Na twee weken downer than under, is er weer de buitengewone luxe van internet. Om die twee weken in woord en beeld te vertellen, weet ik niet goed of ik per onderwerp een aparte post moet maken (zoals Tim dat in september deed vanuit Yosemite), of een groot bericht met het hele verhaal. Ik denk dat ik maar alles in een keer op de site gooi, want over twee dagen vertrek ik voor drie weken op een wetenschappelijke expeditie naar de kust van Queen Maud Land.
De eerste week was hard. De vlucht van Kaapstad naar Novo airbase vertrekt om 2330Hr, waardoor je om 0400Hr in de nacht op Antarctica landt. In Novo is het altijd beestig koud, -15° en een ijskoude wind. Gedurende drie uur ben je in die wind bezig met het ontladen van de Ilyoesjin en het overladen op de DC3 Basler. De piloten hadden haast en zonder eten of drinken, aansluitend een “binnenlandse” vlucht van anderhalf uur naar de Belgische basis Prinses Elisabeth.
De vlucht is weer adembenemend mooi en we landen op de hobbelige vlakte naast de basis. De twee skidoo’s die daar in een container opgeborgen zijn starten meteen, zodat we naar de basis kunnen rijden met onze bagage. Het wordt een lange, vermoeiende dag zonder eten, drinken en slaap. Uiteindelijk geraken we binnen, waar het kouder is dan -20°, een echte diepvries. ’s Avonds smelten we wat sneeuw en eten wat soep. Om 2300Hr kruip ik uitgeput in mijn slaapzak, het is -25° in mijn slaapkamer.
De rest van de week had ik eigenlijk de komende expeditie in detail moeten kunnen voorbereiden, maar het onvermijdelijk sneeuwruimen neemt de meeste tijd in beslag.
De eerste week werken we 14 uur per dag. Ontbijt om 0700Hr, werken tot 2100Hr en dan een stevige maaltijd. We koken om de beurt en de dokter is de hele dag bezig met sneeuw smelten. de generatoren leveren stroom en de basis warmt langzaam op. Na enkele dagen stijgt de temperatuur in mijn slaapkamer tot boven het vriespunt. Water voor hygiëne is er niet, enkel een half glas water per dag om de tanden te poetsen.
Op zondag is het rustdag. Ik gids met Alain twee mensen naar de top van Utsteinen. Na deze mensen veilig beneden gebracht te hebben, klim ik met de ski’s op de rug omhoog langs de steile oostgraat en geniet van de eerste afdaling van het seizoen.
’s Avonds maken de militairen, Kristof, Kazze en ik steak frites. Tijdens het frieten bakken in de garage, ziet Kristof dat de dakbalken van de garage het begeven onder het gewicht van de sneeuwmassa. De balken scheuren, maar het dak stort net niet in. In allerijl wordt het dak gestut. Wie had gehoopt dat het sneeuwruimen voorlopig voorbij was… De komende dagen zijn we dus bezig met het verwijderen van tonnen betonharde sneeuw, die tussen de fotovoltaïsche panelen opgewaaid zit.
Daarvoor bestaan verschillende methoden, maar voor een gewone schop is de sneeuw te hard en zelfs onze nieuwe Honda sneeuwfrees geraakt er niet door. De oplossing ligt in het gebruik van een kettingzaag.
Uiteindelijk komt het altijd neer op de volgende vraag: Welke idioot maakt een plat dak in een sneeuwrijke regio? Maar goed vele dagen menhirs snijden en blokken werpen later hebben we meer dan 70 ton sneeuw van het dak gehaald. Tussen het sneeuwruimen door, maak ik wat tijd om toch al enkele noodzakelijke voorbereidingen te treffen. Vorige zaterdag kwam de vlucht met mijn klanten aan. Dat betekende voor mij het einde van het sneeuwruimen en het begin van een hectische periode om de expeditie van drie weken met 7 personen voor te bereiden. Dat moet erg minutieus gebeuren, want als je iets essentieels vergeet mee te nemen, kan je niet snel even langs de winkel om het bij te kopen. Ik volg een lange checklist, die ik na mijn ervaringen van vorig jaar heb opgemaakt. Maar onderweg komen er allerlei problemen bij en wordt de lijst nog wat langer.
Op zaterdagavond is het licht perfect en René maakt een korte fotoshoot van nog een ski-afdaling tussendoor. Zondag, rustdag. Samen met Alain Hubert onderneem ik een lange alpiene beklimming in de 3000m hoge bergketen Wideroefjellet op 20km ten zuiden van de basis. Het weer is ’s ochtends perfect. Met de skidoo’s rijden we langs de Ketelersbreen omhoog tot onderaan een mooie graat, die er beklimbaar uitziet. In een zacht zonnetje en uit de wind beklimmen we deze graat, die toch 800m hoog blijkt te zijn. We komen op een voortop, waar we uitkijken om naar de volgende bergkam te kunnen oversteken.
We dalen wat af naar een winderige col, waar we een rappel doen op een enorme zandloper. We moeten 200Hm afdalen om een brokkelige rotsband te omschrijden en klimmen terug omhoog naar een volgende col. We beklimmen een enorme helling, die uiteindelijk nog eens 800Hm lang blijkt te zijn. Gaandeweg komen we in een ijskoude wind terecht en de temperatuur wordt extreem laag. Achter deze laatste bergkam begint het ijsplateau dat in een eindeloze vlakte op 3000m hoogte doorloopt over de zuidpool tot aan de andere kant van Antarctica. De beruchte ijskoude wind die van deze hoogvlakte afwaait, heet de katabatische wind.
Langzaamaan begint er vanalles te bevriezen, ondanks dat ik alles goed ingepakt heb. De wind blaast los door mijn balaclava en vooral mijn neus krijgt het zwaar te verduren. En zonder zever, ik voel mijn ballen letterlijk bevriezen. Dit mag niet te lang meer duren. Op 2900m, vlak onder de top, kunnen we langs een col afdalen in een vallei, die rechts van ons weer afdaalt naar de Ketelersbreen. Met de wind in de rug rennen we naar beneden. Ook Alain heeft een bevroren neus en het is geen minuut te laat dat we aan deze wind ontsnappen.
Uiteindelijk geraken we aan de skidoo, die op het einde van deze vallei door onze vriend René op voorhand is afgezet. Totaal verkleumd halen we de andere skidoo op en rijden een koude rit terug naar de basis. Gelukkig wacht daar een warme douche, want ook dat is intussen in orde gebracht. Volgens de tabellen, was het vandaag -45°C op 3000m! Mijn neus is nog altijd gevoelloos, maar de ballen zijn gelukkig al ontdooid 😉
Vandaag ben ik de hele dag bezig geweest met het inladen van het konvooi waarmee ik binnenkort vertrek. Ik zal drie weken alleen mijn zes wetenschappers begeleiden, nadat Alain ons heeft afgezet op de plaats waar de ijsboringen gaan beginnen, zo’n 300 km van hier. Hij rijdt dan na enkele dagen terug naar de basis met een skidoo.
Ergens tussendoor heb ik nog de erg steile oostwand van Utsteinen afgeskied en Michel, onze dokter maakte er dit filmpje van:
Tot binnenkort!
Sanne
Pingback: Martin’s peak «