Tags
Biancograat, Jonas Vandermaesen, Maxime De Groote, Nelson Neirinck, Piz Bernina, Tim De Dobbeleer
Na een geslaagde big-wall-stage en een weekje klimmen op het “tweede verdiep” in Valle di Mello gingen de wegen van Sanne en An, en die van ons (Jonas, Tim, Maxime en Nelson) uit elkaar. Zij gingen zoals gezegd nog wat dolen in de Vogezen, maar wij hadden op de camping al stiekem een ander plan in gedachten: de Piz Bernina (4049m) met zijn prachtige Biancograat bleek helemaal niet zo veraf te zijn en de Palu met zijn 3 Noordpijlers leek ons ook wel wat.
Met z’n allen in mijn (Nelson) ondertussen half uit elkaar gerammelde MountCoachVan in, en op weg naar Pontaresina. Van daar uit begint de instijg gestaagd langs een pad waar ook een paardenkoets langsrijdt die “toeri’s” tot aan een hotel-restaurant-hut brengt. Van daar af aan begint het pad steiler te worden, tot de Tschierva hut die opeens van achter een bocht opduikt.
De onweersbuien van de voorbije dagen waren blijkbaar ook hierlangs gevlogen, en al snel liepen we door een ‘uiterst zomers’ landschap tot aan de hut. Het principe – Cheap is right – indachtig weigerden we om ons geld aan nutteloze dingen als eten en slapen te verspillen, dus sleurden we al ons kook- en slaapgerei mee naar boven. Na een heerlijke maaltijd (lees: pasta met tubesaus) besloten we ons toch niet te ver van de hut af te leggen, en maakten onderaan de hut een bedje in de sneeuw.
De wekker om 3 uur deed pijn, en het duurde dan ook tot 4u30 tot we goed en wel vertrokken waren. Tegen 5u30 hadden we alle cordées, die een uur voor ons vertrokken waren in de hut, min of meer ingehaald. Omdat het de voorbije dagen veel had gesneeuwt was de instijg best vermoeiend en was het Jonas die de eer kreeg om te sporen door kniediepe verse sneeuw.
Na een vermoeiende sneeuwtocht kwamen we eindelijk aan bij de via-ferrata die ons tot op de col zou leiden, waar de graat begint. De vrieskou had echter roet in het eten gegooid. Door kleine waterstroompjes van smeltende sneeuw zaten heel wat trapjes onder een dikke laag ijs (ironie), met serieuze stalagtieten. Doordat er toch nog wat mensen voor ons waren gekomen, via een makkelijkere weg, kregen we dat ijs natuurlijk allemaal mooi op onze kop. De frustratie nabij geraakten we dan toch op de col, redelijk afgekoeld en nat, waar we zagen dat andere groepen via een sneeuw/ijscouloir veel sneller dan ons tot boven geraakt waren. Great! Nog meer volk voor ons.
Door de verse sneeuw die op het eerste stukje rotsgraat lag was dit betrekkelijk moeilijker en gevaarlijker dan normaal, waardoor de andere klimmers die voor ons zaten er een uur over deden om 30meter verder te komen. De frustratie sloeg om in lichte wanhoop (Maxime’s bevroren vingers van op de viaferrata bezorgden hem toen ook helse pijn) en we besloten bijna om, net als al 2 andere cordées, terug te keren.
Toen echter twee Oostenrijkse gidsen met 3 klanten heel vriendelijk vroegen of ze niet, kort op elkaar ingebonden, door mochten gaan, zagen we dat die 2 opeens alle cordées voorbij race’ten… Wat zij kunnen kunnen wij ook! Snel bonden we in op een 3-4 meter van elkaar en al gauw hadden we de eerste 3 cordées achter ons gelaten. Toen we echter een stel Duitsers wilden inhalen waren die daar niet zo gelukkig mee, en na wat tikken op Jonas’ helm en met crampons bijna op z’n hand te stampen besloten we dan toch maar om achter hen te blijven tot op de sneeuwgraat.
Eens daar hadden we open spel, Maxime nam de leiding en spoorde verder, met achter hem Tim, kort daarachter volgde Jonas en mezelf en al na de eerste paar honderd meter liepen we op kop. De firn, die op sommige plaatsen behoorlijk stijl is, zorgde ervoor dat je je hard moest concentreren op je voettechniek om niet na 30meter wandelen eventjes op adem te moeten komen. De hoogte speelde mij precies ook wel wat parten, maar eens in een goed ritme raakten we gestaagd naar boven, en werden de mensen achter ons steeds kleiner…
De lange sneeuwgraat komt uiteindelijk uit op de ‘Punta Alva’ van waar nog een behoorlijk stuk rotsgraat vertrekt tot op de top. Behendig, maar toch al wat vermoeid, klimmen we de graat eerst af, tot op het laagste punt tussen de twee toppen, en dan weer op tot we op de langerekte top van de Bernina komen. We hebben het gehaald! En wel als eerste!
Na een half uur pas komt de eerstvolgende cordée achter ons, en na een dik uur foto’s trekken, genieten van het zicht, en kijken naar de routes op de Palu besluiten we de zuidgraat af te klimmen tot aan de “Marco e Rosa”-hut. Daar crashen we serieus, en s’avonds, als we na ons eten nog wat binnen zitten krijgen we complimentjes van de Oostenrijkse gidsen. Zeker toen ze zagen wat we allemaal meezeulden, en dat we buiten sliepen schrokken ze zich een bult en dat deed de reputatie van de Belgische klimmer deugd!
Na een helse nacht met bijtend koude rukwinden en een enorm oneffen “bed” op de koop toe stonden we geradbraakt op om 3 uur, met het idee om in één ruk door te wandelen langs de “Bellavista” richting de voet van de Palu, om daar de Westpijler (piz Spinas) te beklimmen, en dan via een overschrijding tot de top van de Palu naar beneden te komen.
Wanneer we echter beginnen aan de afdaling van de Fortezza-graat (om tot de voet van de Palu te komen) beginnen we te twijfelen. We zijn alle vier nog behoorlijk moe van de vorige dag en vooral die slechte nacht. Ook zien we dat de Fortezza-graat nog een heel eind naar beneden is, en wanneer we twee heel kleine stipjes over de met spalten bezaaide gletsjer richting Westpijler zien wandelen dringen de dimensies pas echt door… Het zou zeker weer een goeie 8uur klimmen worden en eigenlijk hebben we ook niet zoveel materiaal mee. Op de koop toe wordt de hemel opeens bedekt met een dik donker wolkenpak en we besluiten dan maar op het gemakje af te dalen tot in het dal.
Achteraf gezien viel het weer nog goed mee, en hadden we misschien toch maar onze kans moeten wagen, al zijn we toch behoorlijk moe als we terug beneden komen. Daar genieten we nog even van de zon die af en toe tevoorschijn komt en van het zicht op de machtige Bernina. Toch tevreden over onze prestaties beslissen we om door te rijden naar Chamonix, om te zien wat daar nog te doen valt… maar dat is dan weer een verhaaltje voor de volgende keer!
Tekst: Nelson Neirinck
Foto’s: Maxime De Groote