Tags
De jaarlijkse bijscholing voor de militaire voorklimmers ging dit jaar voor de eerste keer door in de Dolomieten. Dit prachtige gebied, rijk aan geschiedenis, biedt eindeloze mogelijkheden voor onze training, maar voor mij was het moeilijk om voor 14 cordées een geschikt programma uit te denken, aangepast aan alle factoren : weer, alpiene gevaren, kennis en kunde van de deelnemers.
Enkele dagen op voorhand waren we al met een kleine ploeg ter plaatse om de nodige verkenningen te doen. We klommen op de Meisulas da Biesces, de Ciavaces en de Marmolada. Op die laatste bevindt zich nog een gletsjer en het is de hoogste top (3342m) van de streek. Het bleek toch nog mogelijk om een ijsscholing en een oefening spaltenberging te organiseren. Andere doelstellingen waren “equipement de passage”, klimtraining in kleine en grote wanden, het beheersen van niet- of weinig geëquipeerd terrein en in geval van minder goed weer, via ferrata.
We begonnen met goed weer en konden in twee ploegen aan de slag op de Sella- en Falzaregopas, waar we klommen op de Ciavaces en Lagazuoi. Voor velen was het specifieke klimmen in de Dolomieten een ontdekking. De weinige aanwezige uitrusting bestaat meestal uit roestige pitons die in de rots zitten van de eerste beklimming, meestal daterend van de jaren dertig. Routeverloop vinden, zekeren en standplaatsbouw, vormen de grootste uitdaging. Algemeen raden we aan om een volle graad eenvoudiger te klimmen dan hetgeen je normaal kan klimmen in België op goed geëquipeerde massieven.
De volgende dag is het werkelijk strontweer, we doen wat drytraining van touwtechnieken in ons logement te Arabba en er wordt nog wat theorie afgestoft. Als we de volgende dag het landschap aanschouwen, is de winter aangekomen. Er is tot 30cm sneeuw gevallen, dat zal nog een grote invloed hebben op het verdere programma. We besluiten om een via ferrata te doen en dat blijkt best wel indrukwekkend, op volledig verijsde rots en kabel. We ontdekken ineens een brok WOI geschiedenis, stellingen oorlog in het gebergte, wat een hel.
Ook de volgende dag zijn de rotsen nog nat en we voorzien een dag training op de Marmolada-gletsjer. Zelf ga ik met Peter op verkenning naar de Tofana en we beklimmen er de eerste pijler, “Erste Kante”. Een mooie route, maar in de 7e touwlengte, net na een lange traversé, trapt Peter in een III+ door zijn knie, meniscus gescheurd en een been buiten gebruik. Na een korte analyse van de situatie, besluiten we om zelf de evacuatie te organiseren en ik begin aan de “afdaling met gekwetste” in een onbekende wand van 250m. Na een telefoontje om onze mensen te verwittigen en naar de voet van de wand te komen, geraken we in 5 rappels weer op de grond, waarbij alle tussenrelais zelf gebouwd moesten worden. Gelukkig kon ik meestal gebruik maken van zandlopers en slechts één keer moest ik weer een volledige touwlengte omhoog om een vastgetrokken rappel te gaan halen. Voor Peter was het een pijnlijke ervaring, maar van een helikopter of morfine wou hij niet weten. We komen mooi beneden aan de wand, waar een paar minuten later onze Italiaanse vrienden aankomen, zodat we Peter naar beneden kunnen dragen, hij kan echt niet op zijn been staan. Wat een mooie dag moest worden is voor Peter op een onverwachte blessure uitgedraaid, hem staat nu weer een lange revalidatie te wachten. Net nu ook zijn vriendin met de 2 enkels in de plaaster zit, dat zal thuis niet eenvoudig worden…
Ik moet me hierover zetten, want het programma voor de rest van de groep gaat gewoon door. De volgende dag is het eindelijk goed klimweer en we trekken opnieuw in 2 groepen naar twee verschillende gebieden, voor een tweedaagse. De ene groep trekt naar de 3 Cime di Lavaredo en mijn groep zal een dag op de Sellapas doorbrengen, waarna we gaan overnachten in de rifugio Dibona om de volgende dag de Tofana te beklimmen langs verschillende routes. Het is weekend, dus we zorgen voor een snelle instijg naar de Ciavaces. Desondanks zijn in de sektor waar we willen klimmen al enkele cordées bezig in de eerste touwlengte. Mark en Bily moeten even wachten onderaan hun route “Roberta 83”, maar ik kan met Christophe onmiddellijk starten in de “Buhl-verschneidung”. We zijn net de touwen aan het afrollen, als ineens een donderend geraas de hemel zwart kleurt, een steenlawine!!! In een fractie van een seconde moet je beslissen waar je beschutting denkt te vinden, je wilt wel in de wand kruipen en je maakt je zo klein mogelijk. Het is alsof je onder vuur valt. De steenslag houdt lang aan, zo’n 30”, blijkbaar is er iets gaan schuiven op de aflopende richel 300m boven ons. In mekaar gedoken op de grond hoor ik tussendoor het geroep van gewonden. Uiteindelijk houdt het op met stenen regenen en check snel de toestand van mijn mensen. Christophe is ok, maar Marc houdt zijn bebloede schouder vast en zegt meteen dat die gebroken is. Billy hangt onder het bloed, maar dat is vooral afkomstig van de klimmer die in de eerste lengte boven hem aan het klimmen was. Die is zwaar geraakt en heeft een volledig verbrijzelde arm. Ook Billy is geraakt door een steen op zijn rug, daarvan is de schade nu moeilijk in te schatten. We organiseren de eerste hulp en de helikopterredding. Meer dan onszelf te beschermen tegen verdere steenslag, wonden verbinden en shockpreventie kunnen we niet doen. De helikopter laat 40’ op zich wachten, maar dan verloopt alles vlot. De zwaargekwetste en Marc worden per heli geëvacueerd, wij brengen Billy terug naar de kazerne, waarna ook hij naar het hospitaal gebracht wordt voor de nodige onderzoeken. Achteraf blijkt het al bij al goed mee te vallen, Marc heeft een dubbele breuk in het schouderblad, zonder complicaties en Billy heeft alleen een kneuzing. Maar zo’n twee dagen op rij zijn allesbehalve leuk…
The show must go on, die avond zit ik met de overgebleven teamleden in de rifugio Dibona. We zijn nog met vijf cordées en we verdelen ons over drie routes. Tom en Thierry plannen de “Aspetando la Vetta” Kim, Tokke, Chrispin en Kirian gaan voor de “Erste Kante” , Steve en Christophe klimmen de “Ghedina” op de tweede pijler en ik ga met onze Italiaanse gids Ehwald voluit voor een Dolomieten “extrem” klassieker, de “Constantini-Appoloni”, ook wel “Pilastro” genoemd in de volksmond. Alle routes gaan door de immense zuidwand van de Tofana, zon en droge rots gegarandeerd. Na een korte instijg begin ik met Ehwald aan de 600m lange, grotendeels loodrechte tot overhangende “Pilastro” We geraken al snel op mekaar ingespeeld en maken tempo. Met 60m touwen doen we vaak twee touwlengtes in één, waardoor we het aantal touwlengtes terugbrengen van 22 naar een stuk of 17. Maar het blijft een monster van een route, met drie zware overhangen, VII+, VII en VI+. Al de andere lengtes zijn tussen V en VI. Weerstandstraining gegarandeerd. We klokken af op 6 uur, een blokske in de derde overhang inbegrepen. Topotijd tussen de 8 en 10 uur, als gidsenteam met een gemiddelde leeftijd van 42 zijn we tevreden 😉 De stress van de afgelopen dagen is voor mij weggeklommen. De andere cordées klimmen allemaal vlot hun route uit en we dalen samen af. De eerste tweedaagse zit erop.
Het weer blijft goed en de twee groepen wisselen van gebied. Nu is het onze beurt om naar de 3 Cime di Lavaredo te trekken. We vliegen er de eerste dag al meteen in met voor Tom en Ehwald de “Cassin” op Torre Preuss, een paar cordées op de normaalroute van de Cima Piccola en ik met Christophe in de “Spigolo Giallo”, een bekende route van de onovertroffen Emilio Comici. Vorige winter had ik deze route met An moeten afbreken omdat er teveel sneeuw en ijs in lag, maar nu zijn de condities perfect. Ook deze route is erg continue, met vele lengtes V+ en VI, die verloopt over de prachtige loodrechte gele zuidpijler van de Cima Piccola. Er zit niemand anders in de route en we kunnen vlot doorklimmen. De afdaling verloopt al even vlot en ’s avonds worden we goed onthaald in de rifugio Auronzo.
Voorlaatste dag en nog steeds prima weer, een cordée op de Cima Grande, twee cordées in de “Spigolo Giallo” en ik kruip met Tom in een waar Dolomieten avontuur, de “Egger-Sauscheck” (300m VI+): overhangend, soms natte barsten, losse rots en slechte tussenzekeringen, kortom de nodige ingrediënten voor een alpien avontuur. We komen allebei mentaal en fysiek voor de nodige uitdagingen te staan, maar ook al zal ik deze route geen tweede keer klimmen, wordt het wel een pracht van een dag. Na een vlotte afdaling, ronden we af door eens volledig rond de 3 Cime te wandelen. Zo krijgen we ook eens de beroemde noordwanden te zien, waar nu nog ijs in hangt na de sneeuw van een week geleden.
De laatste dag sluiten we af in de regen, met een equipement de passage op de 5 Torri. De natte rots is moeilijk te beklimmen, maar we slaan de nodige pitons om onze touwen te fixeren. Al bij al een geslaagde periode, al kan je dat moeilijk zeggen als je drie gekwetsten hebt. Volgende week naar Yosemite: bigwalls and crackclimbing, hauling and jumaring, beer and burgers!
hey sanne,
mooi verslag ,prachtige foto’s
het kriebelt om te willen klimmen ipv te niksen
zal next jaar terug van de partij zijn en dubbel gemotiveerd
prettige klimvakantie in de vs
in 2007 hebben wij ook onderaan de buhl versnijding op ciavazes een steenlawine op ons gekregen, was in juni. ik denk dat het door steenbokken wordt veroorzaakt want zou al meer gebeurd geweest zijn. bij ons gelukkig geen gekwetsten