De skistage in Chamonix met Pasen zou onze eerste stage geweest zijn, als de grenzen niet gesloten waren. Verplaatsen naar de kerstvakantie dan maar. Dit maakte dat deze vierdaagse in het Franse Vercors onze eerste echte Mount Coach stage wordt. Denis en Arne, de twee monitoren voor deze stage, hadden ons het weekend ervoor nog alle nodige technieken uitgelegd die we nu in de praktijk moeten toepassen.
30 oktober 2021 – Het voltallige Mount Coach 9 team zit samengepakt in een busje, onderweg naar de derde stage van het MC-traject. Hun bestemming ligt zo’n 1000km verderop in Valle dell’Orco, Italië. Deze vallei staat gekend onder de klimmers voor haar sublieme barstlijnen en is volgens velen het beste tradklimmassief van de Alpen. Dat belooft! Op de massieven Sergent, Caporal en Torre di Aimonin staan er enkele lange multipitchtradklimroutes te wachten. In de topo staat te lezen hoeveel engagement daarbij telkens van de klimmer verwacht wordt. We beloven onszelf uit te dagen, maar laten de grote risico’s voor wat ze zijn. Voor velen onder ons is het de eerste échte tradklimweek, dus blijft het nog wat aftasten.
Op vrijdagnamiddag pikt Niels het hele MC9-team op in een splinternieuwe bolide die we huurden voor de stage. Eens alle spullen en Mount-coachers in de wagen waren gepropt rijden we richting avontuur. Iedereen zit er al een tijd naar uit te kijken: onze eerste alpiene stage. Niels kent een goede bivakplaats die op de weg ligt, enkele kilometers voor Basel. We stoppen voor een korte nacht en vertrekken de volgende ochtend snel richting het startpunt van onze stage. Net naast de Flüelapass in Zwitserland staan lesgevers Sanne en Sam ons op te wachten. We zijn klaar om er direct in te vliegen…
Als een dolleman plenst Cedric over een verzopen camping. “Cra-cra-crack supercrack!” buldert hij enthousiast uit. Zijn leuze haalt hij uit de topo van Presles, die immers boordevol veelbelovende routenamen staat als deze…
2020. Een jaartal dat we allemaal voor de rest van ons Leven zullen onthouden. En niet met de volle goesting. Zoveel reizen die niet zijn doorgegaan, ervaringen die niet zijn beleefd, vergezichten die niet gezien zijn. Tot vlak voor ons vertrek hield ik mijn hart vast of de Mount Coach Dolomietenstage wel zou kunnen doorgaan. Uiteindelijk was het niet covid-19, maar het weerbericht dat roet (of zeg maar regen en sneeuw) in het eten gooide. En dus moest de planning alsnog last minute omgegooid worden. Waar in Europa mochten wij als Belgen nog heen zonder reisrestricties, waar waren de groene, oranje en rode coronazones, waar was het goed weer en waar waren er lange avontuurlijke kalkwanden te vinden die een waardig plan B zouden vormen? Anderhalf uur bladeren door topo’s en aftoetsen op het internet bracht mij uiteindelijk bij de Vercors. Een prachtige streek waar we op een week tijd drie mooie en even diverse klimgebieden aandeden.
Wat wij vandaag met ‘alpinisme’ bedoelen ontstond in het Franse stadje Chamonix. De ‘witte berg’ droeg ooit de naam Mont Maudit, oftewel ‘vervloekte berg’.* Het was immers het terrein van kwade geesten die best gerust gelaten werden. Tijdens de Verlichting werd deze folklore in twijfel getrokken en werden de eerste pogingen ondernomen dit ‘rijk der geesten’ te betreden en het hoogste punt ervan te bestijgen. Natuurkundige Horace-Bénédict de Saussure loofde een geldprijs uit voor de eerste beklimmers. Pas 15 jaar later werd die ingerekend door Jacques Balmat en dr. Michel Paccard in 1786. Deze prestatie resulteerde in een voorstschrijdende belangstelling voor het bedwingen van bergtoppen, waaruit de hedendaagse sport ontstond.
Na een succesvolle stage, met goed weer is de groep serieus gemotiveerd om nog een weekendje extra naar de alpen te gaan. De meeste moeten hier helaas wel best veel kilometers voor af leggen, omdat ze tussendoor nog even een paar dagen moesten gaan werken. Maar een verlengd weekend, daar moet je van profiteren. Het plan van wat we juist gaan doen wordt pas goed en wel in de autorit gemaakt. We hadden vorige week Sanne, An, Denis en Sam al goed ondervraagd over welke beklimming we konden doen. En deze hadden met alle plezier al een hoop voorstellen op tafel gegooid. Maar allemaal uiteraard afhankelijk van het weer.
Meer bergen.
Het oog van Pieter viel meteen op een klassieker; Frendo spur. Een route die alles in zich heeft, behalve een lange aanloop of afdaling. Dit was voor ons zeker niet erg aangezien we al wel een serieuzere portie wandelen achter de rug hadden van de week er voor. De route begint met een uurtje wandelen vanaf het midden station van de lift die naar aguille du midi gaat en de route eindigt bovenaan deze lift. Omdat we al een hele nacht hadden gereden leek het ons verstandiger om de lift al naar boven te pakken, maar daar eerst nog te slapen en pas ’s nachts ergens te vertrekken naar onze route. Een goede beslissing want met alle corona maatregelen moesten we 2 uur wachten op onze lift naar boven. Om de dag dan toch nog zinvol in te vullen besloten we nog te gaan multi-pitchen. We kozen voor Aiguille du Peigne : Face W des Papillons – Le Lutin des Neiges. Een route die start met een 6b, gevolgd door een 5c, een 3 om een grasveld over te gaan, dan nog een 6a en 3x 6b. Het graniet was moeilijker dan ik eerst had verwacht en het vertrouwen op mijn voeten was er totaal niet. Dit maakte deze beklimming een stevige uitdaging. Door het late vertrek uur waren we ook pas tegen 20.30 terug aan het bivak. En was het al donker voor we allemaal in onze slaapzak lagen. Een klimprestatie die een beetje tegensloeg was mentaal zwaar. Gelukkig zou het morgen makkelijker zijn. De Frendo zijn zwaarste stuk is 5C. Met een rugzak en D botinnen weliswaar…
Brecht die zo elegant mogelijk probeert te klimmen.
Meer Mount Coach
Gisteren, toen het nog licht was hadden we al goed gekeken naar waar de aanloop juist zou zijn. We zagen dat alles in de vallei omgeven is door seracs. (Een serac is een groot blok ijs dat ergens hangt en mogelijk zou kunnen vallen) We kozen ons pad zodat we zeker niet onder de seracs door zouden moeten gaan. Of dat dit pad nu het meest begane was daar twijfel ik nog aan. Maar een uur later stonden we veilig en wel als eerste cordee aan de route. 5 min. later volgde er nog 3 cordee’s waarvan er nog 2 cordee’s belgen waren. De route begint met een hoop losse stenen, maar gaat al snel over in vastere rots waar we onze klimskills al goed konden gebruiken. Hoewel het klimniveau niet hoog is, vond ik het vaak toch al wel moeilijke passages, zeker met een zware rugzak. Mijn compagnon Bavo ging er geregeld wat vlotter door dan mij. Na 1,5 uur alles voor te klimmen geef ik mijn positie dan ook graag af aan Bavo. Alles verloopt vlot tot we op een gegeven moment even de weg kwijt zijn. Pieter en Brecht kiezen om langst beneden te gaan en wij kiezen een weg hogerop. Onze weg ligt vol met steenpuin en doet me denken aan een uitspraak van An. “In de bergen moet je een beetje op eierdopjes kunnen lopen.” We vorderen nu veel trager en zijn voorzichtig met iedere stap die we zetten. Het duurt 3 kwartier voor we Brecht en Pieter terug zien. Hun weg was ook niet de meest gebruikte maar ook zij zijn veilig boven geraakt. De rest van de route verloopt vlot tot we op een spectaculaire sneeuwgraad komen. Zeer smal en steil naar beneden aan de flanken. Het betere “sneeuwstoempwerk” komt in ons naar boven en we knoeften de sneeuw door.
het betere sneeuwstoemp werk
Boven deze sneeuw is pas de echte kers op de taart. Een sneeuwhelling van 65 °, welke onder de zon is veranderd naar een ijshelling van 75°. Het was al snel duidelijk dat we onze ijsbijlen zouden nodig hebben. 75° stond er op de topo. Het leken mij er wel 85°. De ene zag er hier al wat meer naar uit dan de andere, maar we moesten er eender hoe over. Na onze goede rotsklimtechnieken is het contrast met de ijsklimtechnieken schrijnend. Van al het vlotte klimwerk schiet hier nu niets over. We zijn onzeker, onze kuiten verzuren bij iedere stap die we zetten en het ijs is zeer veranderlijk en soms bikkelhard. We kunnen maar amper traverseren en de cordee onder ons, van Pieter en Brecht, krijgt vaak de volle laag. (sorry guys) De helling is maar 80 meter volgens de topo maar 3 uur verder is iedereen het beu. We zien een gids ons langs onder voorbij spurten met een klant, haakafstanden die wij niet durven maken. Onze vijzen (we hadden er maar 4 per cordee) worden vaak na 5m en 7m al gedraaid. Dan moeten we al relais bouwen en vorderen dus echt in slow motion. Extra: sinds de sneeuw graat klim ik weer op kop, nu even mentaal sterk houden en blijven gaan. Bavo is stilletjes aan het afzien en leert ondertussen bij dat een ijsbijl met een sling een welkom rustpunt is. Ik zie wat rots en denk: “Hier moet ik zijn. Ik wil rots onder mijn voeten en ik wil zitten!” Ik ben duidelijk niet de enige die dat denkt. De rest volgt me maar al te graag. En wat een geluk, iets verder op de rots is een perfect plekje om met 4 te gaan zitten. We kunnen hier in de zon zitten en even genieten van een zware dag. Na een half uur rust zijn we weg en blijkt dat we 15m verder al boven zijn. We zijn allemaal moe, de dag was zwaarder dan we hadden verwacht en we missen nog een groot stuk vertrouwen op het ijs. We moeten hier nog duidelijk aan verder werken. Toch blij dat we dit hebben gedaan, vertrekken we naar een bivak plaats in de buurt van ârete Cosmique. Iemand van ons is jarig en dat wordt in het bivak dan ook zo uitbundig mogelijk gevierd. Er is dessert voor iedereen en zelfs een slokje whisky! Tevreden kruipen we allemaal op tijd in onze warme slaapzak.
En nu?
We hebben nog een dag. Vandaag besluiten we het wat rustiger aan te doen. We pakken geen alpiene start en gaan zelfs nog rustig een koffie drinken in hut de Cosmique. Na onze koffie gaan we verder naar ârete Cosmique. Een gemakkelijkere beklimming die niet lang is en eindigt in het liftstation. Het is een rustige maar mooie beklimming. Ideaal om een weekend mee af te sluiten. Iedereen tevreden keren we terug naar Chamonix om verder te dromen naar het volgende avontuur.
Een nieuw seizoen, een nieuw avontuur. We zijn helemaal in het begin van onze Mount Coach carriere begonnen met skiën. We weten dat de winter in de bergen zeer knap kan zijn. Maar deze winter leren we dat de bergen ook mentaal en fysiek hard kunnen zijn.
Iets anders dan de Alpen. Nelson, een Mount coacher van enkele lichtingen terug, vindt dat de winter in onze streken veel te kort is en zet daarom zijn zinnen op Noorwegen. Daar heeft hij zich gesetteld in Oppdal, een dorpje in de buurt van Trondheim. Hij vindt het daar zo fantastisch dat hij deze vreugde ook met ons wil delen en stelt zijn woning open voor zes leergierige klimmertjes. Geweldig, zo’n kans mogen we niet laten liggen. Logistiek allemaal iets moeilijker dan de Alpen maar zeker niet onmogelijk. Onze gids Sanne twijfelt eerst over deze bestemming, want hij is er nog nooit geweest. Maar na één is hij meteen overtuigd. Zoveel ijzige watervallen en zo weinig mensen. Ideaal les gebied, zeker met een local die er alle goede plekjes kent. Voor ons is het, nog voor we de eerste bijl hebben geplant, al een hele beleving. De meeste onder ons hebben nog nooit zo’n soort bergen gezien. Het lijken net allemaal heuvels, alleen zijn deze heuvels dan wel 1500m hoog. Ze zien er niet super stijl uit, maar er zijn wel ijswatervallen van 1000m non-stop verticale massa’s ijs.
Stilte voor de storm. Het is zo’n 10°C onder nul. De eerste dag gaat van start met uitleg over hoe we onze crampons goed moeten gebruiken in het ijs. Daarna leren we hoe we met de juiste slagtechniek onze ijsbijl in het ijs kunnen hakken. Als we het op de grond wat onder de knie hebben, mogen we vertrekken in de hoogte. De eerste lengtes doen we toprope, en om duidelijk te maken hoe belangrijk voetenwerk is bij ijsklimmen, moeten we de bijlen beneden laten. Na de eerste lengte maken de meeste onder ons kennis met de “screaming barfies”. Dit is de omschrijving van pijn die je voelt als je afgekoelde handen plots terug hard beginnen op te warmen. Wat een helse, ongemakkelijke pijn! Je weet niet wat je overkomt, kan er niets aan doen en wil beginnen roepen ook al weet je dat dit niets gaat uithalen. Gelukkig is de pijn na een tweetal minuten weer verdwenen. Ook al leek de tijd op dat moment wel even stil te staan. De tweede dag gaan we over naar het leren plaatsen van ijsvijzen. Wat is een goede plaatsing voor mijn vijs en waar moet ik op letten. Op het einde van de dag klimmen we ook onze eerste routes voor. Allen op gemakkelijke stukken (WI3).
Out of the comfort zone De temperatuur is vandaag tien graden lager dan gisteren. ’S Morgens worden er in de auto’s temperaturen van -27°C gemeten. We zijn ondertussen dag drie en hebben helaas wat minder geluk. In het gebied dat we hebben uitgekozen is zeker dertig man van het leger aan het oefenen. Gelukkig hebben de gidsen Denis, Sanne en An voor een plan B gezorgd. We rijden iets verder maar de aanloop naar deze locatie is toch iets verder dan verwacht. Wat op zich jammer is van de tijd, maar de prachtige natuur maakt dit al gauw weer goed. We gaan een heuvel over en zien geen wegen meer. Er ligt enkel een dikke laag sneeuw, ergens een kleine rivier en een hoop ijswatervallen. De temperatuur is in korte tijd veel gedaald. En dat zorgt voor het fenomeen “telloren”. In de theorielessen hadden we hier al van gehoord en vertelde men ons dat de buitenste laag van het ijs door de koude enorm hard wordt, terwijl de binnenkant van de ijswaterval nog warmer en zachter is. Wanneer men dan met de ijsbijl goed inhakt op het ijs, komen er grote platen van het harde ijs los. Soms zo groot als een bord, of zoals de naam insinueert, ‘de teloor waar ge ‘s ochtends je bokes met choco op smeert’. Dit maakt het allemaal mentaal wat moeilijker. Ons vertrouwen in het ijs vermindert en zorgt ervoor dat we minder secuur te werk gaan. De armen verzuren extra hard en de vijzen worden al iets rapper in het ijs gedraaid
Het oog van de orkaan De temperaturen zijn nog steeds extreem. Gisteren hebben we allemaal mentaal flink afgezien. Een tikkeltje meer dan we vooraf in gedachten hadden. Vandaag is het hoofdmotto “meer vertrouwen kweken”. Hoewel ik gisteren hard heb afgezien en het allemaal niet meer zo leuk vond, is dit vandaag wel weer veranderd. Het massief is makkelijk. Met meerdere lengtes WI4. Enkele single pitches en twee korte multi-pitches. Het ijs was nog hard, maar het ging allemaal wat vlotter en beter dan gisteren. Na lengte twee te hebben geklommen, begon ik het echt leuk te vinden. En dat had ik na gisteren eigenlijk niet verwacht. Af en toe wat verzuring in de armen maar dat hoort er bij. Na zeventig meter klimmen zijn we boven. Een ervaren ijsklimmer doet dit in twee pitches, wij hebben het in vier pitches gedaan. Maar het maakt allemaal niet uit, het is hier rustig en mooi en dat is wat telt. Het is nog steeds koud, maar de wind is gaan liggen daardoor voelt het een pak aangenamer dan de voorbije dagen.
Het doel Het eigenlijke doel van deze stage is dat iedereen in een multipitch WI4 kan voorklimmen. Vandaag staat dit dan ook op het programma. We splitsen ons in enkele groepen. Ik zit vandaag in een cordee met Bavo en Denis. De waterval is honderdvijftig meter hoog en, denk ik, verloopt ook honderdvijftig meter horizontaal. Dit maakt dat we een achttal touwlengtes voor de boeg hebben. Ik neem de eerste helft voor mijn rekening en klim telkens voorop.Het begin gaat vlot, maar de moeilijkste lengte moet nog komen. Vol goede moed vertrek ik in deze lengte, na vier meter zinkt de moed me in de schoenen. Mijn armen zijn super verzuurd, ik vertrouw het ijs niet en zie nergens plaatsen om te rusten. Waar ga ik straks mijn relais bouwen? Waar moet ik die volgende ijsvijs zetten? Hoe lang kan ik hier zo blijven hangen? Al deze vragen rijzen bij me op. Maar dan hoor ik Denis zeggen: “Niet te veel nadenken over problemen die er nog niet zijn!”
En de rust keert een beetje terug. Stukje voor stukje ga ik verder. Het duurt lang. Ik ben aan het klimmen en toch merk ik dat het traag vooruit gaat. Bavo en Denis zijn ondertussen denk ik vastgevroren aan het ijs. Uiteindelijk vind ik dan toch een goede plek voor een relais, uit de vallijn en met een klein platform om te staan. Oef, even rusten en zekeren. Maar veel rust is me niet gegund want de twee naklimmers staan in enkele minuten al bij mij… Nog één lengte en het is aan Bavo om terug voor te klimmen. Het gaat weer iets beter en ik kan er terug van genieten. Eenmaal boven in deze lengte, ben ik blij dat ik Bavo voor mag laten gaan. Ook voor hem begint het makkelijk en wordt het moeilijker tegen het einde. Maar al bij al gaat dit toch redelijk vlot. Eenmaal boven worden we beloond met een mooi zicht over de bergen en een ondergaande zon. Dit wil ook zeggen dat we ons naar beneden moeten haasten voor het donker is.
De orkaan? Op onze laatste klimdag is de temperatuur iets gestegen, maar ook de wind is aangewakkerd. We willen een waterval beklimmen waarvan de aanloop iets groter is. We hadden de waterval enkele dagen geleden zien liggen en ze ziet er erg knap uit. Vrolijk en met veel enthousiasme gaan we ze tegemoet. Hoe hoger we komen hoe meer wind er staat. De sneeuw blaast in ons gezicht. Alles wordt ijziger en we doen onze crampons aan. We zijn nog maar een zeshonderd meter van de waterval verwijderd wanneer Denis aanmaant te stoppen. De sneeuw wordt constant van de waterval geblazen. Maar erger nog deze waait op de grond en creëert lawinegevaar. Op onze stappen terugkeren is de boodschap. We vinden het jammer, maar hebben iets bij kunnen leren. We hebben met eigen ogen kunnen zien wat lawinegevaar inhoudt. We “kennen” de theorie wel, maar praktijkervaring hebben we duidelijk nog niet. Beneden aan de auto’s maken we een plan B en beslissen om te gaan mixed klimmen. Dit wil zeggen ijsklimmen gemengd met rotsklimmen. Onze gids kent een mooie plek. We moeten zekeren vanop een bevroren rivier. Het gevoel is anders. Alles is wat delicater en het hakwerk is iets minder bruut. Ondanks alles is dit nog een zeer leerrijke dag geworden.
Eind oktober trok de groep van Mount Coach 8 naar het in herfstkleuren gehulde Valle Dell’Orco. In dit mini-Yosemite vond hun scholing in barstklimmen en het gebruik van mobiele zekeringen plaats. Er viel meer dan één lesje te leren. Indrukwekkend was het zeker. Een greep uit de getuigenissen…
Wat was jouw favoriete route?
SIMON: “Rattlesnake op de Caporale was een ideale route te vervanging van de doorweekte klassieker Diedro Sanchez. In deze route kom je alles tegen van gladde dülfers tot perfecte handbarsten en van enge schoorstenen tot megasubtiel plaatklimmen. Ideaal dus om de aparte granietstijl te leren kennen.”
TOBIAS: “Jedi Master was een absolute topper. Deze multi-pitch van 6 lengtes is een heuse aanrader. Hoewel ik normaal echt geen fan ben van dalklimmen is mijn idee in deze route toch iets veranderd. En als kers op de taart is er nog een knappe barst die begint als dülfer en iets later verder gaat met mooie handjams. In deze lengte heb ik dan ook voor het eerst gevoeld hoe een handjam eigenlijk echt moet voelen.”
Tobias in de mooie barstlengte van Jedi Master
Offwidth of vingerbarst?
BRECHT: “Off-width. Tijdens de alpiene zomerstage moesten we op een bepaald moment een off-width overwinnen. Hier heb ik ferm op mijn doos gekregen. ‘Wat een lelijke klimstijl’ dacht ik! Maar Orco heeft mijn mening hierover veranderd. Het gevoel wanneer je bovenkomt uit een off-width barst is een bevrijding, een opluchting en een gevoel van overwinning. En welke klimmer wilt er niet graag eens een supergrote cam in de rots plaatsen?”
SIMON: “Deze vraag is hetzelfde als de keuze geven tussen heel je lichaam openschuren of enkel de toppen van je vingers een beetje klemmen. Dus geef mij maar een subtiel vinger barstje.
ELLEN: “Ik heb het meest afgezien in het offwidth op een rare masochistische manier vind ik het wel leuk. Maar vingerbarsten zijn ook wel leuk , eigenlijk de elegantste versie van barstklimmen.””
Brecht in La Fessura de la Desperazione met zijn new found love voor off-widths
Wat was de grootste les voor jou?
PIETER: “Op graniet zijn voetgrepen overbodig. It’s all in the mind.”
BRECHT: “Het vertrouwen in mobiele zekeringen. Op een goedgeplaatste nut of cam kan je gerust vallen, maar ik moest hier toch een mentale klik voor maken. Na een paar valletjes op cams en nuts begon het vertrouwen in het materiaal te komen.”
ELLEN: “Het is één ding om te weten dat uw cams zouden moeten houden en een ander ding om het echt genoeg te vertrouwen om te vallen.”
BAVO: “Een jam mag al eens zeer doen, zonder wrijving blijft die niet zitten.”
Ellen werkt op haar jamming techniek en vallen op cams op de Kosterlitz boulder
Nuts/Cams?
TOBIAS: “Cams, cams, cams, cams. Het vertrouwen op nuts moet nog hard groeien. Maar ik probeer zo nu en dan wel eens.”
ELLEN: “Nuts about nuts.”
PIETER: “Cams zijn veel gebruiksvriendelijker en sneller dan nuts. Maar nuts zijn zo eerlijk en pretentieloos. Ik zou nooit zonder nuts vertrekken.”
Wat was jouw favoriete maaltijd?
PIETER: “Death by Gnocchi! Of misschien de lasagna di Sabrina…”
BRECHT: “De ontelbare antipasta’s! Duizenden hapjes, ongelooflijk! Mensen die goed willen eten na het klimmen zijn in de ‘Albergo La Cascata’ helemaal op hun plaats.”
SIMON: “Hoewel de tiramisu het moeilijkste was van alles om binnen te krijgen na ons dagelijks 50-gangen-menu ging dit heerlijk dessert er altijd nog wel in.”
Simon demonstrating some tiramisu-powered climbing
Wat is jouw offwidth-power-scream?
BAVO: “Volledig buiten adem geraken terwijl ik amper vooruitga, voor schreeuwen is geen adem over.”
TOBIAS: “*prrrwiieet* Het geluid van stress-scheetjes omdat je nergens een cam kan plaatsen en de vorige al 4 m onder je zit.”
ELLEN: “Like a Scottish Highlander going to battle.”
Wat was het grappigste moment van de stage voor jou?
PIETER: “Sabrina moest duidelijk haar voorraadkast leegkrijgen. Onze maagcapaciteit werd duchtig op de proef gesteld. Antipasti, primo piatto, secundi piatto, dessert, het hield niet op. Na de beruchte Gnocchi avond werden Ellen en ik midden in de nacht wakker bovenop het beddengoed, kleren nog aan, alle lichten aan… Talk about a food coma…”
TOBIAS: “Ik wou tegen Ellen zeggen dat ik mijn trui had achter gelaten. Helaas heeft mijn Engelse taalknobbel me hard in de steek gelaten en zei ik in de plaats van sweater -> trousers. Dit heeft me dan uiteraard ook wel een beetje achtervolgt…”
SIMON: “De imitatie van Firmin Crets uitgevoerd door Filip Marcus.”
BAVO: “2e lengte van legoland, plots staat er een baby gems nieuwsgierig te loeren op nog geen 5m afstand…”
Baby gems laat zien hoe het moet
Wat is jou favoriete cam?
BAVO: ” De ‘mental support 5’ cam” van Filip in Nicchia delle Torture, de grootste die hij nog had, maar een #6 had vermoedelijk de rots wel aan beide kanten nog kunnen raken. Zeker niet overdreven om te stressen op die plaats, nog maar een meter verder tijdens het naklimmen plaats ik een mooie footslip…”
PIETER: “Black diamonds zijn mijn favorietjes, als ik een gele kan plaatsen is mijn dag geslaagd.”
SIMON: “Mijne favoriet is toch wel de 0.5 van black diamond. “