog wat vroeg om te stoppen, dus er wordt geopteerd voor een 6c dakje, die geweldig in de smaak viel. De sluiten de dag af met een potje Kosterlitzen, dat moest natuurlijk ook nog gebeuren, maar het word al snel donker.

Het einde van de week kwam zoals altijd sneller dan gedacht en daarmee ook ’s avonds het algemene feedbackrondje om te bespreken wat we leerden en waar ieder van ons nog verder kan groeien. Ten eerste: In het moment de juiste keuze maken tussen jammen en dulferen onderscheidt de ervaren tradklimmer van de minder ervaren… Tradklimmen biedt nog veel meer opties qua klimtechnieken dan face climbing, waardoor het kiezen van een beta complexer wordt. Dit waren voor een aantal van ons de eerste stappen in de wereld van het tradklimmen, het smaakt naar meer! Ten tweede: Commando’s hou je beter kort en krachtig in plaats van de klinkers lang te maken, in dat tweede geval horen de mensen drie routes verder jou wel maar je eigen klimpartners onder of boven je niet. Dus: “relais!” en niet “relaaaaaaaaaiiiiiiiis!”. Touwcommando’s kunnen natuurlijk ook altijd. Ten derde: Maak gebruik van de dubbeltouwen door alternerend te klippen en maak ook gebruik van de snappers aan de friends, er hoeft niet altijd een setje in (als er weinig richtingsveranderingen zijn).
Dag 7
Om er nog alles uit te halen, klimmen we allemaal nog een korte multipitch of ‘een interessante single pitch met een andere pitch als approach’ voordat we rond de middag huiswaarts keren. Het sneeuwt ondertussen, we hebben deze week alleszins van alles gezien van weersomstandigheden: open lucht, bewolkt, wind, geen wind, zon, regen en zelfs een beetje sneeuw. De sneeuw die deze voormiddag naar beneden dwarrelt zal achteraf gezien een voorbode blijken voor het avontuur van die avond, laten we zeggen: Autorit naar huis (sneeuwkettingen oblig.)… Sander en Kasper opteren voor Legoland (7b). Kasper lead de 6b+ tot daar maar moet toch al eens blokken, nuts en friends vertrouwen blijft een mentale uitdaging. Sander waagt de horizontale barst van Legoland als eerste en steekt twee cams, maar vraagt uiteindelijk compleet verzuurd aan Kasper om het eens te proberen. Kasper klimt los van de start waar Sander de beta ontdekte quasi heel de barst à vue – het oefenen op Open Gym loont wederom – en sukkelt met de uitklim, waar het hebben van de juiste beta een groot verschil maakt. Ze vergaten de reverso door te geven bij het wisselen, dus Kasper zekert Sander tot boven, of moeten we zeggen ‘opzij’ met een halve mastworp. Ze geven een high five en een knuffel aan de relais maar het is duidelijk genoeg geweest, tijd om af te dalen en tijd om naar huis te gaan. Moe maar voldaan duurt het niet lang voordat alle passagiers in de auto in slaap vallen.
In de zomer van 2026 gaat Mount Coach 10 op expeditie. Waar moet nog bepaald worden, maar ze zijn wel al bezig met geld inzamelen. Wil je die expeditie steunen? Koop dan “Mount Roast” bonen of gemalen koffie, die je kan vinden in de betere buitensportwinkels, op evenementen van Mount Coach / KBF en bij leden van MC10.



