Tags
Carnavalada, Denis Hoste, Fiesta de los Biceps, Jan Vincke, Jasper Court, Linus Lapidaire, Malles de Riglos, Pison, Riglos, Visera
Na enkele kletsen gekregen te hebben in Valle dell’Orco door nog wat onwennig te zijn in het jammen, besloot ik (Denis Hoste) nog éénmaal te gaan knallen voordat ik met mijn neus de boeken in moet duiken en mij moet focussen op mijn examens. In november is het weer in veel klimgebieden al te koud of te nat maar 1 gebied schoot mij snel te binnen: Riglos! Al vanaf het eerste jaar dat ik begon met klimmen was ik op het internet Riglos tegengekomen (en de beroemde route La Fiesta de los Biceps), en met recente feiten zoals Honnold’s onsight free solo van diezelfde route was Riglos nooit ver uit mijn gedachten. Warm genoeg zou het daar wel zijn. Maar droog? Riglos bestaat uit enkele conglomeraat-torens, waarvan de bekendste de Pison en de Visera. Die laatste trekt klimmers van over de hele wereld vanwege zijn oostwand met immense overhang. Ze is 275m hoog, maar hangt (afhankelijk van je bron op het internet) 60m tot 90m over wat ervoor zou moeten zorgen dat de wand zelfs bij de ergste stormbuien niet het kleinste beetje nat wordt. Het leek me de ideale novemberbestemming.

Mallos de Riglos, met het dorpje links onderaan in beeld, en de twee meest prominente wanden (links de Pison-toren en rechts de overhangende Visera-wand) © Denis
Een partner had ik snel gevonden. Linus Lapidaire zou me vergezellen en na een datum te hebben uitgekozen hadden we snel vliegtickets en een huurauto voor 4 dagen Riglos geboekt. Later hoorden we in de klimzaal dat Jasper Court en Jan Vincke tijdens dezelfde week aanwezig zouden zijn. Het zou nog gezellig worden in die refugio!
Woensdagavond vlogen we op Barcelona en reden we de nacht in om wakker te worden met een schitterende hemelsblauwe lucht, aangename temperaturen en wauw, wat een wanden stonden daar voor ons! Vlug een ontbijt gaan halen bij de zeer goedkope lokale bakker (helaas met ontbijtkoeken naar waarde geprijsd), en dan de gordel aan om te knallen. Waarom opwarmen, dachten we, en meteen liepen we via de korte approche aan naar het hoofddoel van de reis: La Fiesta de los Biceps!
Het eerste deel van de wand is slechts licht overhangend en pas vanaf de tweede helft merk je hoe absurd de wand leunt. Je klimt op vreemde, grote keien die vast gecementeerd zitten in de wand: precies een patattenveld. Het is een klimstijl die je doet denken aan de zaal: verre passen sleuren op goede grepen.
Na de 6a+ en de 6b+ waren we opgewarmd en schotelde de wand ons de eerste 7e graads lengte voor. Het was Linus zijn beurt om op kop te gaan en hij klom de 7a vlot à vue. Ik volgde en klom met de nodige moeite maar toch vrij doorheen de crux van de lengte, om dan het vel van de beer te vroeg te verkopen, mij al boven te achten en met een te nonchalante pas naar een slechte greep aan de voorlaatste haak mijn à vue te verkloten. Toeme! Gevallen in het hoofddoel van de reis! Maar erg vond ik precies niet. Ik voelde dat er meer in zat en ik zou nog kansen krijgen. Zeker nu de overhangende lengtes voor de deur stonden, was ik aan het popelen om eraan te beginnen. We klommen vlot doorheen de 4 volgende lengtes en al snel stond weer een 7a voor de deur. De stijl van klimmen was duidelijk; patattos trekkos doorheen de overhang, tot de voorarmen harder waren dan de rots die ze vasthielden en dan maar schudden met die handjes! Ik hoorde het Regi al zeggen. Rusten was noodzakelijk, waar mogelijk. Vol goede moed begon ik aan de volgende 7a, en nu waren de rollen omgekeerd: Linus had iets te weinig met de handjes geschud en viel, maar ik kon de lengte vrijklimmen.
Jasper en Jan klimmen Via de Naturaleza Salvaje (7b max, 6c obl.), ook op de Visera, wat ervoor zorgt dat we ze in de bovenste helft van de route kunnen zien. We klimmen zelfs dicht bij elkaar en onze routes delen een relais. We kunnen elkaar niet verstaan door de wind, maar trekken foto’s van elkaar.

Linus klimt vlot de derde lengte (7a) van Fiesta voor, en de overhang op het einde ziet er absoluut nog niet indrukwekkend uit. It’s all about perspective! © Denis

Linus zekert mij doorheen de laatste 6b+ lengte, door de vallijn van het touw wordt duidelijk hoe hallucinant de overhang is! In de verte zie je Jan en Jasper © Denis
Die avond zitten we met ons vieren na te genieten van de klim en van een goedkope maar zeer lekkere maaltijd in de lokale bar El Puro met de nodige vino rosso. Jan en Jasper zitten hier al een paar dagen en we vragen hen welke route ze ons aanraden. Beiden klommen we in Fiesta een 7a à vue en nu we weten waar we ons aan kunnen verwachten en wat voor stijl het hier is willen we wel nog een stapje moeilijker gaan. Zij stellen ons La Carnavalada voor, 7a+ max en omdat deze op de Pison ligt zijn de patatten iets kleiner en de route bijgevolg iets ‘technischer’, als je dat woord al mag gebruiken in Riglos.
Vanwege de gezellige avond en korte approches slapen we wat uit en treuzelen we iets te veel de volgende ochtend. We beginnen uiteindelijk pas laat aan de route, maar meteen amuseren we ons. Na een start door een dakje zijn de lengtes van deze route op de Pison iets verticaler, wat handig is want we voelen ons wat stijf na de overhang van gisteren. Na 3 lengtes komen we aan de eerste 7a+. Linus klimt deze voor en topt ze mooi à vue! Ik volg en ook voor mij gaat de lengte er zonder vallen of blokjes aan, al kom ik goed verzuurd aan de relais toe. Daarna start ik in de tweede 7a+ en deze lukt ook à vue, en Linus knalt er ook door! Dan is het kruid wel op en zien we nog goed af in de laatste twee lengtes. De 3 laatste lengtes van Carnavalada zijn gegolfd, wat ze zeer discontinue maakt. Je klimt iedere keer opnieuw een boulder door een dakje van 2 meter, waarna je weer handsfree kan rusten om het volgende dakje aan te vallen. En er kwam precies maar geen eind aan de dakjes!
Eenmaal op de top besluiten we dat die tweede 7a+ toch wat gemakkelijk was voor het niveau, en we vinden in de lokale bar ook een andere topo terug die de lengte afquoteerd naar 6c+ wat ons terecht lijkt. De voorlaatste lengte wordt dan ook opgewaardeerd naar 6c+, ook correct lijkt ons.
De late, luie start van de dag zorgt ervoor dat we een prachtige zonsondergang meemaken van op de top van de Pison, waar we nog goed wat kijken naar de grote gieren waarmee het gebied vol zit. Ze zijn immens en passeren langs je op slechts enkele meters van de rots terwijl je aan het klimmen bent. Het ene moment een schitterend zicht, het ander moment vervloek je de beesten als je weer maar eens met je hand naar een greep tast en vol in de gierenstront grijpt. Dan komen de koplampjes boven voor de afdaling. De Pison heeft een vreemde rappellijn, die uitgebreid staat uitgelegd in de lokale topo maar die wij vanwege de vino rosso de avond ervoor niet bekeken hebben. Voor de afdaling zoek je het eerste rappelanker, waarna je één of twee rappels doet, 20 à 60m moet wandelen met opgeschoten touw en klauterend door struikjes de volgende rappelrelais moet zoeken, en dat zo’n vijftal keer herhaald. Later krijgen we complimenten van Jasper: hij volgt onze lichtjes vanuit het café en vindt dat we de afdaling van de Pison minstens even snel deden als zij, maar zij kenden de afdaling al van eerdere beklimmingen en deden hem niet in het donker. Niet alleen Andreas Klein vindt dus dat we snel rappelen 😉
Jan en Jasper klommen nog een grote klassieker van het gebied: Murciana (6c max, 6a+ obl), ook op de Pison. Die avond neemt Jasper ook afscheid van de groep, hij neemt de trein naar het zuiden om nog een tweetal weken te klimmen. Jan blijft nog een dag langer bij ons.
De volgende dag staan we op met regen, en het is ook een pak kouder. We hadden gepland om Murciana te doen, de lijn van Jasper en Jan de dag ervoor die ook wat minder moeilijk is zodat onze stijve armen wat zouden kunnen ontstijven en we de laatste dag nog zouden knallen. Murciana ligt echter niet in de overhang van de Visera maar op de Pison en is dus onzeker in de regen. We besluiten een dagje te gaan sportklimmen. Riglos zal nooit een groot sportklimgebied worden maar we vinden toch een schone lengte. Als na 4 sportroutes de hemelsluizen volledig opengaan zijn we blij met onze keuze en het feit dat we niet halverwege een wand hangen.
Voor de laatste dag is er ook wat regen voorspeld, maar we hebben een mooie lijn door de overhang van de Visera gepland. Zulu Demente, 7a+, 6b obl. Het internet en de lokale klimmers garanderen ons dat de Visera perma-droog is en dat je bij regen beschut zit. We gaan vroeg slapen, de wekker staat om 7u30 want we moeten onze vlucht terug naar België halen de volgende dag en genoeg tijd hebben om te klimmen.
We wandelen aan en staan voor een kurkdroge route… in onze dromen! In werkelijkheid staan we op en regent het 10 keer harder dan voorspeld. Als we uitchecken uit de refugio kijken dezelfde mensen die ons gisteren garandeerden dat de route droog zou liggen, ons nu aan alsof we gek zijn omdat we in dit weer onze gordel en helm aan hebben. Los Belgas loco, horen we zeggen, en al begrijp ik niet veel Spaans, daar kan ik wel iets uit opmaken. Een kwartier later staan we doorweekt aan de voet van de route en die ligt helaas kletsnat. De eerste drie lengtes zijn niet afgeschermd van de regen, die met een harde wind tot op onze route waait. Door het dak ligt alles natuurlijk droog maar dan moeten we eerst zo’n honderd meter door nattigheid klimmen… Ai, onze laatste dag in Riglos eindigt in mineur! We gaan nog op zoek naar andere multipitches, maar zowel Via de Naturaleza Salvaje als Supercrack liggen volledig nat voor de eerste 100m. Linus gaat nog wat gaan sportklimmen maar ook daar ligt veel nat en helaas druipen we af uit Riglos met goesting om nog te knallen, maar het weer dat niet meewerkt. Even overwegen we nog om langs Margalef te rijden, maar dan moeten we wat omrijden om daar nog een tweetal uur te zijn, amper de moeite om de gordel aan te doen. We komen een paar uur te vroeg aan in Barcelona, maar kunnen dan nog wat rondkijken.
Al bij al een zeer geslaagde trip, al eindigt ze met de laatste dag in mineur. Ik denk dat ik ooit wel nog eens terugga, al vind ik Riglos wel een gebied waar je niet voor twee weken naartoe moet gaan. Bijna alle routes zijn in dezelfde stijl en die zou mij na meer dan een week toch snel beginnen vervelen. De routes zijn ook wat softer gequoteerd dan wat we in België gewend zijn maar de klimstijl is nu eenmaal ook zeer logisch. Maar het is een unieke manier van klimmen waar iedereen wel kan van genieten!