• Home
  • Over MC
  • Sponsors
  • What if we forget?

MOUNT COACH

~ alpine climbing project

MOUNT COACH

Categorie Archief: Coach

Sun, sea and sharp rock

10 dinsdag nov 2015

Posted by sannebosteels in Coach

≈ Een reactie plaatsen

Tags

An Laenen, Kalymnos, klimmen, Mount Coach, Multi Pitch, Sanne Bosteels, Symi

Frontex patrolling between Turkey and Greece ©Sanne

Frontex patrolling between Turkey and Greece ©Sanne

Twee dagen voor het begin van de herfstvakantie zat ik weerberichten te bekijken voor  een zonnige klimweek ergens in het zuiden. Alle opties stonden open, met de auto naar de Middellandse zee, ergens tussen de Calanques en Paklenica of toch maar met het vliegtuig naar een eiland? In het westelijk deel van de Middellandse zee zat er altijd wel een dag of twee regen in de voorspellingen, ik boek uiteindelijk een goedkope vlucht naar Rhodes.
Op Rhodos bezoeken we het stukje werelderfgoed, de oude stad is prachtig. Even later nemen we de ferry naar het volgende eiland, Symi. Ik had ergens gelezen dat je hier prachtig kon klimmen in een baai aan de oostzijde van dit eiland. We hebben alvast een appartementje aan de prachtige haven van de hoofdplaats Symi. In de haven liggen enkele luxe-jachten en buiten wat andere toeristen, zijn we zeker de enige klimmers op dit eiland.

Lees verder →

Advertentie

Costa Blanca Climbing

10 woensdag apr 2013

Posted by sannebosteels in Coach

≈ Een reactie plaatsen

Tags

An Laenen, Costa Blanca, Multi Pitch, Sanne Bosteels, Trad climbing

An op een zalige relais hoog op de Puich Campana ©Sanne

An op een zalige relais hoog op de Puich Campana ©Sanne

De winter was lang en met meer dan 8 weken in de bergen skiën, toerskiën en ijsklimmen was het op alle vlakken een uitstekende winter met vaak fantastische sneeuwcondities. Maar als je eruit begint te zien als een wielrenner (dikke bovenbenen, dunne armen en een verbrande kop), wordt het weer tijd om je voor te bereiden op de komende maanden aan de rotsen. Omdat het in België verder ook niet bijster klimweer scheen te worden, besloten we om met de paasvakantie naar het zuiden te trekken. Op een uurtje was alles beslist en geregeld: goedkope vlucht naar Alicante, huurauto en een huisje voor een week via mijn “netwerk” 😉

An met de glimlach in "Costa Blanca" ©Sanne

An met de glimlach in “Costa Blanca” ©Sanne

Het gebied rondom Benidorm, bij de meeste Belgen welbekend, is ook een fantastisch klimgebied met voor elk wat wils: sportklimmen, multipitch en trad. De keuze is enorm en de topo 450 pagina’s dik. Met de meest recente topo van Rockfax (februari 2013) in de hand, besloten we hun systeem van top 50 mooiste routes te volgen. En om ons niveau en mentale sterkte ineens wat op de proef te stellen, was onze eerste route “El Diamante” op Puich Campana, 200m E2 6a+. Een maar al te stevige trad-multipitch waarin we ferm ons peren gezien hebben. Maar heel mooi klimmen op ruwe kalkrots.

Sportklimgebied Sella ©Sanne

Sportklimgebied Sella ©Sanne

Om wat te bekomen van de sketchy tussenzekeringen gingen we de volgende dag maar gewoon wat sportklimmen, in het bekende Sella (niet te verwarren met de Dolomieten). Mooi klimgebied met enkele knappe routes in een prachtig decor. We klimmen wat routes tot 6b en sluiten af met een kleine multipitch “Marion” om toch aan ons lengtes te komen. Genoeg sportklimgedoe voor een dag. Om ook eens aan de kust geklommen te hebben, wordt Sierra de Toix onze volgende bestemming.

Spannend klimmen op Raco del Corv ©Sanne

Spannend klimmen op Raco del Corv ©Sanne

We kiezen voor “El Dorado”, 150m E1 6a+. De afzekering in de eerste lengte is ronduit belachelijk slecht, volledig gecorrodeerd of gewoonweg onbestaande. An is al helemaal niet dol op tegen de rotsen slaande golven en we zijn allebei blij dat we wat hogerop de wand betere omstandigheden treffen. De laatste twee touwlengtes zijn wonderbaarlijk mooi. Na deze korte route hebben we nog tijd over en we trekken naar Toix TV, waar wondermooi klimmen op Kalymnos-achtige tufa’s onze namiddag in de zon vult. We klimmen er nog “Monkey Wall”, 6c en “Painted Wall”, 6b+.

crack-climbing in Diedros Mágicos ©sanne

crack-climbing in Diedros Mágicos ©sanne

De volgende dag waait er een stevige westenwind en we zoeken de beschutte zuidwand van Puich Campana op, de hoogste top van de streek. De keuze valt op “Diedros Mágicos”, 200m E1 6b. Een mooie route, gevarieerd en goed af te zekeren. De laatste lengte is wat ondergequoteerd in de topo (6a), voor ons is die zeker 6b.

Een plaats waar we zeker nog moesten gaan klimmen was de bekende “Peñon d’Ifach” nabij Calpe, hét landmark van de Costa Blanca. En daarom kozen we ook voor de route “Costa Blanca” 200 6c+.

An op R4 van "Costa Blanca" ©Sanne

An op R4 van “Costa Blanca” ©Sanne

Het is zondag en er zit wel wat volk in de routes links en rechts van ons, Via Valencianos en Diedro UBSA, de klassiekers van de Peñon. Maar in onze route zit niemand, dus genieten maar van deze erg homogene route met gevarieerd klimmen en voor de liefhebbers, volledig geëquipeerd. L1 4, L2 6b, L3 6b, L4 6a, L5 6b+. De laatste lengte van Costa Blanca is 6c+ en dat is zo vroeg op het seizoen nog wat te hoog gegrepen voor ons, ook al kom je er met de nodige setjetrek wel door. We klimmen uit via de laatste twee lengtes van “Los Miserables”, L6 6b en L7 6b. Een aanrader als variante.

Zicht op Calpe en Peñon d'Ifach van op Sierra de Toix. ©Sanne

Zicht op Calpe en Peñon d’Ifach van op Sierra de Toix. ©Sanne

Tot slot nog de praktische info:

  • Verschillende lage-kostenmaatschappijen vliegen dagelijks op Alicante. Wij vlogen met Jetair, die hebben vaak vaak erg goedkope lastminutes.
  • Huurauto via Goldcar
  • Honderden logementsmogelijkheden, kijk alleen al eens in de topo voor adresjes.
  • Kamperen is echter door de gewichtsbeperking van 20kg geen optie. Voor wie dit toch wenst te doen, je kan aan de rotsen van Sella goed bivakkeren.
  • Eten is landinwaarts spotgoedkoop, aan de kust duur.
  • We hadden een hybridetouw en een halftouw van 60m mee, daarmee kan je zowat alle routes klimmen. Ga je enkel sportklimmen, neem dan zeker een 70m enkeltouw mee. Voor de tradroutes een volledige set friends en klemblokken.
  • Tot slot nog de topo: Rockfax is de Engelstalige referentie.

Enjoy spring! Sanne

Dolom’Ice!

16 zaterdag feb 2013

Posted by sannebosteels in Coach

≈ 1 reactie

Tags

An Laenen, freeride, ijsklimmen, Sanne Bosteels, Ski-alpinisme

Sanne in de "Canadese droom", Val Travenanzes ©An

Sanne in de “Canadese droom”, Val Travenanzes ©An

Omdat we door het werk van An gebonden zijn aan de schoolvakanties, was het niet evident om een geschikte ijsklimbestemming te vinden tijdens de krokus. Vergeet al die overbevolkte bestemmingen waar je om 0500u op moet staan om nog een kans te maken de eerste te zijn onderaan een waterval, vergeet al die uitgeslagen ladders waar je nog amper ijsbijlen nodig hebt, vergeet al dat vallend ijs van de cordée boven je. De Dolomieten zijn weliswaar een uur of tien rijden, maar dat is even lang rijden als naar pakweg Freissinières of Fournel.

Op skitour in Berchtesgaden ©Sanne

Op skitour in Berchtesgaden ©Sanne

Om de reis wat te breken gingen we eerst op bezoek in Berchtesgaden, waar met lokale gids en kersverse vader Hansi Stöckl op skitour gingen en alvast konden genieten van een maagdelijke afdaling door de beste verse poeder. An had op zaterdag nieuwe toerski’s gekocht en die werden al meteen in de beste omstandigheden getest! Vanaf zondagavond trokken we in ons appartementje in Badia, onze uitvalsbasis voor een fantastische week ijsklimmen in het hart van de Dolomieten.

Op verkenning in Val Travenanzes ©Sanne

Maandag beklimmen we onze eerste waterval in het nabijgelegen Colfosco. We slapen uit en na een korte instijg van 30′ (geen tourski’s nodig) komen we tegen 10u aan de waterval, geen mens te zien. Met “Lajunta” (100m, II 4), volgens de topo toch een klassieker, openen we de week. An kan haar nieuwe Nomics nu ook zelf uittesten en ook het klimmen met monopoint bevalt haar goed. In de namiddag begint het te dumpen en dat zal zo zijn invloed hebben op de komende dagen 😉
Als we dinsdag vertrekken, is er zo’n 50cm verse sneeuw gevallen. Maar het blijft overdag nog sneeuwen en de zichtbaarheid is niet optimaal. We besluiten om vanuit Lagazuoi de Val Travenanzes in te skiën en eens te kijken of we van boven uit aan de watervallen kunnen geraken. Nadeel is wel dat alles wat we naar beneden skiën, ook weer omhoog moeten. Uiteindelijk blijkt de sneeuw te diep en de vallei te vlak om voordeel te hebben van deze approche. We klimmen die dag geen ijs, maar doen wel een dikke 800Hm met 25kg ijsklimrugzak, goei training!

Als enigen in de fantastische noordwand van de Marmolada ©Sanne

Woensdag, grand beau en ijskoud: Time to ride! Na het lange afzien van de vorige dag, tijd om eens echt te genieten van die verse diepsneeuw. Vanuit Arabba volgen we de skiliften richting Marmolada en nemen onderweg al wat verse poeder mee. Op de pistes is het megadruk en ook in de bak naar Marmolada zitten we als sardines in een blik. Maar als we boven even de vellen opleggen en naar de op één na hoogste top van de Marmolada klimmen, Punta Roccia 3309m, zijn we helemaal alleen. En het wordt nog beter als we de volle 1500Hm naar beneden kunnen knallen door zowat de beste diepsneeuw die ik ooit gehad heb! Onderweg skiën we nog door de “canyon”, een wonderbaarlijke passage.

Steeds steiler en smaller wordende canyon ©An

Steeds steiler en smaller wordende canyon ©An

Na deze onderbreking (zo’n dump konden we niet laten liggen), gaan we donderdag verder met hetgeen waarvoor we gekomen waren: ijsklimmen. Dit keer trekken we naar de bekendste ijklimspot van de Dolomieten, de kloof van Sottoguda. Een approche van 5′ (te voet) en een uitgebreide keuze aan watervallen en drytooling in alle moeilijkheidsgraden, je zou denken dat het hier dan wel aanschuiven is. Maar ook hier, tijdens de krokus, hebben we het maar voor het uitkiezen. Ook al moet ik toegeven dat we vandaag toch eens andere ijsklimmers zien, een cordée of 3. We beginnen met een leuke opwarmer, Cascata nel Sole (100m, I 3+).

An in Cascata nel Sole ©Sanne

An in Cascata nel Sole ©Sanne

Gevolgd door wat stevigers, de beroemde Spada nel Roccia (50m, I 5), een uiterst esthetische zuil van ijs, letterlijk “het zwaard in de rots”

Spada nel Roccia ©Sanne

An aan de rappel na Spada nel Roccia ©Sanne

En we sluiten de dag af met het beklimmen van de prachtige Cattedrale, 100m breed en even hoog, 4+ tot 6, naargelang de geklommen lijn.

De kathedraal, we klimmen de rechterkant (I 4+) ©Sanne

De kathedraal, we beklimmen de rechterkant (I 4+) ©Sanne

Wat nog ontbreekt op ons palmares deze week, is een stevige multipitch. We keren vrijdag terug naar het prachtige Val Travenanzes, volgens de topo de meest indrukwekkende sector. Deze keer vertrekken we vanuit het andere einde van de vallei, van beneden uit, met de tourski’s. De twee uur instijg zijn meer dan de moeite waard:

Een sector van 500m breed en 200 tot 400m hoog! ©Sanne

Een sector van 500m breed en 200 tot 400m hoog! ©Sanne

An op het meest efficiënte transportmiddel ooit: de tourski! ©Sanne

An op het meest efficiënte transportmiddel ooit: de tourski! ©Sanne

We gaan direct voor de (volgens de topo) mooiste waterval van de Dolomieten: Sogno Canadese, 200m IV 5+. En het moet gezegd, dat zou wel eens kunnen kloppen; prachtig ijs, geen mens in de buurt, elke relais in een prachtige grot en een fantastisch decor. Toch een klein nadeel, een douche in de eerste touwlengte, maar daarvoor dient goretex en WOLLEN handschoenen!

An doorweekt op de eerste relais ©Sanne

An doorweekt op de eerste relais ©Sanne

Sogno Canadese, 200m IV 5+ ©Sanne

Sogno Canadese, 200m IV 5 ©Sanne

Net voor donker zijn we terug aan de auto, een prachtige lange dag! Er rest ons nog één dag, want welke idioot rijdt er nu op zaterdag naar huis? We verlaten ons appartement en zijn pas tegen een uur of tien aan de watervallen in Colfosco. Het is weekend en ja, toch wel, er zit een cordée in de waterval die we willen klimmen. Gelukkig zijn die gasten wel vroeg opgestaan en tegen dat we ons klaargemaakt hebben, zijn ze al aan het rappelen. Zo kunnen we nog in alle rust afsluiten met Spada de Damocles, 150m II 4+/5.

Het zwaard van Damocles ©Sanne

Het zwaard van Damocles ©Sanne

Op het scherp van de snee ©Sanne

Op het scherp van de snee ©Sanne

Kortom, de Dolomieten als ijsklimbestemming: getest en goedgekeurd!
Nog wat nuttige informatie:

  • Een artikel in het Engels met heel veel informatie: http://www.ukclimbing.com/articles/page.php?id=4437
  • Topo’s:
    Duitstalig, goede selectie Eiskletterführer-Südtirol-Dolomiten
    Italiaans, erg compleet Ghiaccio Verticale
  • Niet te missen voor de dagen na een stevige dump vers poeder:
    Freeride in Dolomiti en Skialpinismo in Dolomiti
  • Logement in Val Badia
    altabadia.org (budget voor een appartementje 2 personen voor een week €300)

Niet verder vertellen hé, allen naar Cogne!
Sanne

 

 

 

 

 

Kalymnos, climbers paradise!

23 vrijdag nov 2012

Posted by sannebosteels in Coach

≈ 4 reacties

Tags

An Laenen, Kalymnos, Sanne Bosteels

Grande Grotta ambiance ©Sanne

48 uur en tien tijdzones verder, van San Francisco tot Kalymnos, met vliegtuig, auto, trein en boot. Een korte tussenstop in Athene, waar we op de nationale feestdag tot onze verrassing gratis de Acropolis kunnen bezoeken. In het donker, met een “pirat-taxi-boat”, bij hoge zee van Kos naar Kalymnos varen. Met een kleine jetlag in ons appartementje aangekomen, reizen, het blijft een avontuur.

Normaal gezien ben ik niet zo’n fan van over-geëquipeerd sportklimmen, maar voor Kalymnos moet ik een uitzondering maken. Dit eiland in het zuidoosten van Griekenland is werkelijk een paradijs voor wat voor type klimmer je ook bent. Er wordt nog maar een tiental jaren geklommen, maar de lokale economie draait er ondertussen het hele jaar door op klimmers. Klimmers die hier werkelijk van over de hele wereld naartoe komen. De eilandbewoners zijn super vriendelijk, ze spreken perfect Engels, het eten is er spotgoedkoop, met een gehuurd scootertje bereik je in een mum van tijd één van de meer dan 50 massieven. De rots is bijzonder van structuur, maar het bekendst zijn vooral de grote overhangen met tufa’s of reuze-stalactieten. Super goed afgezekerd en ook nog niet afgeklommen.

An in tufa-paradijs ©Sanne

We klommen in verschillende sectoren, elke dag ergens anders. Ook al was het nu buiten het seizoen, alleen ben je nooit. Maar elke sector is zodanig groot, dat er altijd wel een route vrij is. Enkele sectoren zijn wat drukker, vooral als de approche kort is. Wil je rust, gewoon wat verder stappen. Je kan in alle weer klimmen, al is het in overhangen al gauw 6c of meer. Rekening houden met zon en wind, is er altijd een aangenaam plekje te vinden. Er zijn enkele prachtige stranden en na het klimmen doken we vaak in het heerlijk warme water van de Middellandse zee. En als dit nog niet genoeg is, met de boot kan je naar het nabijgelegen Telendos, waar nog meer klimmen, ook multipitch op je wacht.

Typische sfeer van een Grieks eiland ©Sanne

Praktische tips:

  1. Vluchten: in het seizoen vliegen er verschillende charters op Kos. Volgens de geruchten gaat Ryanair vanaf 2013 het hele jaar door op Kos vliegen. Wij hadden een lijnvlucht met Aegean vanuit Düsseldorf via Athene naar Kos voor €230pp H/T.
  2. Logement: We huurden een appartementje in het klimmersdorp Masouri voor 7 dagen aan €175.
  3. Eten en drinken: s’ Ochtends maakten we zelf ontbijt in ons appartement. ’s Avonds gingen we altijd uit eten in één van de vele restaurantjes. Voor €10pp heb je goed gegeten en gedronken, een prijs waarvoor je zelf niet kan koken. De prijs van voedingswaren in de supermarkt is gelijkaardig aan die van bij ons.
  4. Mobiliteit: Als je niet altijd op de massieven rond Masouri wilt klimmen (druk), huur je best een scooter. Eén is voldoende voor twee en je kan er het hele eiland mee rondcrossen. €50 per week.
  5. Topo: super goede topo, climbing on Kalymnos. Zie www.climbkalymnos.com
  6. Materiaal: Om zeker te zijn hadden we een 100m enkeltouw mee van 9.1mm, daarmee kan je alles doen. Verder een 20tal setjes, klimschoenen, pof en een helm (ook voor op de scooter). Vergeet je zwembroek niet.

Enjoy!

Yosemite 2012: Who’s the king?

14 woensdag nov 2012

Posted by sannebosteels in Coach

≈ 1 reactie

Tags

Bigwall, El Capitan, Mescalito, Mt Watkins, Sanne Bosteels, Stijn Dekeyser, Yosemite

Bouldering in the Valley? No way! ©Sanne

In oktober trok ik met Stijn voor een dikke drie weken naar Yosemite. Voor mij was het al de vierde keer in “The Valley”, maar misschien ook wel de laatste keer. Te veel klimmers, te veel rangers en te veel regeltjes maken het gewoon niet meer aangenaam om er te verblijven. Alleen al om een kampeerplekje in Camp4 te bemachtigen moesten we enkele dagen geduld oefenen. Dankzij onze bolide hadden we wel de vrijheid om te gaan klimmen waar we wilden en om desnoods de nacht buiten het park door te brengen. Maar we waren dus vooral gekomen om stevig te klimmen en enkele mooie bigwalls aan ons palmares toe te voegen.

Moonlit Watkins & pinnacle ©Sanne

Het weer zat alvast de hele periode mee en met een beresterke klimpartner als Stijn waren de mogelijkheden zo goed als onbeperkt. Na een introductie in” Yosemite-style crack-climbing” met Serenity crack (5.10d) en Sons of Yesterday (5.10a), kon ik Stijn overhalen om met Mt Watkins Southface te beginnen. Deze afgelegen bigwall is logistiek een zware onderneming, met een stevige instijg en afdaling. Maar dat had dan weer als voordeel dat we er de hele tijd absoluut alleen waren in de wildernis. Na een zo licht mogelijke haulbag en materiaalrugzak samengesteld te hebben, beginnen we redelijk laat in de middag aan de instijg. Eerst 8km door de Tenaya canyon, langs een vaag klimmerspaadje en dan 8 lastige touwlengtes vierdegraads terrein met af en toe een moeilijke passage tot 5.8. Het is net donker als we op het “zawesome” bivakplatform aankomen, aan de start van de beklimming.

In de eerste twee touwlengtes, goed voor 300m werken om 50m hoogte te winnen! ©Sanne

Betrapt met de flits 😉 ©Sanne

De nacht wordt opgeluisterd door een prachtige sterrenhemel en het bezoek van meerdere knaagdieren. De volgende ochtend beginnen we vroeg aan de eerste touwlengtes, een raar begin met eerst 250m klimmen, dan drie lastige pendules, om uiteindelijk pas op de tweede relais aan te komen, weer af te dalen tot aan de start en daar de haulbag aan te haken, terug opjumaren en de haulbag omhoog halen. Pfioew, ruim drie uur bezig om 50m hoogte te winnen… Gelukkig gaat het daarna wat vlotter, we klimmen zoveel mogelijk lengtes vrij en halen de laddertjes pas boven als het echt te moeilijk wordt. Met vrij klimmen tot 5.10 en artif tot C2+ komen we goed aan onze trekken. De eerste goede bivakplaats, het “Watkins Sheraton”, slaan we over en we komen opnieuw in het donker aan op een goede richel op de 11e touwlengte. Een lange maar geslaagde dag met 11 touwlengtes, een goed begin!

ambiance bigwall ©Sanne

Stijn liebacking pitch 18 ©Sanne

Je zou denken dat er op 500m boven de grond, in een uiterst steile granieten wand geen viervoeters meer kunnen leven, maar dat was buiten een “wallrat” gerekend! Ongelofelijk dat die hier op die richel kan komen en overleven. Vastbesloten om die dag uit te klimmen, beginnen we vroeg aan de resterende 8 touwlengtes. Maar die zijn allesbehalve makkelijk, met nog enkele uitdagende passages. Door het toeval klim ik de technisch moeilijke artif-lengtes en Stijn de vrij te klimmen lengtes. De esthetisch prachtige barst van de 18e touwlengte (5.10c) wordt door Stijn vlekkeloos voorgeklommen. Voor een keer eindigen we de dag vòòr zonsondergang, op de top van Mt Watkins! Omdat het al laat is en de afdaling minstens vier uur in beslag zou nemen, besluiten we om op de top te bivakkeren. Mét een zalig kampvuur, eat your heart out, rangers!

Summit of Mt Watkins’ Southface, 800m VI 5.10 C2

Na de afdaling de volgende dag, douche en eten, proberen we de volgende dagen wat mooie freeclimbs aan ons palmares toe te voegen. Maar er zitten telkens zoveel trage klimmers in de mooiste routes, dat we het vooral bij verder afgelegen massiefjes houden, met kortere, maar mooie lengtes barstklimmen. Reed’s pinnacle en Cookie cliff bieden enkele prachtige lengtes. In koude condities, klimmen we “the Moratorium”, onze eerste 5.11. Hier komen we niet zonder kleerscheuren vanaf, een gele C3 floept uit de natte barst in de crux en Stijn hangt onder de relais. Een touwstreng verbrandt en wat schaafwonden.
Tijd voor het echte werk, we gaan op zoek naar een geschikte route op El Capitan. Twee dagen van minder goed weer vegen de wand leeg en we besluiten om te gaan voor een “off the beaten track” avontuur met North America Wall, in de zuidoost-wand van El Cap. Wanneer we met onze perfect afgemeten haulbag aan de start van deze route aankomen, is er, o ergernis, net een bende yanks in begonnen. We kijken het even aan, die mannen claimen erg ervaren te zijn… Na enkele uren hebben ze dan toch de eerste touwlengte geklommen, waarna ze terug afdalen om de volgende ochtend vroeg te starten. De beleefdheid gebied ons om er niet voorbij te gaan en we brengen onze haulbag alvast naar de eerste relais. Dan wachten we een dag, in de hoop dat die mannen tegen dan een lengte of vijf boven ons zouden zijn.

Tevergeefs werk op R1 van North America Wall ©Sanne

Wanneer we de volgende dag in de namiddag nog eens komen kijken, zijn ze… nog niet eens tot op de tweede relais geraakt. Grrrr! Aan uitleg en lawaai geen gebrek, maar wij moeten snel een beslissing nemen om de kans op een mooie bigwall niet te laten schieten. We geven onszelf 10 minuten om in de topo een alternatief uit te zoeken, deze keer is het Stijn die mij moet overtuigen om voor “Mescalito” te gaan, een monster van 26 touwlengtes, waarvan elke lengte moeilijk is Daarna snel omhoog tot bij onze haulbag, die terug laten zakken tot de grond, verhuizen naar de start van ons alternatief en diezelfde namiddag klimmen we nog de eerste twee lengtes van “Mescalito”. Daarmee weten we ineens waar we aan toe zijn, met het niveau C3 en de runouts op copperheads en hooks mogen we ons geen fouten veroorloven. Vooral niet in de eerste touwlengtes, waar de kans dat je de grond raakt na een screamer nog reëel is.

De fantastische lijn van Mescalito

Na een laatste nacht in Camp4, vertrekken we vroeg met de laatste benodigde voorraden en bijkomend aangepast materiaal voor “Mescalito” en we jumaren tot bij onze haulbag en portaledge. Vanaf hier kan het echte werk beginnen. We hebben eten en drinken mee voor vier tot vijf dagen in de wand, alles mooi verpakt in één haulbag en de portaledge. De topo geeft voor deze route 6 tot 7 nachten in de wand, als we willen toekomen met onze voorraden moeten we goed doorklimmen. We hebben wel geluk, de eerste 8 lengtes boven ons is er niemand, pas hoog boven ons zien we twee teams hangen. Ook onder ons is er voorlopig niemand, we kunnen dus op ons eigen tempo klimmen.

Stijn op kop, de tussenzekeringen zijn vaak birdbeaks ©Sanne

Lengte na lengte van een uitzonderlijk mooie lijn, vergen het uiterste van onze technische kennis. Er zitten ook nogal veel traverses in deze route, de nodige touwhandelingen komen aan bod om de haulbag mee te krijgen. Gaandeweg gaat alles wat vlotter en het team geraakt op kruissnelheid. De eerste nacht in de portaledge brengen we door op R7. Niet slecht geklommen, ook al hebben we het gevoel dat we niet vooruitgaan. Zwaar artiffen neemt dan ook de nodige tijd in beslag, wil je niet ineens 30m lager hangen. Het nadeel van een hangend bivak, is het lastige naar het toilet gaan. De grote boodschap wordt alvast uitgesteld naar de eerstvolgende richel, als die er al zou komen… Het voordeel van de zuidoost-wand, is het opstaan in de ochtendzon.

Sea of granit ©Sanne

De volgende dag slagen we erin om 6 lengtes te klimmen, waaronder de “Molar traverse”. We bivakkeren op R13, we zijn halfweg. Dit bivak is ook hangend, maar een schuin aflopend randje onder de portaledge, laat nog net toe om een grote boodschap te doen. Hoognodig, want dat uitstel was een zware opgave 😉 Het genadeloze ritme van bigwallen, wordt routine: 1 uur hangend zekeren, gevolgd door een halfuurtje jumaren en de net geklommen lengte “cleanen”, dan 1 uur stresserend voorklimmen, een halfuurtje haulen (de haulbag van 60kg omhoog hijsen) en vervolgens weer 1 uurtje ontspannen op de hangrelais tijdens het zekeren. Dit elk om beurt natuurlijk. Zo ben je al gauw 12 uur per dag bezig, als je geluk hebt, kom je onderweg een richel tegen om even gewoon op recht te staan en niet te moeten hangen. Het derde bivak op R18, “The Bismarck” is een fantastisch terras, waar je even de benen kan strekken en rustig je behoeften kan doen. In het laatste licht fixeren we nog een lengte, om aan ons gemiddelde van 6 lengtes per dag te blijven.

Onze cordée gezien door de camera van ©Tom Evans

Vierde dag in de wand, kunnen we vandaag uitklimmen? Nog maar 7 lengtes te klimmen, dat moet haalbaar zijn. Het technisch klimmen blijft moeilijk, maar door de opgedane ervaring van de afgelopen dagen, gaat zelfs de meest spannende “bad fall potential” relatief vlot. Stijn doet nog wat airmiles, nadat notabene een gele friend eruit floept, maar hij klimt onverstoord verder. Wanneer we in de namiddag nog maar drie lengtes onder de top zitten, horen we muziek. Eén lengte verder zitten we geblokkeerd achter een team dat twee dagen voor ons vertrokken is, met een chaos van haulbags, portaledges en natuurlijk een ghetto-blaster… “Ow, you must be those fast Belgians, catching up on us”. Yep, that’s us 😉 Leuk om te horen, dit team had die informatie van Tom Evans op de grond, maar daar gaat onze kans op de top voor vandaag. We laten het niet aan ons hart komen en installeren ons op R23, een comfortabele maar aflopende richel en we fixeren nog tot R24. De volgende dag rest ons nog 2 lengtes te klimmen en dan zijn we boven.

Spectacular before-last pitch ©Sanne

Die laatste nacht in de wand genieten we van de zonsondergang met een pintje in de hand. King Cobra is het lokale klimmersbier en het smaakt hier, ook al is het pislauw, hemels. Who’s tha king, who’s tha king, who’s tha… King!
Na een laatste lui ontbijt in de ochtendzon, klimmen we uit. De laatste touwlengte is nog bijzonder lastig, ik vlieg er ook nog eens uit op een lastige C3-placement. Maar tegen de middag staan we op de (teleurstellend vlakke) top van El Cap! Nu nog een vervelend detail, de afdaling…

topteam!

De laatste week in “The Valley” brengen we door met verschillende freeclimbs, maar hetzelfde probleem blijft. Op Cathedral Spire wachten we maar liefst 2 uur op een relais, voor we die ene mooie 5.11 lengte kunnen klimmen. Sympathieke mensen, die Amerikanen, maar traag! En hun touwtechnieken zijn gewoon rampzalig, met die stomme cordelette voor hun relais en dubbele vissersknoop als verbindingsknoop voor rappels, aaargh!
Uiteindelijk begint het te sneeuwen en we verlaten de vallei. Met een omweg rijden we via de kust langs Santa Cruz en de Pacific terug naar San Francisco. Einde van deze trip, ik vlieg zo goed als rechtstreeks door naar Athene en Kalymnos. Verslagje van deze heerlijke trip volgt.

Climb hard, fight easy

21 vrijdag sep 2012

Posted by sannebosteels in Coach

≈ 2 reacties

Tags

Dolomieten, Sanne Bosteels

De jaarlijkse bijscholing voor de militaire voorklimmers ging dit jaar voor de eerste keer door in de Dolomieten. Dit prachtige gebied, rijk aan geschiedenis, biedt eindeloze mogelijkheden voor onze training, maar voor mij was het moeilijk om voor 14 cordées een geschikt programma uit te denken, aangepast aan alle factoren : weer, alpiene gevaren, kennis en kunde van de deelnemers.

Winterse condities na een nachtje sneeuwen ©Sanne

Enkele dagen op voorhand waren we al met een kleine ploeg ter plaatse om de nodige verkenningen te doen. We klommen op de Meisulas da Biesces, de Ciavaces en de Marmolada. Op die laatste bevindt zich nog een gletsjer en het is de hoogste top (3342m) van de streek. Het bleek toch nog mogelijk om een ijsscholing en een oefening spaltenberging te organiseren.  Andere doelstellingen waren “equipement de passage”, klimtraining in kleine en grote wanden, het beheersen van niet- of weinig geëquipeerd terrein en in geval van minder goed weer, via ferrata.

local climbers ©Sanne

We begonnen met goed weer en konden in twee ploegen aan de slag op de Sella- en Falzaregopas, waar we klommen op de Ciavaces en Lagazuoi. Voor velen was het specifieke klimmen in de Dolomieten een ontdekking. De weinige aanwezige uitrusting bestaat meestal uit roestige pitons die in de rots zitten van de eerste beklimming, meestal daterend van de jaren dertig. Routeverloop vinden, zekeren en standplaatsbouw, vormen de grootste uitdaging. Algemeen raden we aan om een volle graad eenvoudiger te klimmen dan hetgeen je normaal kan klimmen in België op goed geëquipeerde massieven.

Een perfecte tussenzekering ©Ehwald

De volgende dag is het werkelijk strontweer, we doen wat drytraining van touwtechnieken in ons logement te Arabba en er wordt nog wat theorie afgestoft. Als we de volgende dag het landschap aanschouwen, is de winter aangekomen. Er is tot 30cm sneeuw gevallen, dat zal nog een grote invloed hebben op het verdere programma. We besluiten om een via ferrata te doen en dat blijkt best wel indrukwekkend, op volledig verijsde rots en kabel. We ontdekken ineens een brok WOI geschiedenis, stellingen oorlog in het gebergte, wat een hel.

De sporen van de “groote oorlog” zijn hier nog overal zichtbaar ©Sanne

Ook de volgende dag zijn de rotsen nog nat en we voorzien een dag training op de Marmolada-gletsjer. Zelf ga ik met Peter op verkenning naar de Tofana en we beklimmen er de eerste pijler, “Erste Kante”. Een mooie route, maar in de 7e touwlengte, net na een lange traversé, trapt Peter in een III+ door zijn knie, meniscus gescheurd en een been buiten gebruik. Na een korte analyse van de situatie, besluiten we om zelf de evacuatie te organiseren en ik begin aan de “afdaling met gekwetste” in een onbekende wand van 250m.  Na een telefoontje om onze mensen te verwittigen en naar de voet van de wand te komen, geraken we in 5 rappels weer op de grond, waarbij alle tussenrelais zelf gebouwd moesten worden. Gelukkig kon ik meestal gebruik maken van zandlopers en slechts één keer moest ik weer een volledige touwlengte omhoog om een vastgetrokken rappel te gaan halen. Voor Peter was het een pijnlijke ervaring, maar van een helikopter of morfine wou hij niet weten.  We komen mooi beneden aan de wand, waar een paar minuten later onze Italiaanse vrienden aankomen, zodat we Peter naar beneden kunnen dragen, hij kan echt niet op zijn been staan. Wat een mooie dag moest worden is voor Peter op een onverwachte blessure uitgedraaid, hem staat nu weer een lange revalidatie te wachten. Net nu ook zijn vriendin met de 2 enkels in de plaaster zit, dat zal thuis niet eenvoudig worden…

Peter in de “Erste Kante”, vlak voor de traverse ©Sanne

Ik moet me hierover zetten, want het programma voor de rest van de groep gaat gewoon door. De volgende dag is het eindelijk goed klimweer en we trekken opnieuw in 2 groepen naar twee verschillende gebieden, voor een tweedaagse. De ene groep trekt naar de 3 Cime di Lavaredo en mijn groep zal een dag op de Sellapas doorbrengen, waarna we gaan overnachten in de rifugio Dibona om de volgende dag de Tofana te beklimmen langs verschillende routes. Het is weekend, dus we zorgen voor een snelle instijg naar de Ciavaces. Desondanks zijn in de sektor waar we willen klimmen al enkele cordées bezig in de eerste touwlengte. Mark en Bily moeten even wachten onderaan hun route “Roberta 83”, maar ik kan met Christophe onmiddellijk starten in de “Buhl-verschneidung”.  We zijn net de touwen aan het afrollen, als ineens een donderend geraas de hemel zwart kleurt, een steenlawine!!! In een fractie van een seconde moet je beslissen waar je beschutting denkt te vinden, je wilt wel in de wand kruipen en je maakt je zo klein mogelijk. Het is alsof je onder vuur valt. De steenslag houdt lang aan, zo’n 30”, blijkbaar is er iets gaan schuiven op de aflopende richel 300m boven ons. In mekaar gedoken op de grond hoor ik tussendoor het geroep van gewonden. Uiteindelijk houdt het op met stenen regenen en check snel de toestand van mijn mensen. Christophe is ok, maar Marc houdt zijn bebloede schouder vast en zegt meteen dat die gebroken is. Billy hangt onder het bloed, maar dat is vooral afkomstig van de klimmer die in de eerste lengte boven hem aan het klimmen was. Die is zwaar geraakt en heeft een volledig verbrijzelde arm. Ook Billy is geraakt door een steen op zijn rug, daarvan is de schade nu moeilijk in te schatten. We organiseren de eerste hulp en de helikopterredding. Meer dan onszelf te beschermen tegen verdere steenslag, wonden verbinden en shockpreventie kunnen we niet doen.  De helikopter laat 40’ op zich wachten, maar dan verloopt alles vlot. De zwaargekwetste en Marc worden per heli geëvacueerd, wij brengen Billy terug naar de kazerne, waarna ook hij naar het hospitaal gebracht wordt voor de nodige onderzoeken. Achteraf blijkt het al bij al goed mee te vallen, Marc heeft een dubbele breuk in het schouderblad, zonder complicaties en Billy heeft alleen een kneuzing. Maar zo’n twee dagen op rij zijn allesbehalve leuk…

Sunrise over Tofana ©Sanne

The show must go on, die avond zit ik met de overgebleven teamleden in de rifugio Dibona. We zijn nog met vijf cordées en we verdelen ons over drie routes. Tom en Thierry plannen de “Aspetando la Vetta” Kim, Tokke, Chrispin en Kirian gaan voor de “Erste Kante” , Steve en Christophe klimmen de “Ghedina” op de tweede pijler en ik ga met onze Italiaanse gids Ehwald voluit voor een Dolomieten “extrem” klassieker, de “Constantini-Appoloni”, ook wel “Pilastro” genoemd in de volksmond. Alle routes gaan door de immense zuidwand van de Tofana, zon en droge rots gegarandeerd. Na een korte instijg begin ik met Ehwald aan de 600m lange, grotendeels loodrechte tot overhangende “Pilastro” We geraken al snel op mekaar ingespeeld en maken tempo.  Met 60m touwen doen we vaak twee touwlengtes in één, waardoor we het aantal touwlengtes terugbrengen van 22 naar een stuk of 17. Maar het blijft een monster van een route, met drie zware overhangen, VII+, VII en VI+. Al de andere lengtes zijn tussen V en VI. Weerstandstraining gegarandeerd. We klokken af op 6 uur, een blokske in de derde overhang inbegrepen. Topotijd tussen de 8 en 10 uur, als gidsenteam met een gemiddelde leeftijd van 42 zijn we tevreden 😉 De stress van de afgelopen dagen is voor mij weggeklommen. De andere cordées klimmen allemaal vlot hun route uit en we dalen samen af. De eerste tweedaagse zit erop.

Ehwald in de 6e graads lengtes tussen de eerste en tweede overhang ©Sanne

Onze cordée in de “Pilastro”

Het weer blijft goed en de twee groepen wisselen van gebied. Nu is het onze beurt om naar de 3 Cime di Lavaredo te trekken. We vliegen er de eerste dag al meteen in met voor Tom en Ehwald de “Cassin” op Torre Preuss, een paar cordées op de normaalroute van de Cima Piccola en ik met Christophe in de “Spigolo Giallo”, een bekende route van de onovertroffen Emilio Comici. Vorige winter had ik deze route met An moeten afbreken omdat er teveel sneeuw en ijs in lag, maar nu zijn de condities perfect. Ook deze route is erg continue, met vele lengtes V+ en VI, die verloopt over de prachtige loodrechte gele zuidpijler van de Cima Piccola. Er zit niemand anders in de route en we kunnen vlot doorklimmen. De afdaling verloopt al even vlot en ’s avonds worden we goed onthaald in de rifugio Auronzo.

De “Spigolo Giallo” ©Thierry

Christophe in pure Dolomieten-ambiance ©Sanne

Voorlaatste dag en nog steeds prima weer, een cordée op de Cima Grande, twee cordées in de “Spigolo Giallo” en ik kruip met Tom in een waar Dolomieten avontuur, de “Egger-Sauscheck” (300m VI+): overhangend, soms natte barsten, losse rots en slechte tussenzekeringen, kortom de nodige ingrediënten voor een alpien avontuur. We komen allebei mentaal en fysiek voor de nodige uitdagingen te staan, maar ook al zal ik deze route geen tweede keer klimmen, wordt het wel een pracht van een dag. Na een vlotte afdaling, ronden we af door eens volledig rond de 3 Cime te wandelen. Zo krijgen we ook eens de beroemde noordwanden te zien, waar nu nog ijs in hangt na de sneeuw van een week geleden.

Tom in Egger-Sauscheck ©Sanne

Sanne in Egger-Sauscheck ©Tom

De laatste dag sluiten we af in de regen, met een equipement de passage op de 5 Torri. De natte rots is moeilijk te beklimmen, maar we slaan de nodige pitons om onze touwen te fixeren. Al bij al een geslaagde periode, al kan je dat moeilijk zeggen als je drie gekwetsten hebt.  Volgende week naar Yosemite: bigwalls and crackclimbing, hauling and jumaring, beer and burgers!

Projectjes voor volgend jaar?

Swiss alpine climbing trip

27 maandag aug 2012

Posted by sannebosteels in Coach

≈ 1 reactie

Tags

Alpine climbing, An Laenen, Envers des Dorées, Gastlosen, Multi Pitch, Petit Clocher du Portalet, Sanetsch, Sanne Bosteels

Enjoying the Gastlosen scenery ©Sanne

Na een prima voorjaar met vele werkdagen in Freyr voor mij en An die van de rugchirurg weer voluit mag gaan, brak voor ons de zomer aan. We hadden nog wat goed te maken na de revalidatiezomer van 2011 en de hoofddoelstelling was vollegazvoorklimmen voor An. Beiden konden we in juli al wat opwarmen, An aansluitend in Chamonix, Orco (zie verslag) en de Verdon, terwijl ik aan het werk was in Chamonix. Begin augustus hadden we dan drie weken verlof met z’n tweetjes en we gingen ons laten leiden door de weerkaarten. Het aanvankelijk plan was om via Bretagne naar de Pyreneeën te rijden en om langs de Alpen terug te keren, maar daar kwam uiteindelijk niks van in huis.

Anneke in L8 (6c+) van Nikita ©Sanne

Al jaren was ik niet meer voor privé-doeleinden in Zwitserland geweest wegens schijteduur. Maar door een schitterend weerbericht en een korte rit van maar 6 uurtjes liet ik me toch verleiden. Het werd Gastlosen en we installeerden ons op de betaalbare en sympathieke camping aan de Jaunpass. Van hieruit klommen we vijf volle dagen aan de zuidkant van Gastlosen. Daar bestaat een dikke topo van (check deze website), maar toch was het niet eenvoudig om elke dag een geschikte route te vinden. Er zijn enorm veel sportklimgebiedjes en ook al zijn die veel ruwer dan pakweg Freyr, daarvoor waren we niet gekomen. In de multipitchroutes was het zoeken naar een voor ons haalbaar niveau. Onder het niveau 6c kwam je namelijk nogal vaak terecht in “groene” routes, dwz met nogal veel begroeiing.

Vette dulfer in L6 (6b) van Maurice Brandt. ©Sanne

Uiteindelijk klommen we gedurende vijf dagen:

  1. Toto le héros, 250m, 6b/6a/6a/6a/5a/6a/6a+/5b (6a obl): ok, maar nogal veel groen
  2. Nikita, 380m, 6b/6b/6b/6b/6c/6b+/6a+/6c+/7a/6b/7b (6c+ obl): Prachtige route, maar de 11e touwlengte ben ik toch niet doorgeraakt; gefaald op 2m van de relais…
  3. Direct & voie de la Jungle, 200m 6b/6a/6c/5c/6b/6a+ (6b obl): de naam zegt het al, een jungle… maar L3 is prachtig!
  4. Elsa, 350m 4a/6a/6a/6b/6c/6b/6a+/6c/6c/6c/6b (6a+ obl): absoluut de max, toproute!
  5. Maurice Brandt, 200m, 6a/6b/6a/6a+/5c/6b (6a obl): mooie afsluiter

An in L4 (6b) van Elsa ©Sanne

Hoewel het er heerlijk tot rust komen is in de almkes, tussen de Zwitserse koeien, trokken we na die vijf dagen wat verder naar het zuiden en zo kwamen we terecht bij Helmuth Van Pottelbergh in zijn prachtige gîte du Snorhaar. Zijn vrouw Sarah is hoogzwanger en zal rond het schrijven van dit artikel stillekesaan aan het bevallen zijn, dus we wilden het sympathieke koppel niet al te veel tot last zijn. Maar het gezelschap werd al snel uitgebreid met Gorik en Kim, ook op klimtrip van een week, Jonas die nu ook in Haute-Nendaz woont en onze Stijn, die na Arizona nog even in de Alpen kwam klimmen. Uiteindelijk bleven we enkele dagen in Haute-Nendaz en tussen de vele feestjes door gingen we klimmen in Sanetsch, aan de noordkant van de Valais.

An in de achtertuin van de gebroeders Remy, Sanetsch. ©Sanne

Om deze prachtige wand te bereiken moet je wel wat kleine weggetjes rijden, maar de kalk is er van een buitengewone ruwheid, zo scherp dat je bang bent om je klimschoenen er aan open te snijden. Liever niet vallen dus, want uw velleke is er zeker niet tegen bestand. Bovendien staan de haken er Remy-gewijs wat ver uit elkaar. Maar dat belette ons niet om er twee prachtige routes te klimmen:

  1. Tsingy, 300m 5b/6b/7a/5c/6a+/6c/6b/5c/6b (6b obl): Prachtige route, aanrader!
  2. Douce violence, 250m 6b/6c/6b/6b/6c/6a/5c (6b obl): Hard van begin tot eind, vooral L3 tot L6 zijn wondermooi.

Na nog een dagje sportklimmen in Bramois (gneis), begonnen de vingertoppen toch wat ontveld te geraken, tijd om wat van gesteente te veranderen. Ons oog viel op het bivak d’Envers des Dorées, een hutje op 3000m hoogte aan de zuidkant van les Aiguilles Dorées. Dat ligt in het Zwitserse deel van het MtBlanc-massief en is bereikbaar via de Cabane d’Orny of misschien nog beter, vanuit de Cabane de Saleina. Wij vertrokken vanuit de vallei, een beetje laat op de middag om 15u. De 1750Hm omhoog en 300Hm omlaag met rugzak vol eten en klimgerief voor een weekje viel wat tegen en pas na 6 uur instijg kwamen we nogal vermoeid aan in het bivak om 21u. Volgende keer wat vroeger vertrekken…

An dulferend in le Retour en Afrique ©Sanne

Maar goed, we waren nu geïnstalleerd en hadden op zijn Belgisch veel eten mee, dus we konden er een paar dagen tegenaan. Al hadden we verwacht er minder volk te zien, elke dag was het een komen en gaan van klimmers, echt rustig was het nooit in de hut. Gelukkig wel in de routes en al die klimmers lieten altijd wel wat eten achter, uiteindelijk zijn we daar vijf nachten gebleven.

Prachtige jamcrack in Eola Danza per Noi ©Sanne

Ook “maître” Michel Piola was er enkele dagen, natuurlijk om nieuwe routes te openen, oa op de Capucin des Dorées. Nieuwe routes hebben we niet geopend, we klommen er wel de volgende routes:

  1. Promontoire de l’Aig sans Nom 3300m: Le Retour en Afrique, 280m 4/6a+/5a/6a/5c/6a+/6a/6a (6a obl): mooie, afwisselende route met korte instijg
  2. Aig de la Varappe 3519m: Eola Danza per Noi, 430m 4/5c/5c/6a/6a/6a/6a/6a+/5c/6a/5c (6a obl): absolute klassieker, zeer mooie tweede helft, vooral L10!
  3. Aig sans Nom 3444m: Don Quichotte; opgave na vuile instijg en levensgevaarlijk L1, kortom geen aanrader.
  4. Aig de la Varappe 3519m: Les Chants du Midi, 430m 5c/6a+/6a+/5a/5c/4/6b/5c/6a/6a/6a (6a+ obl): prachtige route, start moeilijk te vinden door het wegsmelten van het sneeuwcouloir eronder.
  5. Promontoire de l’Aig sans Nom 3300m: L’Envers du Menhir, 230m 6b/6a/6c/5c/6a (6b obl): lelijke start op dal in L1, daarna een keiharde L3. Goed om mee af te sluiten en nog dezelfde dag de afdaling aan te vatten.

An al jammend in de prachtige L10 (6a) van Eola Danza per Noi ©Sanne

Na vijf dagen hadden we het wel zowat gehad, vooral de dagelijkse instijg door absoluut ellendig blokkenterrein was slopend. Ondanks het feit dat het bivak kort bij de routes ligt, was elke instijg toch al gauw goed voor 1u van blok naar blok springen of door puin en gruis ploeteren. Als er dan toch nog een stuk gletsjer over te steken was, moest er altijd ingebonden worden vanwege het spaltengevaar. Ook de rappels zijn niet altijd leuk, maar dat is altijd link in graniet. Zo ben je elke dag toch ruim drie tot vier uur bezig met instijgen en afdalen. Stromend water is er overal te vinden, behalve in de buurt van de hut, dus ook daar werd dagelijks al wat mee geshutteld. Maar het toilet is buitengewoon:

Het mooiste toilet in de Alpen

Na op de vijfde dag nog snel l’Envers du Menhir geklommen te hebben, terug over de col des Plines naar de Cabane d’Orny. Hier permitteren we ons de luxe van een nachtje halfpension, omdat we voor de volgende dag nog een klein projectje hebben. Verschillende MCers hebben hier al knappe routes geklommen en geen enkele route is makkelijk op de Petit Clocher du Portalet. Omdat wij gewone stervelingen geen 7e graads in barsten klimmen, besluiten we om de voor ons haalbare route “la Sud-Est” te beklimmen.

In de prachtige L3 (6b+) van la Sud-Est ©Sanne

Ook hier is de approche weer de moeite waard, over gletsjer en vuile couloirs, blokken zo groot als huizen donderen voortdurend uit de weggesmolten noordwandjes van le Portalet. Tot slot over smalle richels tot aan de route. Maar die is echt wel prachtig en zeker de moeite waard. Bovendien aangenaam kort, slechts 6 lengtes en die zijn allemaal mooi.

  1. Petit Clocher de Portalet 2923m, la Sud-Est 200m ED- 6b/6c/6b+/6a+/6a/5b

    Summit of an MC classic, le Petit Clocher de Portalet. ©Sanne

    Na de opvallend vlotte rappels (het graniet is hier zeker steil genoeg), stonden we tijdens de verdere afdaling nog voor een zeer gezwollen rivier, die we slechts met moeite en een natte broek over geraakt zijn. Met kapotte knieën en stinkend naar ongewassen klimmer, komen we na een volle week weer aan onze trouwe mobiel. De laatste paar dagen sluiten we nog af in Italië, even over de Grand Saint Bernard, waar het erg warm is, maar wel mooi weer. En wat kan je lekker én goedkoop eten in de Italiaanse Alpen!
    We klimmen er nog een dag in Arnad-Bard op Il paretone, route Bega 400m, 6b.

    Nuttige informatie voor al deze klimgebieden vind je in de volgende topo’s:
    Gastlosen escalades/klettereien editie 2008, uitgeverij Edigast
    Schweiz Plaisir West (nieuwe editie 2012), uitgeverij Filidor
    Schweiz Plaisir Sud (nieuwe editie 2011), uitgeverij Filidor
    Schweiz Extrem West (nieuwe editie 2010), uitgeverij Filidor
    Entremont Escalades, editie 2011, @Olivier Roduit
    en de topo van de gebroeders Remy voor Sanetsch

    An, hoog in haar geliefde bergen ©Sanne

    Uiteindelijk hebben we een prachtige klimtrip gehad, goed voor zo’n 4000m klimmen, 111 touwlengtes in 15 dagen, met een gemiddelde van 6b, precies wat we zochten. En we zijn er geen enkele dag vroeg voor moeten opstaan, dat is op vakantie toch ook mooi meegenomen!
    Maar nu back to work, An begint vandaag met haar nieuwe job en ik trek vanaf volgende week naar de Dolomieten, me nog wat verder voorbereiden op Yosemite Part 4 in oktober 😉

    Op naar nieuwe avonturen

The Towers of Pain(e)

22 zondag jan 2012

Posted by sannebosteels in Bram en Marijke klimwereldreis, Coach

≈ 1 reactie

Tags

Alpinisme, An Laenen, Bram Vandendriessche, Marijke De Coninck, Monzino, patagonia, Sanne Bosteels, Torres del Paine

De Torres del Paine's indrukwekkende oostwand ©Bram

Ondertussen zijn we al weer ruim drie weken in het uiterste zuiden van Chili. Na het verslag van onze laatste geslaagde beklimming in El Chaltén (Argentinië), halverwege december, heb ik niets meer geschreven. Een verslag van die (moeilijke) weken volgt later, eerst onze belevenissen hier in het nationaal park Torres del Paine.

Het hoogste punt bereikt in onze pogingen op de Fitzroy ©Sanne

Op 31 december komen we vermoeid aan in Puerto Natales, waar zee en bergen elkaar harmonieus ontmoeten. Het eerste dat we horen, is dat het beroemde nationale park in de fik staat, een onachtzame Israëli heeft de enorme bosbrand veroorzaakt. Een ramp voor het park, de natuur, fauna en flora, maar ook voor de lokale economie. Er werd aangekondigd dat het park voor de hele maand januari gesloten zou blijven om van de brand te bekomen. Wat teleurgesteld vieren we Nieuwjaar en besluiten om de volgende ferry naar het noorden te nemen en te gaan klimmen in Cochamo. Op 1 januari gaan we sportklimmen aan de laguna Sofia, om hier toch iets geklommen te hebben. Een wilde plek tussen de condors.

Klimmen tussen de condors aan laguna Sofia ©Sanne

Op 2 januari hebben we al boarding passes in de hand voor de ferry, als we de geruchten horen dat een deel van het park toch open zou gaan, nb het gedeelte waar we willen klimmen. In een impuls ruilen we onze tickets voor de ferry weer om en we blijven. Het park zou ten vroegste over enkele dagen open gaan en we maken van de gelegenheid gebruik om even naar Punta Arenas te reizen, aan de Estrecha Magellanes. De zuidelijkste stad van Chili  (het bekendere Ushuaia ligt iets zuidelijker en is in Argentinië) is vrij mooi en we doen er een fantastische boottocht naar een eiland met een grote pinguïnkolonie.

Magellaanse pinguïns op Isla Magdalena ©Sanne

Ondertussen bleken de geruchten gegrond en op 6 januari komen we gepakt en gezakt voor ruim 10 dagen klimmen als eerste klimmers aan de gate van het park.  De administratieve formaliteiten nemen wat tijd in beslag, maar dezelfde dag stijgen we, met twee van onze vier zakken, in naar het campamento Japones, onderaan de Valle del Silencio. Dit kamp is enkel voor klimmers toegelaten en we zijn er helemaal alleen. Afgezien van wolken muggen dan. De volgende dag doen we hetzelfde traject op en neer om onze laatste twee zakken op te halen.

Tijdens de vele trajectjes omhoog met materiaal ©Sanne

Campamento Japones ligt nog erg ver van de routes en geplaagd door de muggen, gaan we op zoek naar een beter onderkomen. Een uur stappen hogerop, ligt er een bivak onder een gigantische boulder, een beetje muf en er is geen water. Nog wat hogerop vinden we een mooi zanderig plekje, beschut door wat boulders en met water. We besluiten om alles hierheen te verhuizen.  Nog een dag later zijn we hier volledig geïnstalleerd, nu nog wachten op mooi weer. Dat komt er niet snel aan en nadat we onze tent stevig verankerd hebben en verzwaard met wat stenen, dalen we in een stevige blizzard af en reizen terug naar Puerto Natales (een busrit van 2 à 3 uur).

Ons basiskamp onderaan de Torres ©Sanne

Ons basiskamp een paar dagen later ©Bram

Hier bekomen we van de geleverde inspanningen met lekker eten, drinken, een sauna en massage. Beter dan in de door storm geteisterde Valle del Silencio 😉 Dezelfde dag komen ook Marijke en Bram aan in Natales en we maken plannen om samen met het volgende window terug naar boven te gaan. Terwijl Marijke en Bram al naar het park trekken, gaan An en ik nog een dag zeekajakken, een nieuwe belevenis. De voorspelingen zijn goed voor twee dagen en op nog erg stormachtige zaterdag 14 januari stijgen we terug in. In campamento Japones vertellen Marijke en Bram ons dat er niet veel overschiet van ons tentje. We gaan toch verder naar boven en vinden onze tent terug, op dezelfde plek, maar aan flarden. Een stok heeft het begeven en zo het zeil gescheurd. Dankzij de stenen is de tent wel op zijn plaats gebleven en zijn we verder geen materiaal kwijt. In de gietende regen ruimen we alles op en verhuizen (nog maar eens) naar de het bivak onder de boulder, een paar honderd meter lager. Met de restanten van onze tent kunnen we het hier nog wat schappelijk maken en eten hebben we meer dan voldoende.

De schaduw van de Torres op Escudo ©Sanne

De volgende dag is het kort na de voormiddag stralend weer en we gaan de instijg al wat verkennen. Die blijkt nog bijzonder lang en zwaar te zijn, ook al leken de torens vlakbij.  We volgen de route, zoals ze vaag beschreven staat op internet, door zeer onaangenaam terrein. Ongeveer een uur verwijderd van de wand, komen we op een beschutte plek waar je kan bivakkeren. Een sympathieke Spaanse soloklimmer, Pedro Cifuentes, komt ook omhoog, met zijn support-team. Hij komt hier al meer dan 10 jaar en toont ons een aangenamere instijg door een droge geul. We laten ons klimgerief hier achter en dalen langs de voorgestelde route weer af. Marijke en Bram doen hetzelfde en ’s avonds bivakkeren we met z’n vieren aan de start van deze snellere instijg. Een kleine waterval markeert deze plek en zorgt voor water.

avondlicht op de Torres' westwand vanuit ons bivak ©Bram

Maandag 16 januari moet de dag worden. Om vier uur staan we op, het is windstil en de sterren staan al om. In amper 45’ zijn we terug bij het bivak van de Spanjaarden, waar we ons klimmateriaal oppikken. Hier deden we gisteren, bij daglicht, 2 uur over. Duidelijk een betere route. Van hier gaat het verder over brokkelig terrein en na nog eens 45’ staan we onderaan de westwand van de Torre Norte. An en ik wilden langs “Cornwall” klimmen, een route van 8 lengtes die hogerop de laatste touwlengtes van Monzino vervoegd. Marijke en Bram gaan direct voor de Monzino en duiken in de geul tussen Torre Norte en Central.

Sanne in de crux van "Monzino" ©Bram

Het is ijskoud in de westwand en we kunnen de zon pas verwachten tegen 13u. Nadat we de eerste twee lengtes (4 & 5+) geklommen hebben zijn An en ik totaal bevroren. Bovendien hangt er ijs in de derde lengte en we dalen wijselijk terug af. Snel ombouwen en we volgen Marijke en Bram in de Monzino. Via 6 lengtes simultaan klimmen (een rotsvariant links voor de geul) komen we aan de col Bich, waar we hen terugvinden in de eerste moeilijke lengte van de Monzino. Nog steeds geen zon, en er is zeker meer wind dan we hadden gehoopt. Met koude vingers en tenen klimmen we twee stevige lengtes (5.10).

An in het geweldige decor tussen Torre Norte & Central ©Sanne

Eindelijk een streepje zon in deze koude wand ©Sanne

De rest van de route is veel simultaan klimmen, met af en toe een lengte vijfde graads. Langzaamaan komen we in de zon en vlak onder de laatste lengte vinden we zelfs een plekje in de zon en uit de wind. Heerlijk! Bram klimt de laatste moeilijke en ijskoude lengte voor en om 12u staan we met z’n allen op de top. Prachtig uitzicht, maar te koud om er lang te blijven. Lunchen doen we op het plekje in de zon, waarna ons de lange afdaling wacht.

Met z'n vieren vlak onder de top, in het zonnetje

An & Marijke op de top van Torre Norte

Bram op de top met de indrukwekkende achtergrond ©Sanne

Rappelen in Patagonia is altijd een ellende, door de wind geraakt haast elke rappel een keer geblokkeerd. We klimmen zo veel mogelijk af en moeten maar 2 keer weer omhoog om een vastgeklemd touw weer los te maken. Op de col Bich komen we nog een cordée tegen, die nu pas tot hier geklommen zijn. Het is 15u. Ze vragen of het nog ver is naar de top, waarop ik helaas bevestigend moet antwoorden. De afdaling door de geul tussen Torre Norte en Central is erg vervelend en duurt erg lang. Maar uiteindelijk komen we weer veilig aan in het kamp van de Spanjaarden. Nu nog de lange puinhelling naar beneden. Uiteindelijk doen we langer over de afdaling dan over de beklimming en om 19u zijn we aan ons bivak. Het weer is alweer verslechterd en we pakken de boel bijeen en gaan nog omlaag naar ons beschutte bivak onder de boulder, waar we moe maar voldaan in onze slaapzakken kruipen.

De indrukwekkende wanden van Fortaleza en Escudo ©Sanne

De volgende dag staan we pas op als de zon ons verwelkomt en maken een uitgebreid ontbijt met spek. Pas in de namiddag dalen we verder af naar het campamento Japones, waar we een gezellige avond beleven in het gezelschap van de Spanjaarden, waaronder de cordée die we gisteren tegenkwamen op de col. Zij waren vanuit Japones vertrokken, er van uit gaande dat de instijg, zoals je de beschrijving er van vindt, wel zou meevallen. Daardoor waren ze zo laat op de col.
Na nog een nachtje in de voddige doch gezellige hut van Japones (we hebben geen tent meer), dalen we in één keer af tot aan hosteria Torres, waar we dezelfde dag nog de bus terug naar Natales nemen. Marijke en Bram blijven nog twee dagen in het park, An en ik gaan nog wat sportklimmen in de buurt van Natales. In het weekend treffen we de hele bende weer in de lokale pub. Pedro is ook teruggekeerd van zijn solo-overschrijding van de drie Torres, maar bij de eerstvolgende periode goed weer begint hij weer van voor af aan. Straf!

Nu maandag nemen we met z’n vieren de ferry (het is bijna een cruise) naar het noorden door de prachtige fjorden. An en ik vliegen daarna weer naar huis, terwijl Marijke en Bram nog een maandje hebben om te gaan klimmen in Cochamo (jaloers!). Daarover zullen we nog wel wat te lezen krijgen.

Sanne en An

The Flamencos fly home ©Sanne

Met de vlam in de pijp over de Brenner (Patagonia part 2)

17 zaterdag dec 2011

Posted by sannebosteels in Coach

≈ 3 reacties

Tags

An Laenen, Guillaumet, patagonia, Sanne Bosteels

Cerro Torre, Torre Egger en Cerro Standhardt, ©Sanne

In Patagonia kan je hevige windvlagen en ijzige koude verwachten, veel slecht weer en hard afzien. Van dat laatste hebben we ons deel gehad, maar verder was het de afgelopen week windstil en veeel te warm. Perfect helder weer en zeldzaam zicht op de prachtige spires en granieten wanden, op het uitgestrekte Hielo Continental, het is hier echt wel waauw!

Door de eindeloze pampa’s, met af en toe zicht op de Andes ©Sanne

Na de lange busreis van Bariloche naar El Chaltén, kwamen we geradbraakt aan in deze artificiële stad in the middle of nowhere. El Chaltén is hier enkel ontstaan voor het toerisme, voor trekkers en klimmers. We hadden op voorhand geboekt in een hostel, want slaapplaats is hier schaars. Het hostel waar we geboekt hadden viel zo zwaar tegen, dat we dezelfde avond nog op zoek gingen naar een beter onderkomen. Met veel geluk vonden we een perfect gelegen appartement, dat we onmiddellijk voor drie weken huurden. Prijs van een druk hostel met een gore keuken: 70pesos pp per nacht, prijs van ons appartement: 50pesos pp per nacht 😉

Cerro Torre, St Exupery, Poincenot en Fitzroy op een zeldzame heldere dag vanuit El Chaltén ©Sanne

De eerste dagen was het slecht weer boven en zagen we geen bergen. Maar het weerbericht was goed en inderdaad, de afgelopen vier dagen was het perfect mooi weer. Het plan was dan ook om van dat venster gebruik te maken en in de eerste week hier al wat moois te beklimmen.  Jammer dat we dankzij een stevige voedselvergiftiging dat plan voor een paar dagen moesten opbergen. Ondertussen was het kijken naar de mooie bergen aan de horizon.

Onderweg naar de Passo Superior, een kleine instijg van 9uur en 1600Hm ©Sanne

Mooie Spires als compensatie voor de zware instijg ©Sanne

Ik denk niet dat An al genezen was, maar ondanks de koorts, zijn we op dinsdag, twee dagen later dan gepland, toch ingestegen naar de Passo Superior, een bivakplaats onderaan de Cerro Fitzroy op 2000m hoogte (El Chaltén ligt op 400m). We deden 9 uur over deze mooie, maar eindeloos lange instijg, met zware rugzakken, vol met materiaal voor elke mogelijke beklimming en eten voor drie dagen. Vooral de papsneeuw op de gletsjer maakt het bijzonder zwaar, we zakken er kniediep in weg. Tot zover de extreme koude in Patagonia.

An hoog boven het Laguna de los Tres, het is nog ver naar de Passo Superior ©Sanne

An op ons bivak op de Passo Superior, de glimlach verbergt de vermoeidheid ©Sanne

Totaal uitgeput komen we aan op de bivakplaats, waar het stikt van de gesponsorde topklimmers, die voornamelijk Alpenduits spreken. De goede plekjes zijn bezet, maar we vinden nog plaats in een sneeuwhol dat ik met nog wat graafwerk kon vinden. Na een gevriesdroogd avondmaal kruipen we in de slaapzak. Als in het holst van de nacht de wekker afgaat, is het voor ons beiden duidelijk dat er vandaag niet geklommen wordt. We nemen het er de volgende dag van en rusten noodzakelijkerwijs goed uit. De darmen van An zijn nog altijd niet in orde, op drie dagen tijd heeft ze welgeteld één maaltijd van 500Kcal kunnen binnenhouden. Die instijg was zeker goed voor een verbruik van 7000Kcal…

De Aiguilla Guillaumet 2579m, met rechts de Brennergraat, vanuit ons bivak ©Sanne

Na wat wikken en wegen, de sneeuwcondities zijn door de hitte erg slecht, besluiten we om de volgende dag de Aiguilla Guillaumet te beklimmen langs de noordgraat, de zogenaamde Brenner-Moschioni. We hebben hiervan geen topo, maar die route werd vandaag door een andere cordée (één van die Alpenduitstaligen) geklommen en is dus doenbaar. Normaal wordt die vanuit een ander bivak geklommen, maar de toegang vanuit de Passo Superior is zeker een aanrader.

Zonsopkomst, onderweg op de gletsjer naar de Aig. Guillaumet ©Sanne

We zijn vroeg weg om van de bevroren sneeuwcondities op de gletsjer te profiteren en zijn na anderhalf uur onderaan de steile noordgraat. Via een stukje mixte klimmen snijden we 100m brokkelgraat af en staan onmiddellijk onderaan de moeilijkheden. Vier lengtes 6b in perfecte, maar soms verijsde graniet. En natuurlijk met de rugzak met dikke schoenen en stijgijzers 😉

De eerste moeilijke keuze, welke van die vier barsten gaat het worden? ©Sanne

Omdat we geen topo hebben is het routeverloop niet zo eenvoudig, zeker als je niet zeker weet welke barst je moet volgen. Op instinct dan maar en dat blijkt goed te werken. Een Argentijnse gids met klant achter ons klimt nota bene volledig verkeerd en haalt die dag de top niet.
De laatste moeilijke lengte is bijzonder mooi en daarna wacht er een paar honderd meter simultaan klimmen over niet te onderschatten bouldermoves.

Mijn maatje op de relais ©Sanne

Af en toe afklimmen in een kleine breche. Hier vinden we onze rappelroute ©Sanne

Onderweg vinden we een geschikte afdaalroute, maar eerst moeten we nog wat gendarmes over, met nog wat pittig klimwerk. Een laatste ijsveld, waar we weer de schoenen en stijgijzers voor aanbinden, leidt ons naar de top, waar we een prachtig zicht hebben op de Cerro Torre en het Hielo Continental.

An op de top van Aig. Guillaumet 2579m ©Sanne

What a view!

Hier komt de typische Patagonische wind ons tegemoet en tijdens het rappelen ondervinden we serieuze problemen. Door de wind besluiten we om maar met één touw af te dalen om zo de afstand te beperken. Desondanks moet ik twee keer weer omhoog klimmen om een vastgeklemd touw terug te halen. Hier gaat mijn eerste reserveprusik er aan voor de moeite. Met veel moeite geraken we aan de breche waar we aan de windvrije zijde relatief gemakkelijk in 5 rappels door een ijsgeul en over de enorme bergschrund weer op de gletsjer geraken.

An in de door wind geteisterde rappels. ©Sanne

Twee uur heupdiep baggeren door papsneeuw brengen ons moe maar voldaan terug in ons bivak. We besluiten om hier nog een nacht te slapen en dalen de volgende ochtend af over de maar halfbevroren gletsjer. We laten een deel van ons materiaal achter op de Passo Superior, in de hoop hier in de komende weken nog een mooie beklimming te kunnen doen. Maar eerst drinken, eten en slapen en dan zien we wel verder. Tot slot nog wat wildlife:

El Condor pasa ©Sanne

Woody Woodpecker ©Sanne

El condor del Frey (Patagonia part 1)

08 donderdag dec 2011

Posted by sannebosteels in Coach

≈ 2 reacties

Tags

An Laenen, Frey, patagonia, Sanne Bosteels

Sanne onderaan de Campanile Esloveno, Frey ©Ido

Al ruim een week zijn we in het zonnige Zuid-Amerika, waar het weldra zomer wordt. In Santiago, de hoofdstad van Chili bleven we twee dagen om de stad te bezoeken en wat laatste regelingen te treffen. Eén van die regelingen is dat we later terug naar huis keren en dus langer op reis kunnen zijn 😉 En we bezochten er het bekende wijnhuis “Concha y Toro”, waar we licht aangeschoten weer buiten kwamen. Maar daarna reden we met de hier erg comfortabele nachtbus, al een heel stuk naar het zuiden. Via Osorno naar Bariloche, in Argentinië.

De beroemde wijnkelder "Casillero del Diablo" ©Sanne

An aan het Laguna Nahuel Huapi, veel vulkaanstof aan de horizon ©Sanne

Tussen Osorno en Bariloche rijden we over de Andes en de grens tussen Chili en Argentinië. Van ver leken de bergen mooi besneeuwd, maar in werkelijkheid waren ze bedekt door decimeters vulkaanstof. De nabijgelegen vulkaan “Puyehue” is al weken aan het rommelen en verstoord hier het luchtvaartverkeer. Als gevolg hiervan is het bijzonder rustig in het anders zo toeristische Bariloche. We installeren ons in de erg gezellige hostel “La Bolsa”.

Onverwacht treffen op de Cerro LlaoLlao

In afwachting van beter weer nemen we de volgende dag de bus naar het nabijgelegen nationaal park LlaoLlao en beklimmen er de Cerro LlaoLlao, waar we een prachtig zicht hebben op de omliggende bergen en fjorden. Een wandeling van ruim 4 uur in the middle of nowhere. En wie komen we vlak onder de top tegen? Bram en Marijke! De rest van de wandeling doen we samen, door het mooie regenwoud. We spreken af om de komende dagen te gaan klimmen in Frey. An en ik ontmoeten in het hostel een sympathieke Israëlische klimmer, Ido en nodigen hem uit om met ons mee te klimmen. Marijke en Bram komen een dag later omhoog, met een vriendin van Marijke, Jolien.

Refugio Frey, een mecca voor liefhebbers van graniet ©Sanne

Het complexe massier van Frey, waar de juiste granieten toren een hele opgave is

Frey is een combinatie van Corsica, Valle dell’Orco en Val di Mello. Steile granieten torens in een alpiene omgeving, met een complexe approche. Prachtig multipitch tradclimbing, avontuur verzekerd. Voor elk wat wils. Een sympathieke berghut op 1700m, waar alles kan, van gratis kamperen en zelf koken tot volpension. En een prachtig meer om na een warme klimdag in te gaan zwemmen. Wij opteren voor het kamperen in ons eigen tentje en nemen enkel ontbijt mee voor vier dagen. Avondmaal nemen we in de hut, lekkere pizza en een goede fles Argentijnse rode wijn.

Ons plekje in Frey ©Sanne

An op de relais boven de laguna Toncek ©Ido

De instijg naar de hut is goed voor een dikke drie uur, door een steeds veranderend landschap. Nadat we ons tentje opgesteld hebben, gaan we ineens voor een eerste beklimming op de nabijgelegen Pilares della Tierra de mooie route “Anticlica”. Drie lengtes erg gevarieerd klimmen op het beste graniet. Ido klimt met ons mee en neemt mooie foto’s.

Sanne in L2 van "Anticlicia", luchtige 6a ©Ido

Op de top van Pilares della Terra ©Ido

In dit gebied liggen honderden prachtige routes, dus hoe een keuze maken uit al dat moois? We besluiten om enkele routes te klimmen die Michel Piola hier in 1990 opende. De tweede dag in Frey doen we een instijg van 2 uur om aan de Campanile Esloveno te geraken, een prachtige vrijstaande toren op 2500m met een 360° uitzicht over de Andes. Een loodzware, Corsicaanse instijg, maar elke meter klimmen op de route “Imaginate” was de moeite waard!

Sanne op de Campanile, met de Monte Tronador op de achtergrond. ©Ido

An & Sanne in de door de wind uitgesleten grot halverwege de rappels. ©Ido

Pas laat in de namiddag (2uur instijg, 5 uur klimmen en 2uur afdaling) komen we terug aan het meer en genieten van een frisse duik. Marijke, Bram en Jolien zijn ondertussen ook aangekomen en we genieten samen van het avondmaal en maken plannen voor de volgende dag. An en ik besluiten om nog een viersterren route van Piola te klimmen, op de Cohete Lunar. Opnieuw een lange instijg van anderhalf uur, gevolgd door 250m hard en steil klimmen. De route “Objectivo Luna” is prachtig, de laatste lengte loopt over een blok zo groot als een huis, die volledig los op zijn sokkel ligt!

Sanne in L1 van Objectivo Luna ©An

In de derde lengte komt een koppel Condors onze klimactiviteiten bekijken. Erg indrukwekkend als zo’n vogel met een spanwijdte van ruim 4m even boven je hoofd komt cirkelen. Waaaauw!

An & Sanne op de top van Cohete Lunar ©Marijke

Gelukkig bleef de toren staan, ook tijdens het rappelen 😉 De afdaling was verder nogal gecompliceerd, maar we zijn nog op tijd voor een duik in het meer. Bram en Ido beklommen  de Cerro Principal, met een erg gecompliceerde afdaling en waren pas om 23u terug in de hut. Naar Argentijnse normen ruim op tijd voor het avondmaal.
Vandaag was het erg warm en An en ik zijn rustig terug afgedaald naar Bariloche, waar Ido nu een lekkere maaltijd voor ons aan het koken is. Morgen met de bus naar El Chaltén, langs de Ruta 40.

Vulkaanstof tussen de torens van Frey ©Sanne

Onze nieuwe klimmaat Ido op de top van de Campanile Esloveno ©Sanne

Tot binnenkort,
An & Sanne
Meer info over Frey op PATACLIMB

← Oudere berichten

Mount Coach Events:

Mount Coach Sponsors







25













25

Mount Coach

Onze sponsors

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid
  • Volg Volgend
    • MOUNT COACH
    • Doe mee met 119 andere volgers
    • Heb je al een WordPress.com-account? Nu inloggen.
    • MOUNT COACH
    • Aanpassen
    • Volg Volgend
    • Aanmelden
    • Inloggen
    • Deze inhoud rapporteren
    • Site in de Reader weergeven
    • Beheer abonnementen
    • Deze balk inklappen
 

Reacties laden....