Tags
An Laenen, Andreas Speelmans, andreasspeelmans, Dolomieten, dolomiti, drei zinnen, Jozua Schiltz, jozuaschiltz, lavaredo, Maarten Vanneste, maartenvanneste, Matty Roumans, mattyroumans, mountcoach, mountcoach6, Roel Goris, roelgoris, Sanne Bosteels, tofana di rozes, Trad climbing, tre cime, William Frimout, williamfrimout
Trad afzekeren in multipitch, dat probeerden we een half jaar geleden al eens in het wonderschone Valle dell’ Orco. Een stevige klimstage waarbij lange rotswanden overwonnen moesten worden,dat hadden we met zicht op de Côte d’Azur bij Calanques de Cassis al eens uitgeprobeerd. Simultaan klimmen, en “af en toe eens eerst op een rotsblok kloppen om de stevigheid te testen”, deze ideeën kwamen bij onze eerdere alpiene stage vanuit Courmayeur al eens op. Maar de combinatie van dat alles? Dat werd het doel van deze Dolomietenstage.
(tekst en foto’s: Roel Goris)
Alpien klimmen in de Italiaanse Dolomieten, een stage die normaal eind november zou plaatsvinden, waarbij het mixed terrain van rots en ijs op de prachtige pieken ons speelterrein zou worden. Doordat het soms echter wat moeilijk is om zes jonge knaapjes met zes verschillende beroepen of studies in eenzelfde periode samen te krijgen, werd onze dolomietstage een pak vervroegd. Een rotsklimstage in augustus, dus, met de bovenstaande opsomming als werkboek. Een ruwe rit als start, dat kunnen we wel aan. Dat “ruwe” kantje dan vooral doordat we dachten dat het een leuk idee zou zijn om als teambuilding mijn dienstdoende wagentje, “Mount Combo” gedoopt, met zijn allen tesamen uit de beek te proberen tillen. Geen gigantisch succes, en met een deuk in het ego trommelen we de coach en zijn 4×4 op.
De echte stage begint de dag erop met een rustige klim aan de Col dei Bos. Sanne verdeelt de cordées en wijst ons routes toe die geen al te zware uitdaging mogen zijn, opdat we ons volledig kunnen richten op het leren kennen van de rots en het lezen van de topo’s. Het slechte weer dat in de namiddag voorspeld wordt, biedt ons de kans om de afdaling door historisch gebied te doen. De lange loopgraven, uitgegraven door zowel Italiaanse als Oostenrijkse partijen tijdens de eerste Wereldoorlog, lopen tussen en zelfs door de bergen heen en geven onze eerste dag een cultureel tintje. Gooi daar dan nog bij dat An en Matty elk een kogelrestant uit het gesteente weten te vissen, en de historische hartjes jubelen.
Het echte werk
Na een nachtje slapen komt het echtere klimwerk. We stellen een planning op voor twee dagen, waarbij de eerste dag een stevige, klimsessie is op het behaakte Croda da Lago. Multipitch met de kleine m – we beginnen wat verwend te geraken – want met 11 touwlengtes zien we deze klim als de rustige van de twee. Na de prachtige vergezichten te hebben aanschouwd en meer en meer gewend te raken aan het witte, prachtige, heerlijk ruwe maar ook ietwat fragiele gesteente, trekken we door tot aan de Tofana di Rozes. We leggen ons te slapen aan de voet van de gigantische wand en proberen de slaap te vatten terwijl een adembenemende sterrenhemel onze aandacht steelt.
Om vier uur ‘s morgens gaat de wekker. We ontbijten op overheerlijke (ahum) droogvoeding, ruimen onze bivak op, verstoppen onze slaapspullen tussen de rotsen en begeven ons naar de start van onze route. Daar komen wat verder al andere klimmers aangesjokt, dus net op tijd om er als eersten in te kruipen. De topo is duidelijk: af en toe kan je genieten van een slaghaak, maar voorts is het trad afzekeren. Met als grote verschil met Valle dell’ Orco dat we hier geen gigantische barst te volgen hebben, maar ons moeten baseren op getekende “gele dakjes”, grasveldjes, kleine scheurtjes en plateaukes. Zegt de topo dus dat je na een laatste plateautje ongeveer vijftien meter omhoog moet om dan twintig meter te traverseren alvorens je de eerstvolgende slaghaak terug tegenkomt? Dan kan dat gebeuren dat er verkeerd geklommen wordt… Die slaghaak blijft maar uit, die traversee gaat een stuk meer omhoog dan gepland, de mogelijkheden tot afzekeren blijken beperkt, de stress steekt de kop op, dat aspect “simultaan klimmen” zie ik toch liever met ietwat meer tussenzekeringen zelfs al is het klimmen op zich hier niet zo moeilijk, … om eindelijk de beloofde slaghaak tegen te komen. Of dat denk ik toch, want een nieuwe zoektocht wanneer Maarten me vervoegt, toont aan dat het eigenlijke relais een stukje terug naar beneden ligt en we van daaruit nog een stuk opzij moeten. Goed voor het tweede cordee van William en An, want zij zien hun kans om op ons aanraden de juiste weg in te slaan en zo de koplopers te worden. Maarten gooit zijn canyoning- en rappelskills in de strijd om ook ons twee op de juiste plaats te krijgen en wij vervolgen onze tocht. De rest van de route loopt gelukkig zonder verdere misklims, en we overwinnen trots onze eerste klassieker in de Dolomieten.
Tre Cime di Lavaredo
We verwennen onszelf met een rustdag in de zon. Op het gemakje onze rugzakken al inladen voor onze instijg die we ‘s avonds zullen doen, maar dat maakt dat er nog een zee van tijd is voor een stevige sessie… hangmatliggen. Niet te onderschatten! Jozua en William laten zich lokken door de nabije rivier en toveren enkele smakelijke forellen op tafel. Na dit feestdis trekken we erop uit. Al is het met een bang hartje: de weg naar de Tre Cime of Drei Zinnen is niet van de poes! Met de nodige aaikes over het tien jaar oude dashboard, met binnensmondse aanmoedigingen en een als nostalgische System Of A Down vers vermomde “Father, into your hands I commend my spirit”, haalt ook de Mount Combo de parking aan de befaamde rotsen. We wandelen tegen de stroom aan dagtoeristen richting de voet van de rotsen en leggen ons te slapen tussen de uitdagende boulders. Zodra de lichtjes uitgaan en we lieflijk “slaapwel” willen zeggen, valt onverwachts een stilte van het adembenemende schouwspel dat de prachtige hemel met fonkelende en vallende sterren afsteekt tegen de innemende schaduw van de Drei Zinnen. Ik kan het niet laten mij nog een tijdje met mijn fototoestel bezig te houden, maar vat gelukkig ook tijdig de slaap.
Klimmen in historie
De dag erna kruipen Maarten en ik in een klassieke Kleine Cassin Fuhre op de Preussturm, de pilaar die nog net naast de Drei Zinnen uit het droge zand rijst. Jozua en Matty wagen zich aan de Dibonaroute op de Grosse Zinne en An en Sanne beklimmen de Westliche Zinne door de Cassinroute in de noordwand. Andreas en William werpen zich vol goede moed op de Otzi trifft Yeti, een prachtige route naar hun niveau op de Vorgipfel van de Kleine Zinne. Opvallend echter dat ze die route niet op de Kleine Zinne, maar op de Preussturm aanvangen… Oriëntatie zo vroeg in de ochtend, daar durft al eens iets misgaan. Een geluk bij een ongeluk dat het net onze twee sterkste klimmers zijn die zich noodgedwongen door 7C-routes moeten dwingen. Gelukkig werkt dit hun karakteristieke glimlach niet tegen, en we genieten nog even van de laatste zonnestralen op het terras van Rifugio Lavaredo. We trekken terug richting onze stiekeme overnachtingsplek, waar onze militaire coach het niet kan laten een officiële debriefing te houden. Met overwegend lovende kritiek, is het toch de verwoording van Andreas die voor ons perfect de Dolomieten beschrijft: “Klimmen in historie”. De Dolomieten, da’s klimmen waar de pioniers van de klimwereld hun eerste treden zetten. Klimmen in prachtige en haast onberoerde routes met een beperkt aantal gefixeerde ankerpunten, waardoor het zelfs zoveel jaren later, nog steeds een enorm “first ascent”-gevoel geeft. Vaak zelfs dat tikkeltje extra doordat je eens verkeerd klimt, zelf je weg terug tot aan de route zoekt en dan door een slaghaak als “stalen steenman” terug in de juiste richting gewezen wordt.
We laten deze gedachte doordringen met wederom een prachtig zicht op de donkere Tre Cime die bombastisch afsteken tegen de adembenemende sterrenpracht.
De ochtend erop nemen we afscheid van An en Sanne, zij trekken een dagje vroeger richting de Belgische contreien. Matty gooit noodgedwongen de handdoek in de ring met een beginnende blessure aan zijn knie, waardoor Jozua Maarten en mij vervoegt in de Gelbe Kante op de Vorgipfel van de Kleine Zinne. Zodra wij met drie vertrokken zijn, willen ook Andreas en William aan de dag beginnen. William, nog teneergeslagen van de foute route van de dag ervoor, kiest last minute echter voor een rustdag, waardoor Andreas “zijn kas opfret” zoals we dat in Antwerpen zeggen, dat hij niet met ons mee vroeger was vertrokken.
Zaterdag, de laatste dag. Na het opruimen van ons basecamp, vertrekken we voor een middagje sportklimmen in de richting van Lago di Landro of de Dürrensee. Voor elk wat wils, van dak tot dal, van rustig tot stevig, … tot zelfs perfecte bolts om een hangmat in op te hangen. Een frisse duik in het meertje zelf rondt de dag en de stage in stijl af.
Dolomiti, arrivederci.
WOW. Als ik dit lees en de foto’s zie, dan kan ik me voorstellen dat jullie dit likkebaardend ervaren hebben. Bedankt voor het verslagje zodat we van op afstand toch ook wat mee mogen genieten. 🙂