In de paasvakantie vertrok de nieuwste Mount Coach lichting op hun eerste stage in Chamonix. De stage duurde zes dagen, en er zijn zes Mount Coachers, dus hier is over elke dag een verslagje, geschreven door telkens één van hen, te lezen:

(5&)6 april – door Felix
Na een vlotte rit, in een veel te aangename auto, naar Chamonix kwamen we aan bij een charmant, ietwat vergeten hutje dat al sinds MC1 gebruikt wordt als slaapplaats. Uitgebaat door een mysterieuze oude dame van rond de 90. Kort gezegd: sfeervol, basic en een beetje stoffig. Of zoals ik het toen noemde: “de verborgen parel van Chamonix.” Met die opmerking ben ik dan ook goed uitgelachen.
Maar goed, naar de piste! Daar stond ik dan: Felix, 12 jaar snowboardervaring, op ski’s. Wat een identiteitscrisis. Alles voelde onzeker en wankel, alsof ik voor het eerst weer op wintersport was. Maar stiekem vond ik dat geweldig. Een frisse uitdaging! De motivatie om bij te leren zat er zeker in.
We werden op dag 1 opgedeeld: Mo kreeg privéles van Sanne, en de rest van MC11 werd onder handen genomen door Bas. Geen genade. Elke afdaling kwam met nieuwe technische feedback: “stokinzet,” “anguleren,” “meer naar voren leunen,” “kijk naar Felix, die doet het perfect” (oké, die laatste is misschien verzonnen).
De off-pistecondities waren niet ideaal, maar we werden toch al voorbereid op de wilde sneeuwtochten die zouden komen. Het doel van de week? Als groep elk terrein comfortabel (en liefst rechtop) afdalen.
Na een dag vol techniek, focus en een paar bijna-valsituaties kwamen we uitgeput maar voldaan weer samen aan de lift. Iedereen met een glimlach. En zere benen.
Dag 1? Geslaagd. Laat de rest maar komen

7 april – door Liedewij
Op dag twee gingen we skiën in een ander toegankelijk skigebied, La Flégère. Daar splitsten we de groep op zodat Hektor, Matthijs en Felix met Sanne meegingen, en Emiel, Mo en ik met Bas meekonden. Na enkele pistes besloot An om ook mee les te geven zodat we nog meer op ons eigen tempo konden oefenen. In de voormiddag vermaakten we ons met spitsvondige oefeningen, gaande van televisieschermen tot één-been-bochten, van spring-bochten tot lange-piet-skiën. Kortom: onze coördinatie maar ook ons inlevingsvermogen werd voldoende uitgedaagd.
Tijdens de middagpauze aan het lawineveld leerden we onze lawinepiepers gebruiken. Deze simulatieplek, uitgerust met kussens als slachtoffer en een seinpaal was ideaal om ons uit te dagen zo snel mogelijk ons fictieve slachtoffer te vinden. Naast het efficiënt leren zoeken en vinden van slachtoffers leerden we ook over het belang van de kwaliteit van verschillende al-dan-niet verjaarde piepers. (De LUAK-piepers zijn veruit de beste!)
Na het skiën en een heerlijk avondmaal van Mo (iedereen kookte deze week één avond) volgde een uitgebreide discussie over de keuze van onze matchende jassen en truien. Toen Sannes geduld bijna op was, werd de knoop doorgehakt en konden we eindelijk aan de theorieles over lawineberichten beginnen, alvorens te gaan slapen.


8 april – door Mo
Voor de derde dag trokken we naar Grands Montets, een noordgericht skigebied. Dat maakte dat de pistes ’s ochtends nog behoorlijk ijzig waren en iedereen hun techniek extra goed kon (moest) oefenen. Ik begon aan een derde voormiddag privéles, deze keer opnieuw met Sanne, terwijl Felix, Matthijs en Hektor door An op sleeptouw werden genomen en Liedewij en Emiel bijleerden van Bas. Voor mij stonden die dag smalle parallelle ski’s en kleinere bochtjes centraal, als voorbereiding op het minder homogene terrein buiten de piste en om altijd beter de controle te kunnen houden. Ettelijke kilometers en een aanrijding door een snowboarder later was het tijd voor de middagpauze.
Tijdens die middagpauze veranderden we een zachte sneeuwheuvel in een omgeploegd puttenveld om onze slachtofferbergingsvaardigheid en -uithouding te oefenen. Ook mochten we eens testen hoe goed we voorwerpen konden identificeren met een sonde, van ski over rugzak tot Sannes arm. Daarmee rondden we onze praktijkoefeningen lawineredding af deze stage.
Na de middag skieden we voor de eerste keer met de hele groep samen de helling naar beneden: we verkenden stukjes off-piste en tastten daarmee ook de groepsdynamiek van met z’n allen tegelijk onderweg zijn af: hoe wachten we op elkaar, welk spoor volgen we,…
Op het einde van de dag skieden we helemaal tot beneden tot de parking. De sneeuwkwaliteit was daarvoor niet meer 100% en er kwamen hier en daar stenen door, maar de lange afdaling aan één stuk was hoe dan ook een leuke ervaring.

9 april – door Hektor
Vandaag trokken we opnieuw naar les Grands Montets omdat daar de meeste off-piste mogelijkheden waren met veel boekels. De bedoeling van vandaag was om nog wat off-piste te skiën en als groep samen te skiën zodat we klaar zouden zijn om de volgende dag de Vallée Blanche te doen. Sanne moest vandaag werken, maar gelukkig wilde An opnieuw mee begeleiden.
We startten de dag door de groep in twee te delen: Mo, Emiel en Liedewij gingen mee met An en de rest – Felix, Hektor en Matthijs – skiede met Bas. De ochtend verliep hetzelfde als afgelopen dagen: we oefenden hard op onze techniek, kregen goede feedback en oefeningen om onze techniek te verbeteren.
’s Middags kwamen we samen om met z’n allen iets te eten, waarna we klaar waren om samen verder te skiën. Het samen skiën ging ondertussen eigenlijk best vlot ondanks het grote verschil in skiniveau op dag 1. De betere skiërs onder ons gaan vlot naar beneden en moeten af en toe een beetje wachten – dat hoort er bij. Maar meest indrukwekkende was waarschijnlijk Mo, die een zwarte piste afskiet na 4 dagen in haar leven geskied te hebben; niet perfect natuurlijk, maar ze kan wel mee!
Op onze tweede afdaling maakte Mo een val waarbij ze haar knie sneed aan haar ski en die begon te bloeden. Gelukkig kon ze nog op haar been staan en voorzichtig skiën lukte nog. Mo ging dan samen met An naar de dichtstbijzijnde EHBO-post en vervolgens naar beneden met de lift om naar een dokter te gaan. Ondertussen skiede de rest van de groep verder met Bas.
‘s Avonds zagen we Mo terug, gelukkig was het een propere snijwonde en was er niets belangrijk in haar knie beschadigd. Wel had ze tien hechtingen cadeau gekregen. Ze mocht nog skiën als ze voorzichtig was, maar geen boekels zei de dokter, dus de Vallée Blanche morgen zat er spijtig genoeg niet meer in voor Mo.
Voor de rest van de groep wachtte er nog een drukke avond: we kregen de details voor de tocht van de volgende dag te horen en dan moesten we onze rugzakken nog maken. Daarna dook iedereen zo vroeg mogelijk in zijn bed voor de noodzakelijke uitrusting, al dromend over de bergen die ons te wachten stonden.
Dag 5: 10 april – door Matthijs
Op dag 5 waren de benen al stevig opgewarmd en was het tijd voor het echte werk: de legendarische Vallée Blanche. Al dagenlang groeide ons enthousiasme voor dit hoogtepunt van de week. Vandaag zouden we ons vergapen aan enkele toppen van onze dromen en echte klassiekers uit het alpinisme. Voor ons allemaal was het de eerste keer skiën op een gletsjer — en voor sommigen zelfs de allereerste kennismaking met deze magische vallei.
Voor Mo was het verstandiger om deze tocht aan zich voorbij te laten gaan. Terwijl Mo nog wat techniektraining kreeg van nonkel Bas op de piste, namen wij, met haar in onze gedachten, de bus richting Italië.
Vergezeld door Sander (MC10) namen we de lift naar boven. Onderweg gaf Sanne een heuse rondleiding langs de omliggende toppen met meestal een spectaculair bijhorend verhaal.
Eenmaal boven deed ik nog een laatste check van de lawinepiepers, en daarna waren we vertrokken, in het spoor van An. Het skiën ging goed; ook buiten de piste bleef onze techniek overeind. Dat gold helaas niet voor Sannes beperkte stuurmanskunst met zijn nieuwe drone… Na een korte reddingsmissie vonden we het toestel gelukkig terug, en zakten we verder af naar de Mer de Glace.
Daar aangekomen namen we de tijd voor een welverdiende lunch in een adembenemend decor. Maar er was ook ruimte voor oriëntatie-oefeningen: Aiguille Verte, Aiguille de la République, Les Drus, Charpoua — alles wat we zagen gebruikten we om azimuthen te schieten en ons te oriënteren in dit machtige berglandschap.
Na nog een laatste stuk papsneeuw naar beneden geskied te hebben, negeerden we de geur van pannenkoeken richting de Montenvers trein en zochten we een welverdiende apero in het dal.


11 april – door Emiel
Na een leuke maar vermoeiende week besloten we om de laatste dag rustig samen te gaan skiën in La Flégère. Deze keer volgden we met de volledige groep het elegant geskiede spoor van (nonkel) Bas. Geen oefeningetjes of lessen meer vandaag, de focus lag op ontspannen skiën en het toepassen van alles wat we hadden geleerd.
Hier en daar een stukje off-piste, wat boekels er tussendoor en af en toe een paar tips van Bas of Sanne. Het was opvallend hoeveel vooruitgang iedereen had geboekt doorheen de week. Al was het bij het zien van de gracieuze stijl van de lesgevers ook wel duidelijk: er valt nog veel bij te leren.
Na een intense week waren de benen niet meer zo fris en door de felle zon en hoge temperaturen werd de sneeuw al snel papperig. Hierdoor besloot de groep om er een korte dag van te maken. Rond 14u gingen de ski’s al uit; want als iedereen moe begint te worden, gebeuren vaak de meeste ongelukken.
Terug in de “parel van Chamonix” namen we afscheid van Sanne en An die de avond zelf nog naar Noorwegen vlogen voor hun volgende avontuur (de geluksvogels!). Om de week af te sluiten, trokken we naar de Poco Loco om een burger te eten; een klassieker in Chamonix! Sander, duidelijk een habitué van de plaats, vergezelde ons ook. We konden daar goed bijpraten over de avonturen van deze week: een geslaagde, gezellige avond! Bij het verlaten van de Poco Loco, grabbelden we toch ook nog wat stickers om op onze helmen te kleven. Je weet maar nooit, misschien sponsoren ze ons ooit ;)?
Maar de avond was nog niet gedaan voor iedereen. Op de terugweg naar de chalet ontdekte Matthijs dat er die avond een jamsessie in La Maison des Artistes was. Met zijn overtuigingskracht kreeg hij Felix en Emiel nog mee voor een gezellig avondje, dat uitliep tot in de vroege uurtjes.

Bonusdag: 12 april – door Emiel en Mo
Jawel, een 7de dag! Omdat niemand écht al klaar was om afscheid van Chamonix, bleef de hele groep een dagje langer. Skiën hadden we wel al genoeg gedaan, dus besloten we om iets anders te doen. Sommigen kozen voor een avontuur op rots, anderen voor (niet zo rustige) wandeling.
Liedewij en Emiel besloten een multipitch te klimmen op de Jumeaux, naast de Brévent. De approche was ietwat zwaarder dan verwacht, er lag nog behoorlijk veel sneeuw en daar waren we niet echt op voorbereid. Na bijna vier uur aanwandelen, waarvan een flink stuk door de sneeuw, bereikten we eindelijk de top én de start van de multipitch. Snel twee rappelletjes naar beneden en dan vijf lengtes klimmen. Alles ging vlot en we waren blij om het comfort van (te) spannende klimschoenen terug te vinden na een week op latten te staan. Vier uur later stonden we weer boven, voldaan en hongerig. Na een snelle snack daalden we af richting de chalet, waar we net voor het donker arriveerden. Daar werden we goed ontvangen met een warme maaltijd bereid door de rest van de groep. Een geslaagd laatste avontuur!
Hektor, Mo, Matthijs & Felix maakten in de plaats een wandeling naar de Refuge du Plan de l’Aiguille du Midi. Ook wij waren (ironisch genoeg) niet zo goed voorbereid op de besneeuwde paden. De eerste paar honderd hoogtemeters waren nog aangenaam droog hiken. Ondertussen praatten we over de theorieles over hartslag- en trainingszones die we hadden gehad, die we nu in de praktijk uittestten. Wat hogerop ploeterden we door wat sneeuwvelden onderweg – vervelend voor degenen onder ons die a) een korte broek aanhadden b) hun zonnebril waren vergeten of c) verse hechtingen moesten beschermen. Uiteindelijk aten we onze laatste Franse stokbroden aan de hut met een uitzicht op de vallei. Daarna begon onze afdaling, eerst weer met een stuk sneeuwveld, en daarna verder over beter begaanbare bospaden. Teruggekomen aan de hut was ook dit voor ons toch een geslaagde uitstap.
De dag erop vertrokken we vroeg ’s ochtends terug naar België. Na een lange rit, opnieuw in de ultracomfortabele auto, kunnen we thuis reflecteren over onze toffe week en al meteen uitkijken naar onze volgende uitstap: de kalkstage.

