Tags
fair hands line, grand cornier, Grandes Jorasses, Jasper De Coninck, Jonas Vandermaesen, Petit Macintyre
Dat we (Jasper en Aurélie) ooit eens naar Thailand zouden gaan stond al lang vast. Maar deze zomer bleken de tickets goedkoop waardoor de keuze snel gemaakt was. Het oorspronkelijke plan was 1 á 2 weken klimmen en dan nog wat cultuur opsnuiven. Met 2 rugzakken, eentje met klimgerief en één met de andere spullen vertrokken we richting Phuket. Dat het regenseizoen was werd ons de eeste dag direct duidelijk. De regen viel er een volledige dag non-stop uit de lucht. Op zo dagen is er dan ook niets anders te doen dan door te reizen naar de klimgebieden. Na een tussenstop in Koh Phi Phi kwame we aan op railay beach. Een schiereiland met zowel aan de kust als landinwaarts rotswanden. Ook het bekende Tonsai ligt op dit schiereiland.
Tonsai wall vanaf Pranang beach
Wat is er beter om aan de steil de wennen dan wat te boulderen?
Het klimmen bij een minimum temperatuur van 30 graden blijkt er heel afwisselend te zijn. Je vindt er rechte muren, extreme overhangen, regletten en druipstenen. Na een dagje boulderen was het tijd voor de langere routes. Al snel merk je dat niet alle haken even stevig zijn. De klassieke plaquettes die overal terug te vinden zijn in de alpen blijken het hier maar 6 maanden uit te houden. Na een jaar blijft er niet meer dan en roestig spoor over. Van de grote massa klimmers, die waarschijnlijk enkel in het droog seizoen komen, was geen spoor te bespeuren. De rust aan de massieven in combinatie met het heerlijke eten en prachtige stranden maakt van deze plek een waar paradijs. Al werd dit even onderuit gehaald door een voedsevergiftiging. Maar meer dan een dagje ziekenhuis en een week diarree was het ook niet.
Voor Deep water soloing was de zee jammer genoeg niet rustig genoeg. Maar daarvoor keren we nog wel eens terug!
de dagelijke zonsondergang vanop Railay West
Aurélie waagt de overstap op One-two-three
Technisch klimmen op Escher wall
Opletten voor wespenesten en arrogante apen in Diamond Cave.
Alles onder het toeziend oog van de beste klimmers van de streek!
2 weken later was het tijd om nog eens naar de alpen af te reizen. Ik zou er een 2tal weken met Jonas (MC3) beklimmingen proberen te realiseren. Maar zoals alom bekend zat het weer deze zomer niet echt mee. Na een acclimatietocht naar Grand Cornier vanaf Lac de Moiry in mooi weer sloegen de voorspellingen wat om. Enkele dagen gaan klimmen aan de grimselpas leek ons dan ook een mooi tussendoortje. In de gietende regen kwamen we aan in Gutannen. De volgende dag zouden we fair hands line klimmen. Een klassieker die al vanaf de eerste lengte niet zo eenvoudig leek als de topo aangeeft. Het opnieuw wennen aan moeilijk af te zekeren dalpassen zal hier misschien ook iets mee te makn hebben. Naarmate de lengtes volgen gaat het ook steeds vlotter en vlotter. Na de lange afdaling langs de trappen van de lift klommen we nog een korte route aan de ander kant van de vallei.
Jonas op de graat van Grand Cornier.
Jonas in één van de laatste lengtes van fair hands line
Ondanks het liften mochten we niet mee…
De 2de dag vertrokken we vrij laat, opstaan lukt nog steeds niet zo goed, in de richting van Eldorado. Dit is een massieve rotswand op zo een 2u wandelen van de stuwdam. Iets voor 12u begonnen we te klimmen in Möterhead. De dalpassen blijken hier ook zeer sportief afgezekerd te zijn. De eerste lengtes gaan vlot tot in een dulferpas mijn rug opnieuw veel pijn begint te doen. Enkele lengtes verder kan ik bijna niet meer over mn schouder kijken. Rapellen lijkt de juiste beslissing en net voor de eerste regen staan we terug aan de auto.
Jasper in de fijne vingerbarst van de 3de lengte van Möterhead.
Na nog een overschreiding van de la sage – pleureur en la luette in Wallis voelden we ons fit om eindelijk terug in te stijgen naar de leschaux-hut. De condities van de Croz-pijler op de noordwand van Grandes Jorasses bleken goed te zijn. Toen we echter in de gietende regen en ijzige wind aan de hut kwamen, werd deze beklimming ons echter afgeraden. Het zou de volgende dag goed weer zijn, maar ’s nachts opnieuw sneeuwen en de volgende dag kans op onweer. Bovendien zou de afdaling naar de boccalatte-hut levensgevaarlijk worden door het lawinegevaar. De overstap naar Petit Macintyre was vlug gemaakt. De route loopt links van de linceuil en volgt eerst een goulotte langs de rotswand. Halverwege stapt ze over naar een goulotte meer links waar het ook wat steiler wordt. Omdat slaap belangrijk is staan we een uur later dan gepland op. Zowel de instijg als het eerste deel van de route gaan vlot. Door de vele sneeuw moest alles gespoord worden, wat in de mist niet altijd eenvoudig was. Het eerste deel bleek vooral fysiek zwaar. Het 2de deel bleek uit goed ijs te bestaan waardoor we goed snelheid konden maken. Dit was ook nodig. Rond 10u komt de zon op de rotwand net naast de route en komt er conitu spindrift, ijspegels en rotsen naar beneden. 15 abalakovs later staan we terug aan de voet. Tijdens de verdere afdaling werden we opneiuw getrakteerd op hevige regenbuien en een ijzige wind. Tegen 10u ’s avonds staan we terug in Chamonix. Alleszins een mooie afsluiter van de zomer!
Jonas met op de achtergrond Le Pleureur
Jonas halverwege de eerste goulotte in Petit Macintyre
Prachtige zonsopgang boven petites Jorasses
Jasper bij de overstap naar de linkse goulotte
Jasper in de voorlaatste lengte.
Met dank aan K2 en Julbo!