“Come in guys! Sit down, we have cold beer, warm fishsoup and fresh bread! You’re lucky, you just arrived and the Northern lights are shining!”
Wel, dat kan tellen qua ontvangst. Het is ergens rond middernacht wanneer we arriveren in Dalvik, in het Noorden van Ijsland. Onze huurauto zit afgeladen vol met skimateriaal en mijn drie partners in crime: Tim, Sam en Frank. Ons doel: skitoeren boven de Ijslandse fjorden.
Het was een korte, maar mooie winter. Na twee fantastische trips in december (naar de Queyras en Andermatt) had ik wat andere prioriteiten.
Haar naam is Zoen en ondertussen is ze al drie maanden oud 😉
Het verlengde weekend van 1 Mei bleek het goede moment om wat stijlere lijnen op te zoeken. Partner in crime Franks Saeys was ook van de partij, net als Tim De Dobbeleer en Tim Vanhoutteghem. Na een te korte nacht kwam Tim op de deur van onze mobilhome kloppen met warme koffiekoeken.
Snel ontbijten, als eerste de Grands Montets lift in (Chamonix) en direct tot boven. Na een stukje touren en klimmen naar de col van de Petite Verte wachtte onze brunch: ‘Couloir Chevalier‘ (400m, 5.3, +50°-45°). Omdat we niet op de hoogte waren van de omstandigheden besloten we de eerste 15m te rapellen om de sneeuw even te testen. Goede grip, fantastisch zicht en véél zin. Gaan met die banaan!
Tim Vanhoutteghem aan de start van couloir Chevalier
Pente raide = blijven concentreren!
Niet mis qua uitzicht, toch?!
Nog even naar beneden via de Argentière gletsjer
Tegen de middag stonden we moe maar voldaan terug op de parking. Lang leve Chamonix en zijn liften! De volgende dag bleven we beneden wegens aanhoudende regen. De sneeuwgrens zakte tot 2000m en er was zon in het vooruitzicht. Zouden we?
Vorig jaar was ik thuis toen Jonas en Tim een poging deden om de Mont Blanc te beklimmen via de Grands Mulets en de noordwand af te skiën. Door hoogteziekte moesten ze toen jammer genoeg terugkeren.
Deze keer was Jonas ook van de partij met 2 vrienden, net als Tim. In totaal zouden we dus met 9 naar de hut trekken.
Concentratie voor het vertrek…
Het mooie weer bleef jammer genoeg op zich wachten, dus in de sneeuw en mist vertrokken we richting hut. Na een uurtje of 4 hadden we de Bosson gletsjer overgestoken en de nodige hoogtemeters gedaan tot aan de hut.
Grijs en grauw onder de noordwand van de Aiguille du Midi
Waar blijft die zon?
Ha, daar is ze!
En de start van onze route
Om 1 uur klonk de wekker en was het tijd om te vertrekken. Nog wat gedesoriënteerd vertrokken we in colonne op de gletsjer. Na drie keer van gedacht te veranderen besloten we toch voor de graad-route te kiezen. Die is iets langer en zwaarder, maar veiliger qua seracs. Al moesten we wel een steeds steiler wordende helling op met zo een veertigtal andere tourskiers. Hmm.. Verse sneeuw, veel mensen en en niet gespoorde helling…
Wakker worden!
Enige tijd later klonk opeens ‘lawine, lawine’ en stoof iedereen alle kanten uit. Ik zag gelukkig snel dat ik op een relatief veilig plaats stond en dat de lawine niet breder werd. Enkele mensen werden ongeveer twintig meter meegetrokken, maar zonder veel erg. Ik had de reflex om direct te gaan kijken met mijn bieper in aanslag, maar van bovenaf werden we gerustgesteld dat er slechts drie mensen betrokken waren, en die begonnen stilaan recht te staan. Einde verhaal dus, wegwezen was de boodschap.
9u30: Beer ‘o clock in Chamonix!
Jammer genoeg waren we niet in de hut op het goede moment, maar er komt nog wel eens een andere keer. Iedereen is veilig teruggekeerd en niemand heeft de top gehaald (of de noordwand geskiet) die dag.
Het was in ieder geval fantastisch om met een hele bende daar te zijn. bedankt iedereen voor de leuke tijd!
Omdat we door het werk van An gebonden zijn aan de schoolvakanties, was het niet evident om een geschikte ijsklimbestemming te vinden tijdens de krokus. Vergeet al die overbevolkte bestemmingen waar je om 0500u op moet staan om nog een kans te maken de eerste te zijn onderaan een waterval, vergeet al die uitgeslagen ladders waar je nog amper ijsbijlen nodig hebt, vergeet al dat vallend ijs van de cordée boven je. De Dolomieten zijn weliswaar een uur of tien rijden, maar dat is even lang rijden als naar pakweg Freissinières of Fournel.
Om de reis wat te breken gingen we eerst op bezoek in Berchtesgaden, waar met lokale gids en kersverse vader Hansi Stöckl op skitour gingen en alvast konden genieten van een maagdelijke afdaling door de beste verse poeder. An had op zaterdag nieuwe toerski’s gekocht en die werden al meteen in de beste omstandigheden getest! Vanaf zondagavond trokken we in ons appartementje in Badia, onze uitvalsbasis voor een fantastische week ijsklimmen in het hart van de Dolomieten.
Maandag beklimmen we onze eerste waterval in het nabijgelegen Colfosco. We slapen uit en na een korte instijg van 30′ (geen tourski’s nodig) komen we tegen 10u aan de waterval, geen mens te zien. Met “Lajunta” (100m, II 4), volgens de topo toch een klassieker, openen we de week. An kan haar nieuwe Nomics nu ook zelf uittesten en ook het klimmen met monopoint bevalt haar goed. In de namiddag begint het te dumpen en dat zal zo zijn invloed hebben op de komende dagen 😉
Als we dinsdag vertrekken, is er zo’n 50cm verse sneeuw gevallen. Maar het blijft overdag nog sneeuwen en de zichtbaarheid is niet optimaal. We besluiten om vanuit Lagazuoi de Val Travenanzes in te skiën en eens te kijken of we van boven uit aan de watervallen kunnen geraken. Nadeel is wel dat alles wat we naar beneden skiën, ook weer omhoog moeten. Uiteindelijk blijkt de sneeuw te diep en de vallei te vlak om voordeel te hebben van deze approche. We klimmen die dag geen ijs, maar doen wel een dikke 800Hm met 25kg ijsklimrugzak, goei training!
Woensdag, grand beau en ijskoud: Time to ride! Na het lange afzien van de vorige dag, tijd om eens echt te genieten van die verse diepsneeuw. Vanuit Arabba volgen we de skiliften richting Marmolada en nemen onderweg al wat verse poeder mee. Op de pistes is het megadruk en ook in de bak naar Marmolada zitten we als sardines in een blik. Maar als we boven even de vellen opleggen en naar de op één na hoogste top van de Marmolada klimmen, Punta Roccia 3309m, zijn we helemaal alleen. En het wordt nog beter als we de volle 1500Hm naar beneden kunnen knallen door zowat de beste diepsneeuw die ik ooit gehad heb! Onderweg skiën we nog door de “canyon”, een wonderbaarlijke passage.
Na deze onderbreking (zo’n dump konden we niet laten liggen), gaan we donderdag verder met hetgeen waarvoor we gekomen waren: ijsklimmen. Dit keer trekken we naar de bekendste ijklimspot van de Dolomieten, de kloof van Sottoguda. Een approche van 5′ (te voet) en een uitgebreide keuze aan watervallen en drytooling in alle moeilijkheidsgraden, je zou denken dat het hier dan wel aanschuiven is. Maar ook hier, tijdens de krokus, hebben we het maar voor het uitkiezen. Ook al moet ik toegeven dat we vandaag toch eens andere ijsklimmers zien, een cordée of 3. We beginnen met een leuke opwarmer, Cascata nel Sole (100m, I 3+).
Wat nog ontbreekt op ons palmares deze week, is een stevige multipitch. We keren vrijdag terug naar het prachtige Val Travenanzes, volgens de topo de meest indrukwekkende sector. Deze keer vertrekken we vanuit het andere einde van de vallei, van beneden uit, met de tourski’s. De twee uur instijg zijn meer dan de moeite waard:
We gaan direct voor de (volgens de topo) mooiste waterval van de Dolomieten: Sogno Canadese, 200m IV 5+. En het moet gezegd, dat zou wel eens kunnen kloppen; prachtig ijs, geen mens in de buurt, elke relais in een prachtige grot en een fantastisch decor. Toch een klein nadeel, een douche in de eerste touwlengte, maar daarvoor dient goretex en WOLLEN handschoenen!
Net voor donker zijn we terug aan de auto, een prachtige lange dag! Er rest ons nog één dag, want welke idioot rijdt er nu op zaterdag naar huis? We verlaten ons appartement en zijn pas tegen een uur of tien aan de watervallen in Colfosco. Het is weekend en ja, toch wel, er zit een cordée in de waterval die we willen klimmen. Gelukkig zijn die gasten wel vroeg opgestaan en tegen dat we ons klaargemaakt hebben, zijn ze al aan het rappelen. Zo kunnen we nog in alle rust afsluiten met Spada de Damocles, 150m II 4+/5.
Vandaag, 31 januari, wordt mijn grootvader 90. Het is ook mijn laatste dag op Antarctica voor dit seizoen en om het plaatje compleet te maken, was het voor de verandering eens prachtig weer. Twee wetenschappers van het meteorieten-team, hadden nog graag wat werk gedaan rond de Ketelersbreen, de perfecte gelegenheid om er nog een laatste keer op uit te kunnen trekken. Vanochtend zette ik hen af op de plaats waar ze wilden werken, maar eerst kon ik, met de hulp van Steven Goderis, mijn skidoo klaarzetten op de plaats waar ik met mijn ski’s zou aankomen na de lange afdaling. Daarna aan de slag, een dikke 1500Hm stijgen naar de hoogste top in de keten van WiderØfjellet, die uiteindelijk 3050m hoog blijkt te zijn.
De afgelopen vier dagen heeft het wat gesneeuwd, waardoor het blauwe ijs wat bedekt is. Tot voor kort was deze beklimming onmogelijk met ski’s, maar door deze uitzonderlijke omstandigheden is het een buitenkansje.
Sporen door de uitzonderlijk goede sneeuw voor Antarctica
Eerder dit seizoen, eind november ergens was ik ook al onderweg naar deze top, met AH. Lees het verslag hier opnieuw. Toen moesten we de beklimming afbreken door de extreem koude wind en bevriezingen. Vandaag vroeg ik me dus af of er al iemand op deze top geweest was. In het boek “Mountaineering in Antarctica” van Damien Gildea uit 2010 staat op pagina 104 letterlijk: “it seems that the highest point of the Sor Rondane mountains, a 2999m peak in the WiderØfjellet, remains unclimbed”
De laatste paar honderd meter moeten de ski's op de rug
Na meer dan 1000m gestegen te hebben over een besneeuwde gletsjer aan de noordzijde, beklim ik de oostgraat. De sneeuw wordt te ijzig om met ski’s verder te gaan en ik doe de stijgijzers aan. Uiteindelijk over wat klauter-passages naar de top. Hier vind ik een kleine steenman (cairn), waardoor ik weet dat AH hier al eerder geweest moet zijn. Ik had de top anders graag Martin’s peak genoemd en wie weet, doe ik dat alsnog. Na wat foto’s, onder andere van het 100km verderop gelegen Nansen Iset, meet ik met de GPS de echte hoogte: 3050m. Maar het is ongelooflijk windstil en zelfs de reep chocolade die ik meeheb, is gesmolten… omgekeerde wereld! Ik daal terug af naar de plaats waar ik kan beginnen skiën en geniet van de erg lange afdaling.
Heerlijk, meer dan 1500m afdalen, met maar enkele steile passages
Eén ding is zeker, ik ben wel bezig met de allereerste ski-afdaling van deze hoogste top! En de sneeuw is goed, alleen op het einde moet ik wat blauw ijs omzeilen, wat niet zo makkelijk blijkt. Op een gegeven moment bevind ik me op een strook sneeuw van 2m breed, tussen blauw ijs in een helling van 40° steil. Spannend!
Het laatste spannende stuk skiën. Morgen Kaapstad 😉
Zonder verdere problemen kom ik aan bij mijn skidoo. Even later haal ik de wetenschappers op en we rijden de 30km terug naar het station. Ondertussen is het vliegtuig al aangekomen, de piloten blijven op de basis overnachten. Inpakken en morgen in twee vluchten naar Kaapstad, waar het contrast met hier niet groter kan zijn. +30°C, mojitos en terug wennen aan zaken als geld, tijd, GSM’s en files…
Gelukkige verjaardag, Martin!
Kerstmis is achter de rug hier en het is hoogzomer. Uit de wind en in de zon is het aangenaam vertoeven bij -5°, warmer dan het nu in België is, hoor ik jullie al denken. Ik ben alweer een dikke week aan het werk rond de basis, maar het eerste wat ik gedaan heb na de terugkeer van de kust, was een grote verzoening tussen snowboard en ski. Enkele leuke afdalingen op niet al te slechte sneeuw.
Voor een keer komen skiërs en snowboarders goed overeen 😉
De fun was van korte duur, vorige zondag vertrok een grote ploeg naar huis, maar er kwam ook een nieuwe ploeg van in totaal 11 wetenschappers aan hier en die moeten allemaal een opleiding volgen om te kunnen overleven op Antarctica. Dat is mijn werk en ik geef een Field Training van twee dagen waarin alle “basic skills” aan bod komen. Dat gaat van het gebruik van hun persoonlijke uitrusting, “How to shit on Antarctica” tot rijschool met de skidoo en spaltenberging. Terwijl ik deze week bezig was met de nieuwe ploeg wetenschappers, vertrok een konvooi van vier Prinoths naar Crown Bay om het schip, de Mary Arctica, te gaan ontladen.
Dag één van de Field Training. Skidoo-rijschool en leren omgaan met crampons
Het is niet makkelijk om les te geven aan 11 wetenschappers van allerlei pluimage. De voertaal is weliswaar Engels, maar het Engels van een Rus, een Duitser of een Japanner is niet altijd even makkelijk te verstaan 😉 Het gezelschap is erg internationaal, 2 Japanners, 4 Duitsers, 1 Rus, 1 Luxemburger, 1 Zwitser, 1 Franstalige Belgische en een Vlaming. Om die hele bende in de hand te houden en ervoor te zorgen dat alles veilig blijft, moet ik ogen op mijn rug hebben. Daarbij komt nog dat een deel van die mensen nog nooit op Antarctica geweest zijn en anderen hier al 20 jaar ervaring hebben. Maar dat is geen garantie, want uitgerekend die Duitser met 20 jaar ervaring is de grootste kluns met een Skidoo.
De tweede dag van de Field Training rijden we met de hele bende naar de Gunnestadbreen, waar we een goede didactische crevasse ontdekt hebben. De technieken die ik in Antarctica aanleer zijn wat verschillend van die in de Alpen. Een T-anker werkt hier bijvoorbeeld niet, dus wordt er vooral op basis van Skidoos gewerkt als verankering. Omdat het zo’n mooi weer is, doen we aansluitend een kleine beklimming van Teltet, een nabijgelegen Nunatak. Ik profiteer ervan om nog een ski-afdaling mee te pikken.
De Gunnestadbreen gezien vanop Teltet. Perfect zomerweer
Na de Field Training, werk ik een aantal dagen met de Duitse geologen. Daarbij moet ik een aantal routes uitzetten en afvlaggen naar de Ketelersbreen en de Duboisbreen, twee nabijgelegen gletsjers. Het leuke aan Geologen is dat je ze maar aan een hoop stenen moet afzetten, waarna ze een paar uur zoet zijn. Tijd genoeg dus om wat toppen te beklimmen en beskibare hellingen op te sporen.
Met de geologen in Ketelersbreen
Het weer is niet altijd even goed, maar ook als het bewolkt is, kan er wat gedaan worden. Ik bemerk een opvallende piek boven de samenvloeiing van twee valleien. Van op deze top kan ik de 50km verderop gelegen toppen zien liggen die ik vorig jaar naar An, Hans en Koen genoemd heb. Een goede plek om een steentje van Joris achter te laten en Joris’ Peak te noemen.
Ik schrijf een in memoriam op de rotsen.
De top van Joris Peak, met in de verte Mt Houttequiet, Mt De Backer en Mariën Peak.
Na een dag op de Ketelersbreen, werk ik rond Kerstmis vooral op de Duboisbreen, in beter weer. De geologen trekken van Nunatak naar Nunatak en ik kan ze niet al te lang alleen laten. Ik beklim een paar kleine toppen en ski er telkens weer vanaf. Niks spectaculairs, maar wel leuk.
Stenen rapen in Duboisbreen
Skidoo-skiing op de Nunataks rond Duboisbreen
Gisteren kwam het konvooi terug van de kust en we hebben weer voorraad van alles. Gisterenavond vierden we het kerstfeest, met lekker eten, en met de luxe van echt Belgisch bier: op het schip zat een lading Vedett. Een toepasselijk bier voor Antarctica, let maar eens goed op het etiket van een flesje Vedett. En Kristof slaagde er zelfs in om echte Mojitos te shaken 😉
Kerstmis op Antarctica, met verse voorraden en echte Mojitos!
Het zal allemaal van korte duur zijn, want over een paar dagen vertrek ik voor een maand met een tweede grote wetenschappelijke expeditie naar één van de koudste plekjes op Antarctica. Meer daarover binnenkort.
Sanne
Utsteinen Nunatak, waarvan ik elke helling afgeskied heb.
Na twee weken downer than under, is er weer de buitengewone luxe van internet. Om die twee weken in woord en beeld te vertellen, weet ik niet goed of ik per onderwerp een aparte post moet maken (zoals Tim dat in september deed vanuit Yosemite), of een groot bericht met het hele verhaal. Ik denk dat ik maar alles in een keer op de site gooi, want over twee dagen vertrek ik voor drie weken op een wetenschappelijke expeditie naar de kust van Queen Maud Land.
De eerste week was hard. De vlucht van Kaapstad naar Novo airbase vertrekt om 2330Hr, waardoor je om 0400Hr in de nacht op Antarctica landt. In Novo is het altijd beestig koud, -15° en een ijskoude wind. Gedurende drie uur ben je in die wind bezig met het ontladen van de Ilyoesjin en het overladen op de DC3 Basler. De piloten hadden haast en zonder eten of drinken, aansluitend een “binnenlandse” vlucht van anderhalf uur naar de Belgische basis Prinses Elisabeth.
De ondergesneeuwde basis vanuit de cockpit, vlak voor de landing
De vlucht is weer adembenemend mooi en we landen op de hobbelige vlakte naast de basis. De twee skidoo’s die daar in een container opgeborgen zijn starten meteen, zodat we naar de basis kunnen rijden met onze bagage. Het wordt een lange, vermoeiende dag zonder eten, drinken en slaap. Uiteindelijk geraken we binnen, waar het kouder is dan -20°, een echte diepvries. ’s Avonds smelten we wat sneeuw en eten wat soep. Om 2300Hr kruip ik uitgeput in mijn slaapzak, het is -25° in mijn slaapkamer.
De rest van de week had ik eigenlijk de komende expeditie in detail moeten kunnen voorbereiden, maar het onvermijdelijk sneeuwruimen neemt de meeste tijd in beslag.
voor
tijdens
de uitgegraven basis vanuit mijn gebruikelijke perspectief
De eerste week werken we 14 uur per dag. Ontbijt om 0700Hr, werken tot 2100Hr en dan een stevige maaltijd. We koken om de beurt en de dokter is de hele dag bezig met sneeuw smelten. de generatoren leveren stroom en de basis warmt langzaam op. Na enkele dagen stijgt de temperatuur in mijn slaapkamer tot boven het vriespunt. Water voor hygiëne is er niet, enkel een half glas water per dag om de tanden te poetsen.
Op zondag is het rustdag. Ik gids met Alain twee mensen naar de top van Utsteinen. Na deze mensen veilig beneden gebracht te hebben, klim ik met de ski’s op de rug omhoog langs de steile oostgraat en geniet van de eerste afdaling van het seizoen.
’s Avonds maken de militairen, Kristof, Kazze en ik steak frites. Tijdens het frieten bakken in de garage, ziet Kristof dat de dakbalken van de garage het begeven onder het gewicht van de sneeuwmassa. De balken scheuren, maar het dak stort net niet in. In allerijl wordt het dak gestut. Wie had gehoopt dat het sneeuwruimen voorlopig voorbij was… De komende dagen zijn we dus bezig met het verwijderen van tonnen betonharde sneeuw, die tussen de fotovoltaïsche panelen opgewaaid zit.
Daarvoor bestaan verschillende methoden, maar voor een gewone schop is de sneeuw te hard en zelfs onze nieuwe Honda sneeuwfrees geraakt er niet door. De oplossing ligt in het gebruik van een kettingzaag.
Uiteindelijk komt het altijd neer op de volgende vraag: Welke idioot maakt een plat dak in een sneeuwrijke regio? Maar goed vele dagen menhirs snijden en blokken werpen later hebben we meer dan 70 ton sneeuw van het dak gehaald. Tussen het sneeuwruimen door, maak ik wat tijd om toch al enkele noodzakelijke voorbereidingen te treffen. Vorige zaterdag kwam de vlucht met mijn klanten aan. Dat betekende voor mij het einde van het sneeuwruimen en het begin van een hectische periode om de expeditie van drie weken met 7 personen voor te bereiden. Dat moet erg minutieus gebeuren, want als je iets essentieels vergeet mee te nemen, kan je niet snel even langs de winkel om het bij te kopen. Ik volg een lange checklist, die ik na mijn ervaringen van vorig jaar heb opgemaakt. Maar onderweg komen er allerlei problemen bij en wordt de lijst nog wat langer.
Op zaterdagavond is het licht perfect en René maakt een korte fotoshoot van nog een ski-afdaling tussendoor. Zondag, rustdag. Samen met Alain Hubert onderneem ik een lange alpiene beklimming in de 3000m hoge bergketen Wideroefjellet op 20km ten zuiden van de basis. Het weer is ’s ochtends perfect. Met de skidoo’s rijden we langs de Ketelersbreen omhoog tot onderaan een mooie graat, die er beklimbaar uitziet. In een zacht zonnetje en uit de wind beklimmen we deze graat, die toch 800m hoog blijkt te zijn. We komen op een voortop, waar we uitkijken om naar de volgende bergkam te kunnen oversteken.
We dalen wat af naar een winderige col, waar we een rappel doen op een enorme zandloper. We moeten 200Hm afdalen om een brokkelige rotsband te omschrijden en klimmen terug omhoog naar een volgende col. We beklimmen een enorme helling, die uiteindelijk nog eens 800Hm lang blijkt te zijn. Gaandeweg komen we in een ijskoude wind terecht en de temperatuur wordt extreem laag. Achter deze laatste bergkam begint het ijsplateau dat in een eindeloze vlakte op 3000m hoogte doorloopt over de zuidpool tot aan de andere kant van Antarctica. De beruchte ijskoude wind die van deze hoogvlakte afwaait, heet de katabatische wind.
Langzaamaan begint er vanalles te bevriezen, ondanks dat ik alles goed ingepakt heb. De wind blaast los door mijn balaclava en vooral mijn neus krijgt het zwaar te verduren. En zonder zever, ik voel mijn ballen letterlijk bevriezen. Dit mag niet te lang meer duren. Op 2900m, vlak onder de top, kunnen we langs een col afdalen in een vallei, die rechts van ons weer afdaalt naar de Ketelersbreen. Met de wind in de rug rennen we naar beneden. Ook Alain heeft een bevroren neus en het is geen minuut te laat dat we aan deze wind ontsnappen.
Door de katabatische wind voortgejaagd
Uiteindelijk geraken we aan de skidoo, die op het einde van deze vallei door onze vriend René op voorhand is afgezet. Totaal verkleumd halen we de andere skidoo op en rijden een koude rit terug naar de basis. Gelukkig wacht daar een warme douche, want ook dat is intussen in orde gebracht. Volgens de tabellen, was het vandaag -45°C op 3000m! Mijn neus is nog altijd gevoelloos, maar de ballen zijn gelukkig al ontdooid 😉
Vandaag ben ik de hele dag bezig geweest met het inladen van het konvooi waarmee ik binnenkort vertrek. Ik zal drie weken alleen mijn zes wetenschappers begeleiden, nadat Alain ons heeft afgezet op de plaats waar de ijsboringen gaan beginnen, zo’n 300 km van hier. Hij rijdt dan na enkele dagen terug naar de basis met een skidoo.
Ergens tussendoor heb ik nog de erg steile oostwand van Utsteinen afgeskied en Michel, onze dokter maakte er dit filmpje van:
Een hele bende, prachtige bergen en dikken ambiance!
Met temperaturen van 27° de afgelopen dagen en al enkele klimkilometers op de Belgische rotsen in de vingers, is het moeilijk om nog een verslagje te schrijven van de tourskistage van twee weken geleden. Een overvolle agenda weetjewel… Maar beter laat dan nooit.
Onder leiding van mezelf en Bart Overlaet, trokken we de tweede week van Pasen naar het skitour-eldorado Silvretta op de grens van Oostenrijk en Zwitserland. De groep bestond uit MC3 (Marijke, Bram, Tim, Maxime, Nelson en Jonas), Jasper en Erika De Coninck, Brenda De Fré, Gert en Dirk Houttequiet en Els Houttequiet (de ouders en zus van An Houttequiet). Ook Sam was een paar dagen van de partij, nadat hij met Jonas de Couturier op de Verte had beklommen.
Van de Piz Tasna noordwand schiet niks over na onze passage
Na mijn drie weken poederplezier in de Italiaanse alpen, was ik een beetje bang voor de condities in de Silvretta. Een lage lawinegraad 2, beloofde veilige omstandigheden, maar waarschijnlijk een kapotgeskied en verijsd gebied. Niks was minder waar. Op lagere hoogte konden we skiën op een firn alsof op een piste en hogerop lagen enkele noordhellingen er maagdelijk bij in goede diepsneeuw.
Zaterdag 10 april warmden we ons op in het skigebied van Ischgl, waarna we nog een instijg van anderhalf uur deden naar de Heidelberger Hütte, waar we de eerste vier dagen zouden verblijven. Dankzij deze infrastructuur kon ik ’s avonds de lessen lawinekunde geven op powerpoint om alles overdag in de praktijk te brengen. De eerste tocht doen we in een grote groep, naar de Heidelberger Spitze 2965m. Een eerste maagdelijke afdaling is onze beloning.
Een paar MCers in de noorwand van Piz Davo Lais
De tweede dag wordt al onmiddelijk een stevige onderneming. Eerst langs een lange vallei naar Piz Tasna 3179m, die we langs een mooie graat met de ski’s op de rug beklimmen. Daarna de steile en maagdelijke noordwand af. Dat verloopt niet zonder een occasionele valpartij, maar wel een pracht van een run. Vervolgens terug noordwaarts naar de Piz Davo Lais 3018m voor de tweede top van de dag. Ook hier skiën we een steile en maagdelijke noordwand af. Na een tocht van 7 uur en 1500Hm, nog een stevige brok theorie over de faktorencheck en de bloktest. Dinsdag beginnen we rustig met een praktijkles bloktest, conversies in erg steil terrein en een klassieke lawinereddingsoefening. Maar in de namiddag doen we nog een skitocht naar Piz Mottana 2900m.
Op de Dreiländerspitze 3197m
Woensdag verlaten we in slecht weer de Heidelberger Hütte. Het plan was ambitieus, maar na eerst gespoord te hebben tot aan het Lareinferner joch 2853m, maken we wegens nul zicht rechtsomkeert. Na een korte afdaling terug omhoog naar het Zahnjoch 2947m, waar we met iets beter zicht kunnen afdalen tot aan de Jamtal Hütte. Hier verblijven we maar een nacht, maar er wordt uitgebreid gebruik gemaakt van de ijswand om het klimmen op tourskischoenen in steil ijs eens uit te proberen. Ook de boulderwand binnen wordt druk gebruikt. Blijkbaar nog energie genoeg, die jong gasten. We gaan eens iets zwaarder moeten gaan touren…
Donderdag steken we over naar de laatste hut van onze trip, de Wiesbadener Hütte. Langs een mooie omweg over het Jamjoch 3078m, beklimmen we vervolgens de bekende Dreiländerspitze 3197m. Opnieuw wacht ons een mooie afdaling om in de namiddag aan te komen op het terras van de hut. Hier weten de gasten niet waar ze moeten kijken, het prachtige uitzicht op de Piz Buin, of de charmante bediening van Andrea?
In het couloir naar de top van Piz Buin 3312m
Vrijdag wordt het klapstuk van een al meer dan geslaagde week. Het wordt tijd om eens tot het uiterste te gaan. Maxime leidt team MC3 in een stevig tempo van 15Hm/min naar de Buinlücke, waar we ons snel inbinden en de Piz Buin 3312m bestormen. Na een topfoto aan de bron van de gelijknamige zonnecrème, dalen we weer af naar onze ski’s. Ik besluit het extreem steile zuidcouloir van 55° steil af te skiën, tot ontzetting van sommigen. Maar ondanks de moeilijke zuidwandsneeuw, komt iedereen heelhuids beneden. Vervolgens terug omhoog door een bloedhete vallei, naar de Silvrettapas. We beklimmen de tweede top van de dag, de Silvretta Egghorn 3147m. Een prachtig uitzicht is onze beloning, maar nog beter, een fantastische afdaling langs de noordoostwand. Om nog meer skiplezier te halen, dalen we zelfs af tot een stuk onder de hut. De laatste loodjes, terug omhoog naar het terras van de Wiesbadener Hütte, waar Andrea klaarstaat met frisse pintjes. Een tochtje van 1800Hm met enkele extreme afdalingen als afsluiter, niet slecht.
Piz Buin en de Silvretta Egghorn
De laatste dag steken we het Bieltaljoch over en dalen langs het prachtige Bieltal af in de richting van Galtur. Alleen de laatste kilometers zijn slopend, een hoop skating door het vlakke onderste deel van de vallei. Maar uiteindelijk komen we met de skibus terug in Ischgl, waar we na een stevig middagmaal weer naar huis rijden. Met 8000Hm en 11 toppen of cols, alle theoretische en praktische kennis om zelfstandig te gaan touren, fantastische hutten en sneeuwcondities, maar vooral een geweldige sfeer in deze grote en enigszins heterogene groep, was het een uitzonderlijk goede week. Al ging het niet altijd even goed:
Een anonieme MCer in actie 😉
Mooie actiefoto
Tot slot, bekijk HIER de foto’s.
Geniet van het komende klimseizoen,
Donderdag dus ingestegen naar de rifugio Vittorio Emmanuele, onderaan de Gran Paradiso. In de namiddag geef ik een les over de bloktest onderaan deze wand. Eerst vroeg ik wat ze van de wand vonden, hoe steil die was en of ze gevaarlijk leek of niet. De antwoorden variëerden wat, maar we waren het allemaal over eens dat de wand steiler was dan 30° en dat de geul rechts mogelijk ongunstig was door zijn vorm. Daarna deed ik een bloktest en de bevindingen waren dat er een lawine kon afgaan bij een grote belasting (bijvoorbeeld een groep skiërs zonder tussenafstanden). Daarna groef iedereen in een verschillende expositie een bloktest. Toen we bij de blok van Steve kwamen, toevallig in de geul rechts, WOEM! brak de hele wand boven ons los. We kwamen er met de schrik vanaf, maar aanzetting op afstand is dus geen mythe. En de bloktest was correct, want we hadden met onze groep een grote belasting veroorzaakt.
Extreme koude bij de beklimming van de Gran Paradiso 4061m
Vrijdag vertrekken we vroeg met enkele groepjes naar de 4061m hoge Gran Paradiso. De noordwand konden we wel vergeten door het lawinegevaar en de extreme koude. Al de tweede keer deze winter heb ik het ijskoud op een berg in onze Alpen, terwijl het op Antarctica nooit zo extreem was. Samen met enkele bekenden voor MC, Steve Geerts, Peter Verswijveld en Filip Blommaert bereiken we de top, waar een madonna staat te bevriezen. De laatste hellingen zijn steil en verijsd, de messen zijn onontbeerlijk. De koude is niet te harden en we hebben allemaal last van bevroren vingers.
Helder maar ijskoud op de top
Jammer genoeg waren we niet alleen die dag, er waren nog een vijftigtal “burgers” onderweg. Gelukkig waren we bij de eersten om de smalle topgraat te beklimmen. Een groep Fransen van ruim 30 personen mèt gidsen, was de hele tijd zonder tussenafstanden onderweg, onbegrijpelijk met deze lawinegraad in hellingen steiler dan 35°. Die Franse gidsen, ik zal ze nooit begrijpen…
De bovenste stukken waren weliswaar verijsd, maar enkele prachtige poederhellingen boden compensatie voor de geleden kou.
Steve gaat alweer lopen met het beste shot
1300m pure fun in amper een half uurtje, snel iets eten in de hut en dan weer, gedeeltelijk door een bos, naar beneden. Het mooie weer was van korte duur, sinds zaterdag is het weer aan het dumpen (!). Na een halve dag poederen organiseer ik een lawine-oefening met evacuatie. Drie lawineslachtoffers moeten opgespoord worden, verzorgd en naar onder gebracht, want de helicopter kan in dit weer niet vliegen. Er wordt erg vlot gewerkt en binnen een half uur zijn de drie “slachtoffers” geborgen en 1000m naar beneden gebracht. Oefening baart kunst.
Het bergen van een lawineslachtoffer in ideaal weer
Momenteel is het weer waanzinnig aan het sneeuwen, dat beloofd voor morgen. Ongeloofelijk dat het nu al dagen aan een stuk aan het dumpen is, met elke dag weer een vers pak wit goud. Maandag en dinsdag is er weer een korte periode mooi weer voorspeld. Het plan is om de Monte Rosa te beklimmen, af te dalen naar Zermatt en dan weer over de col naar Breuil.
Ciao, Sanne
Sinds afgelopen vrijdag ben ik met het werk op winter training in La Thuile, Italiaanse alpen. Normaal zijn de sneeuwcondities in dit jaargetijde allesbehalve winters en is het overal papsneeuw of betonharde firn. Maar een nog steeds aanhoudende winterprik zorgt nu al vijf dagen voor onafgebroken diepsneeuwplezier. Zaterdag poederen in het leuke en bosrijke domein van La Thuile, zondag na een dumpje van 30cm en een lawinegraad 4 van het zelfde, afgerond met een kleine skitour en maandag een topdag freeriden vanuit Helbronner. Dat is de lift die naar 3500m gaat aan de Italiaanse kant van de Mont blanc. Enkel de slechte zichtbaarheid maakt het allemaal wat moeilijker, maar wat een diepsneeuw!
Collega Didier Philippe in actie op glacier de la Toula
Sinds dinsdag is de rest van de groep aangekomen en heb ik al twee dagen skiles gegeven in La Thuile. Gisteren in strontweer, maar vandaag in heupdiepe poedersneeuw. En het houdt maar niet op met dumpen!
De komende twee dagen zou het mooi weer moeten zijn en we trekken het hooggebergte in. Met mijn ploegje zal dat naar de Viktor Emmanuele hut zijn om vrijdag de Gran Paradiso te doen. Als de condities het toelaten, beklimmen we de noordwand en skiën de normaalroute weer af. De sneeuw moet gewoonweg fantastisch zijn na 5 dagen dumpen…