• Home
  • Over MC
  • Sponsors
  • What if we forget?

MOUNT COACH

~ alpine climbing project

MOUNT COACH

Tag Archief: Bram Vandendriessche

What did you do last summer?

29 donderdag jan 2015

Posted by marijkedc in Andere

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Bram Vandendriessche, Fugeloya, Lofoten, Marijke De Coninck, Tradclimbing


Norway: Lofoten


Afgelopen zomer trokken we voor een dikke maand naar het hoge noorden. Na wat opzoekwerk over de vele granieten wanden en de 2500km lange rit laden we ons busje vol met lekker goedkoop Belgisch eten en weg zijn we. Met de blik op oneindig doorkruisen we Nederland en Denemarken. Een korte stop in Oslo brengt ons op de Noorse “autostrade”. Nog een stevig kronkelende 1000km (max 90 km/h) verder arriveren we op de archipel van de Lofoten. We zijn meteen sterk onder de indruk van al de prachtige eilandjes, baaitjes, pittoreske Noorse huisjes en gigantische elanden die rustig langs de weg staan te grazen. Ook de machtige wanden laten er geen twijfel over bestaan: als het weer een beetje meezit zullen we hier enkele mooie beklimmingen kunnen doen.
IMG_2464 vagekalle from heningsvaer

IMG_2772

Laatste lengte van Lundeklubben (Puffin club) op de achtergrond Henningsvær.

De eerste week is het prachtig weer. We klimmen enkele lange routes om wat te wennen aan de barsten in het Noorse graniet. Op de dagen tussenin kunnen we gaan boulderen op 5m van de zee. Zalig, wat een vakantie zou je denken, maar dit is bijlange niet alles: Doordat de zon hoogstens een half uur achter de horizon verdwijnt is het 24u per etmaal licht. Een wekker is totaal overbodig, je slaapt, ontwaakt, klimt en zwemt wanneer je maar wil. Geen early morning alpine start dus. Het enige waar we rekening moeten mee houden, is dat we tijdens de warmste uren van de dag niet pal in de zon klimmen. ’s Middag loopt de temperatuur soms wel op tot 30°.
Bij momenten vergeten we dan ook dat we in het hoge Noorden zitten en wanen we ons op een Caraïbisch eiland met parelwitte stranden aan een azuurblauwe oceaan.

IMG_2433 gully scramble

Laatste lengte van Vestpillaren.

IMG_2415 vestpil boven water ok

Vestpillaren

DSC_0048

Vågakallen met in het midden Storpillaren ook wel de Bonnati peiler van het Noorden genoemd.

Nu de crack skills wat aangescherpt zijn kan het stevigere werk beginnen.
Onze zinnen zijn gezet op Storpillaren, een route van een flinke 600m met een grote variatie aan klimstijlen. Barsten, hoekversnijdingen, stijl gras en niet te vergeten een run-out in de laatste lengte. In Noorwegen geldt de regel dat er geen haken mogen geboord worden op een berg, ook niet met de hand. Dit betekent dus ook geen relais. Wanneer je niet boven raakt, doordat de passen te hard zijn, of door slecht weer, moet je dus gerief laten zitten en op eigen kracht beneden zien te raken. De instijg is al een prachtig begin. Een pad is er niet echt, dus moeten we 2 uur onze weg zoeken door een dicht begroeide wir-war van struiken en hoog gras. Na een paar honderd meter stijgen staan we op dezelfde hoogte als het begin van de pijler. Nog wat traverseren over steile grashellingen boven een diepe afgrond en het echte klimwerk kan beginnen.

IMG_2565De eerste lengte is een voor de hand liggende barst. Bij de tweede lengte is het verloop wat moeilijker en klim ik mezelf vast in een doodlopende dièdre. Terug wat afklimmen en we zitten al snel weer op het goede spoor. In de derde, volgens mij de crux-lengte, moet ik de rugzak halverwege op een klein plateautje aan een cam achterlaten om de à vue poging niet in rook te zien opgaan. Nog een prachtige diagonaal overhangende barst als vierde lengte en het moeilijkste van de route is al achter de rug. Tot de voorlaatste (15de) lengte gaat alles vlot en zijn er ook geen speciaal mooie lengtes meer. Bij die voorlaatste kan je kiezen. Een steile, toch wel 80°, grashelling vol losse stenen of de beruchte layback. De keuze is snel gemaakt en de laatste goeie tussenzekering wordt geplaatst: de gele C4. Een aantal meter een fijn barstje volgen, crappy nutje plaatsen, doorklimmen tot aan de markante pijler en het laybacken kan beginnen. Eenmaal aan de relais had ik toch een 15-meter lange runout achter de kiezen boven een waardeloos nutje. Niet echt voor iemand die net het 6a niveau klimt. Maar volgens mij toch veiliger dan dat losse, steile gras 20m meer naar links.

IMG_2588

Het einde van de moeilijkheden, de zoektocht naar de top kan beginnen.

En dan komt de mist. We zagen al een tijdje in de verte wat wolken hangen maar nu zijn ze echt dichtbij. Binnen het halfuur wordt de zichtbaarheid beperkt tot een kleine 10m. We zoeken meer dan 5u naar de beste en veiligste afdaalroute. We zien echt geen hand voor ons ogen. Als het eventjes opklaart, kunnen we ons een beetje oriënteren en de top van Vågakallen zien. Ik probeer langs de kortste weg tot op de top te komen. Als we later ons verhaal deden aan de lokalen hebben we volgens sommigen een stuk van de Nordryggen gedaan.

IMG_2596

Summit.

Eenmaal op de top is er een duidelijk “pad”, de Sydveggen, naar beneden. Nog een aantal uren afdalen langs dichtbegroeide hellingen en eindeloze bouldervelden. Vågakallen, vlotte beklimming ellendig lange afdaling, 20u roundtrip.

IMG_2598IMG_2607

Om af te sluiten, het prachtige weer bleef maar duren, gaan we nog klimmen op een eiland bij Bodø, Fugløya. Daar is namelijk een klimmers festival. Nog enkele beelden.

IMG_3125

Hagtind, de Festival route loopt links van het zwarte deel in de wand.

IMG_3050

Cody in de 3de lengte, diamond crack, van de Festival route.

IMG_2958 chimney 1

Let’s Chimney……

IMG_3099

Dank u wel K2 en Julbo.
Next episode Meteora, Greece. Als ik nog eens tijd heb.

Climbing down under part 1: New-Zealand

20 zondag mei 2012

Posted by marijkedc in Bram en Marijke klimwereldreis

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Bram Vandendriessche, Lovers Leap, Marijke De Coni, Nieuw-Zeeland, Paynes Ford, sportklimmen

Nieuw-Zeeland, niet meteen een land dat gekend staat om te klimmen maar toch vonden we op deze twee eilanden meer dan enkele prachtige klimparadijsjes. Op het Noord-en Zuideiland, samen de oppervlakte van ongeveer 2 keer Italie, wonen slechts 4 miljoen mensen. Aan rotsen niet echt een gebrek maar de kans dat er klimmers in de buurt wonen is klein. Toch hadden we op voorhand al een paar gebiedjes op het oog die we zeker niet links konden laten liggen.
De eerste maand starten we op het Noordeiland met drie, Marijke, Bram en Jasper. We begonnen onze trip met enkele toeristische uitstapjes. Na een week werd ons duidelijk dat het leven als “gewone toerist” ons niet helemaal beviel: ” wat doe ne mens als je niet kunt klimmen of surfen?!” Om de sfeer er in te houden besloten we om weer het sportieve pad op te gaan. We vonden enkele leuke klimplekjes en konden enkele goeie golven scoren.
Op het Noordeiland zijn de meeste rotsen vulkanisch gesteente. Het was er verassend aangenaam klimmen in afgelegen gebieden met meestal een mix van trad-en sportroutes.
Kawakawa bay gelegen aan het immense vulkanische Lake Taupo is met zijn 100-tal routes zeker de moeite waard. De kleine 2 uur wandelen door het bos waren zeker de moeite waard. Nu we er toch waren profiteerden we er van om een vulkaan te beklimmen. De prachtige ‘Mount Doom van Lord of the rings’ was een zeer toeristische wandeling maar toch zeker en vast de moeite waard. Verder vonden we nog een verrassende rotsstructuur in Whakapapa Gorges.

Rare structuren in Whakapapa gorges

Het Noordeiland heeft nog veel meer klimmogijkheden te bieden maar wij spendeerden de rest van onze tijd surfend in Taranaki…
Na een korte bouldersessie in Wellington gooiden we Jasper op de bus en namen we de boot richting Zuideiland. Dit is desolater,woester en in feite nog mooier dan het noord. Onze eerste week settelden we ons op de Hangdog campground, only climbers, in Takaka. Paynes Ford een grote speeltuin vol slopers en pockets. Hier verlies je als klimmer al snel de tijd uit het oog: altijd een zonnetje, boulderen boven de rivier, prachtige sportklimroutes aan de zee of camping, slacklinen met zonsondergang, en ’s avonds die kruidige geur rond het kampvuur… Ha, Takaka, the simple hippie life… we loved it!

Boven het ijskoude rivierwater

Verder is er de woeste westkust waar je achter bijna elke hoek een maagdlijke wand spot die wacht op een eerste bestijger. Wie zich daar voor een jaartje settelt kan wel een Freyrtje openen. Ook Millford Sounds (steile fjordjen), Wanaka en Dunedin bieden tal van klimmogelijkheden.
Het leuke aan Nieuw-Zeeland is dat het zeer gevarieerd is: boulderen en sportklimmen op kalksteen, tradroutes op zeekliffen, barsten en gigantische overhangen op graniet. Dit alles is toch een tikkeltje avontuurlijk, rare vogels die kiwi’s.
Niet te vergeten ligt er in het midden van het Zuideiland een kleine Alpen Range. Wij waren een beetje buiten seizoen maar ook hier zijn tal van beklimmingen mogelijk. Dit in een zeer desolate omgeving met bitter weinig alpinisten, een onbetrouwbare weersvoorspeling en zeer weinig informatie over de beklimmingen zelf.

Image

Fjordland: Milford Sound

Image

Mount Ngaurohoe aka Mount Doom van Lord of the rings

Image

Marijke in Lovers Leap, Dunedin

Bram conquering a corner in Lovers Leap, Dunedin

Verloren verslagen uit Yosemite – Sentinel Rock

08 dinsdag mei 2012

Posted by jasperdc in Andere

≈ Een reactie plaatsen

Tags

Bram Vandendriessche, Jasper De Coninck, Sentinel Rock, Steck, Steck Salathé, Yosemite

Nu bijna alle sneeuw verdwenen is begint opnieuw de voorbereiding op de zomer. Hierbij komen dan ook enkele herinneringen aan vorige zomer terug opzetten. In september vorig jaar zaten we met een afdeling van Mount Coach in Yosemite. Van die periode is er maar bitter weinig verslaggeving doorgelekt naar de site. Onderstaand verslag probeert dit tekort aan informatie toch een beetje goed te maken…

Na enkele weken op Camp 4 en de nabije rotswanden te vertoeven kwam Steck Salathé ter sprake. Een route die gekenmerkt wordt door de vele chimneys. Veel overtuiging was er niet nodig en de volgende ochtend vertrokken we tegen half 6 richting Sentinel rock. Het bleek al snel dat deze route niet zo vaak beklommen werd. Het vage en soms ontbrekende pad leidde ons naar de voet van één van de weinige routes op deze wand. Het laatste deel van de instijg bestond uit enkele steile richels met losse blokken en glad gras. Hier uitschuiven bleek dan ook helemaal geen optie! Gelukkig viel de start van route goed op en konden we op een mooi uur beginnen klimmen. Tijdens de eerste lengtes werd al snel duidelijk dat er met de quotaties van de off-with barsten en chimneys niet te lachen valt. De combinatie tussen chimney en polished graniet zorgde voor  heel wat stress, bloed en zweet. Na nog meer chimney’s en enkele spannende dals kwamen we aan de relais net voor “The Narrows”. Een off-with barst waarbij het breedste punt zodanig diep in de rots loopt dat het meer op een grot lijkt. Reeds na enkele meters beklaagde ik mijn hoogmoed om hierdoor te klimmen. Als ik diep inademde kon ik zowel mijn armen als benen lossen zonder naar beneden te schuiven. Ook de helm had ik al op de relais moeten achterlaten. Of ik was te dik, of ik had te weinig lef, maar enkele lastige minuten later stond ik terug op de relais. Met een klein hartje dan maar begonnen aan de off-with die buitenom loopt, en even later klikte ik met van de adrenaline bevende handen mezelf vast aan de relais. De schreeuw was een combinatie van opluchting, euforie en het bedoelde touwcommando. We waren echter nog maar halverwege en de daaropvolgende lengtes moesten zeker niet onderdoen voor deze barst. Na de laatste run-out chimney die gelukkig voor Bram was stonden we rond 4u op de top. De oneindig durende afdaling over gladde rots en door puincouloirs probeerde dit euforisch gevoel nog even te bederven, maar eens teug op de camping was dit nog maar een vage gedachte in vergelijking met de net geklommen route.

Bram Vandendriessche en Jasper De Coninck

Image

Bram in één van de eerste Chimney’s    (c) Jasper

Image

Jasper aan het lie-backen ergens halverwege    (c) Bram

Image

Climbing with a view…     (c) Bram

Image

Chimney’s, chimney’s and chimney’s     (c) Jasper

Image

Vertrek uit “The Narrows”    (c) Bram

Image

Bram net boven the Narrows   (c) Jasper

Image

Bram in de laatste lengte    (c) Jasper

Cochamo of Arenales !?!

07 woensdag mrt 2012

Posted by marijkedc in Bram en Marijke klimwereldreis

≈ 2 reacties

Tags

Arenales, Argentina, Bram Vandendriessche, Chili, Cochamo, Marijke De Coninck

Cochamo is een charmant dorpje in de Chileense fjorden. De bus moet er geregeld stoppen om de kleine zwijntjes te laten oversteken, en ook de kippen en schapen lopen een beetje overal. Voor cash geld en grote inkopen moet je wel in Puerto Varas zijn. In Cochamo ben je nooit zeker wat ze in de winkels hebben. Niet zo handig als je voor 2 weken eten wil inslaan. Om in het klimgebied te geraken wandel je ongeveer 8km over een modderpad naar de vallei. De meeste klimmers huren redelijk goedkoop een paard om hun gerief te dragen. Maar omdat we een paard huren een beetje voor “mietjes” vonden sleurden we zelf elk een zak van 30 a 40 kilo naar boven. Na een uurtje modderploeteren hadden we natuurlijk al spijt van onze beslissing. Kregen we het laatste half uurtje nog eens een stortbui op onze nek…. Een topdag was het niet bepaald maar goed, we waren waar we wouden zijn: op de camping bij refugio La Junta. In de refugio ligt een dikke map met alle topo’s. De zoektocht naar mooie routes kon beginnen.

Cerro Trinidad

Men raadde ons enkele klassiekers aan om mee te starten. “Campfarm” (7 pitches, 5.11c)  was een mooie opwarmer om de graniet te leren kennen. Iets te veel dal en wat te weinig barsten naar ons zin, maar lang geen slechte route! De eerste lengte is een 60 meter lang dal (7a), chapeau aan diegene die het vrij klimmen!
Voor de volgende 2 routes bivakkeerden we 2 nachten aan de voet van Cerro Trinidad.
“EZ does it” (9 pitches 5.10d + scramblin tot the top) was een mooie route met veel jammen, een vreemde chimney, een awkward offwidth en een leuk grotje. Het zicht van op de top was schitterend we konden zelfs de pieken van Frey, Bariloche, zien liggen in de verte.
De volgende dag startten we in “No Hay Hoyes” (5.10) door een amerikaan aangeraden als ‘the best route of the valley’.  Volgens ons toch wel hard gequoteerd! Offwidth chickenwing into fingercrack lieback is toch wel iets harder dan 6a!?! De 2 laatste lengtes kreeg ik, Marijke, een serieuze dip. Honger, energietekort en pijnlijke vingers deden me de moet om verder te klimmen in de schoenen zakken. We besloten maar om terug te keren naar de camping (Thanks Bram for the patience).

No Hay Hoyes

Marijke in No Hay Hoyes

Enkele dagen rust (regen!) en wat sportklimmen deed ons deugd, maar de eeuwige honger en energietekort bleef. Steeds weer moesten we spaarzaam zijn met ons eten. We snakten allebij naar een stukje chocolade of een lekker glaasje cola. We besloten nog een route te klimmen en daarna af te dalen naar Cochamo. Deze laatste beklimming “Abnea” ( 2 lengtes 5.10b) vonden we de beste van de 4. Niet moeilijk, maar prachtig jammen van fist tot fingers. Een mooie afsluiter, tijd om ons dik en rond te gaan vreten in het dorp!! ( Dit bleek een goeie beslissing want de volgende 2 dagen regende het zo maar even 99mm. De tenten dreven rond op de camping)

Image

Marijke in "Abnea"

Na Cochamo hadden we nog 2 weken “over”. Het plan was om even de gewone toerist uit hangen in Santiago. Toen nodigden 2 vrienden, die we hadden leren kennen in El Chalten, ons uit bij hen thuis in Mendoza. Samen hingen we klimmen in Arenales. Arenales was zalig: gratis camperen, gezellig hutje, approach van max. 1:30uur en perfecte barsten…no rules just great climbing. Jammer genoeg had Bram last van beestjes in zijn darmen en moest enkele dagen ziek in de tent blijven. Ik daarentegen, was na de vermoeidheid van Cochamo weer helemaal in form. De eerste 7a vingerbarst (toprope omdat het zeer moeilijk af te zekeren was: 5.11d X) moest eraan geloven. We genoten nog enkele dagen maar uiteindelijk keerden we vroeger terug naar huis….Bram bleef maar schijten en het WC papier raakte op. Arenales, we’ll be back!!!

Image

Bram Sick in Arenales

Arenales

The Towers of Pain(e)

22 zondag jan 2012

Posted by sannebosteels in Bram en Marijke klimwereldreis, Coach

≈ 1 reactie

Tags

Alpinisme, An Laenen, Bram Vandendriessche, Marijke De Coninck, Monzino, patagonia, Sanne Bosteels, Torres del Paine

De Torres del Paine's indrukwekkende oostwand ©Bram

Ondertussen zijn we al weer ruim drie weken in het uiterste zuiden van Chili. Na het verslag van onze laatste geslaagde beklimming in El Chaltén (Argentinië), halverwege december, heb ik niets meer geschreven. Een verslag van die (moeilijke) weken volgt later, eerst onze belevenissen hier in het nationaal park Torres del Paine.

Het hoogste punt bereikt in onze pogingen op de Fitzroy ©Sanne

Op 31 december komen we vermoeid aan in Puerto Natales, waar zee en bergen elkaar harmonieus ontmoeten. Het eerste dat we horen, is dat het beroemde nationale park in de fik staat, een onachtzame Israëli heeft de enorme bosbrand veroorzaakt. Een ramp voor het park, de natuur, fauna en flora, maar ook voor de lokale economie. Er werd aangekondigd dat het park voor de hele maand januari gesloten zou blijven om van de brand te bekomen. Wat teleurgesteld vieren we Nieuwjaar en besluiten om de volgende ferry naar het noorden te nemen en te gaan klimmen in Cochamo. Op 1 januari gaan we sportklimmen aan de laguna Sofia, om hier toch iets geklommen te hebben. Een wilde plek tussen de condors.

Klimmen tussen de condors aan laguna Sofia ©Sanne

Op 2 januari hebben we al boarding passes in de hand voor de ferry, als we de geruchten horen dat een deel van het park toch open zou gaan, nb het gedeelte waar we willen klimmen. In een impuls ruilen we onze tickets voor de ferry weer om en we blijven. Het park zou ten vroegste over enkele dagen open gaan en we maken van de gelegenheid gebruik om even naar Punta Arenas te reizen, aan de Estrecha Magellanes. De zuidelijkste stad van Chili  (het bekendere Ushuaia ligt iets zuidelijker en is in Argentinië) is vrij mooi en we doen er een fantastische boottocht naar een eiland met een grote pinguïnkolonie.

Magellaanse pinguïns op Isla Magdalena ©Sanne

Ondertussen bleken de geruchten gegrond en op 6 januari komen we gepakt en gezakt voor ruim 10 dagen klimmen als eerste klimmers aan de gate van het park.  De administratieve formaliteiten nemen wat tijd in beslag, maar dezelfde dag stijgen we, met twee van onze vier zakken, in naar het campamento Japones, onderaan de Valle del Silencio. Dit kamp is enkel voor klimmers toegelaten en we zijn er helemaal alleen. Afgezien van wolken muggen dan. De volgende dag doen we hetzelfde traject op en neer om onze laatste twee zakken op te halen.

Tijdens de vele trajectjes omhoog met materiaal ©Sanne

Campamento Japones ligt nog erg ver van de routes en geplaagd door de muggen, gaan we op zoek naar een beter onderkomen. Een uur stappen hogerop, ligt er een bivak onder een gigantische boulder, een beetje muf en er is geen water. Nog wat hogerop vinden we een mooi zanderig plekje, beschut door wat boulders en met water. We besluiten om alles hierheen te verhuizen.  Nog een dag later zijn we hier volledig geïnstalleerd, nu nog wachten op mooi weer. Dat komt er niet snel aan en nadat we onze tent stevig verankerd hebben en verzwaard met wat stenen, dalen we in een stevige blizzard af en reizen terug naar Puerto Natales (een busrit van 2 à 3 uur).

Ons basiskamp onderaan de Torres ©Sanne

Ons basiskamp een paar dagen later ©Bram

Hier bekomen we van de geleverde inspanningen met lekker eten, drinken, een sauna en massage. Beter dan in de door storm geteisterde Valle del Silencio 😉 Dezelfde dag komen ook Marijke en Bram aan in Natales en we maken plannen om samen met het volgende window terug naar boven te gaan. Terwijl Marijke en Bram al naar het park trekken, gaan An en ik nog een dag zeekajakken, een nieuwe belevenis. De voorspelingen zijn goed voor twee dagen en op nog erg stormachtige zaterdag 14 januari stijgen we terug in. In campamento Japones vertellen Marijke en Bram ons dat er niet veel overschiet van ons tentje. We gaan toch verder naar boven en vinden onze tent terug, op dezelfde plek, maar aan flarden. Een stok heeft het begeven en zo het zeil gescheurd. Dankzij de stenen is de tent wel op zijn plaats gebleven en zijn we verder geen materiaal kwijt. In de gietende regen ruimen we alles op en verhuizen (nog maar eens) naar de het bivak onder de boulder, een paar honderd meter lager. Met de restanten van onze tent kunnen we het hier nog wat schappelijk maken en eten hebben we meer dan voldoende.

De schaduw van de Torres op Escudo ©Sanne

De volgende dag is het kort na de voormiddag stralend weer en we gaan de instijg al wat verkennen. Die blijkt nog bijzonder lang en zwaar te zijn, ook al leken de torens vlakbij.  We volgen de route, zoals ze vaag beschreven staat op internet, door zeer onaangenaam terrein. Ongeveer een uur verwijderd van de wand, komen we op een beschutte plek waar je kan bivakkeren. Een sympathieke Spaanse soloklimmer, Pedro Cifuentes, komt ook omhoog, met zijn support-team. Hij komt hier al meer dan 10 jaar en toont ons een aangenamere instijg door een droge geul. We laten ons klimgerief hier achter en dalen langs de voorgestelde route weer af. Marijke en Bram doen hetzelfde en ’s avonds bivakkeren we met z’n vieren aan de start van deze snellere instijg. Een kleine waterval markeert deze plek en zorgt voor water.

avondlicht op de Torres' westwand vanuit ons bivak ©Bram

Maandag 16 januari moet de dag worden. Om vier uur staan we op, het is windstil en de sterren staan al om. In amper 45’ zijn we terug bij het bivak van de Spanjaarden, waar we ons klimmateriaal oppikken. Hier deden we gisteren, bij daglicht, 2 uur over. Duidelijk een betere route. Van hier gaat het verder over brokkelig terrein en na nog eens 45’ staan we onderaan de westwand van de Torre Norte. An en ik wilden langs “Cornwall” klimmen, een route van 8 lengtes die hogerop de laatste touwlengtes van Monzino vervoegd. Marijke en Bram gaan direct voor de Monzino en duiken in de geul tussen Torre Norte en Central.

Sanne in de crux van "Monzino" ©Bram

Het is ijskoud in de westwand en we kunnen de zon pas verwachten tegen 13u. Nadat we de eerste twee lengtes (4 & 5+) geklommen hebben zijn An en ik totaal bevroren. Bovendien hangt er ijs in de derde lengte en we dalen wijselijk terug af. Snel ombouwen en we volgen Marijke en Bram in de Monzino. Via 6 lengtes simultaan klimmen (een rotsvariant links voor de geul) komen we aan de col Bich, waar we hen terugvinden in de eerste moeilijke lengte van de Monzino. Nog steeds geen zon, en er is zeker meer wind dan we hadden gehoopt. Met koude vingers en tenen klimmen we twee stevige lengtes (5.10).

An in het geweldige decor tussen Torre Norte & Central ©Sanne

Eindelijk een streepje zon in deze koude wand ©Sanne

De rest van de route is veel simultaan klimmen, met af en toe een lengte vijfde graads. Langzaamaan komen we in de zon en vlak onder de laatste lengte vinden we zelfs een plekje in de zon en uit de wind. Heerlijk! Bram klimt de laatste moeilijke en ijskoude lengte voor en om 12u staan we met z’n allen op de top. Prachtig uitzicht, maar te koud om er lang te blijven. Lunchen doen we op het plekje in de zon, waarna ons de lange afdaling wacht.

Met z'n vieren vlak onder de top, in het zonnetje

An & Marijke op de top van Torre Norte

Bram op de top met de indrukwekkende achtergrond ©Sanne

Rappelen in Patagonia is altijd een ellende, door de wind geraakt haast elke rappel een keer geblokkeerd. We klimmen zo veel mogelijk af en moeten maar 2 keer weer omhoog om een vastgeklemd touw weer los te maken. Op de col Bich komen we nog een cordée tegen, die nu pas tot hier geklommen zijn. Het is 15u. Ze vragen of het nog ver is naar de top, waarop ik helaas bevestigend moet antwoorden. De afdaling door de geul tussen Torre Norte en Central is erg vervelend en duurt erg lang. Maar uiteindelijk komen we weer veilig aan in het kamp van de Spanjaarden. Nu nog de lange puinhelling naar beneden. Uiteindelijk doen we langer over de afdaling dan over de beklimming en om 19u zijn we aan ons bivak. Het weer is alweer verslechterd en we pakken de boel bijeen en gaan nog omlaag naar ons beschutte bivak onder de boulder, waar we moe maar voldaan in onze slaapzakken kruipen.

De indrukwekkende wanden van Fortaleza en Escudo ©Sanne

De volgende dag staan we pas op als de zon ons verwelkomt en maken een uitgebreid ontbijt met spek. Pas in de namiddag dalen we verder af naar het campamento Japones, waar we een gezellige avond beleven in het gezelschap van de Spanjaarden, waaronder de cordée die we gisteren tegenkwamen op de col. Zij waren vanuit Japones vertrokken, er van uit gaande dat de instijg, zoals je de beschrijving er van vindt, wel zou meevallen. Daardoor waren ze zo laat op de col.
Na nog een nachtje in de voddige doch gezellige hut van Japones (we hebben geen tent meer), dalen we in één keer af tot aan hosteria Torres, waar we dezelfde dag nog de bus terug naar Natales nemen. Marijke en Bram blijven nog twee dagen in het park, An en ik gaan nog wat sportklimmen in de buurt van Natales. In het weekend treffen we de hele bende weer in de lokale pub. Pedro is ook teruggekeerd van zijn solo-overschrijding van de drie Torres, maar bij de eerstvolgende periode goed weer begint hij weer van voor af aan. Straf!

Nu maandag nemen we met z’n vieren de ferry (het is bijna een cruise) naar het noorden door de prachtige fjorden. An en ik vliegen daarna weer naar huis, terwijl Marijke en Bram nog een maandje hebben om te gaan klimmen in Cochamo (jaloers!). Daarover zullen we nog wel wat te lezen krijgen.

Sanne en An

The Flamencos fly home ©Sanne

Mount Coach Events:

Mount Coach Sponsors

Mount Coach

Onze sponsors

Maak een gratis website of blog op WordPress.com.

Annuleren
Privacy en cookies: Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan op deze website, ga je akkoord met het gebruik hiervan.
Voor meer informatie, onder andere over cookiebeheer, bekijk je: Cookiebeleid