Tags

, , ,

extraterrestrial loneliness ©Steven Goderis

Ik zag eens een cartoon, waarin een klimmer in de hel voor klimmers terechtkwam. Een eindeloze, glanzende vlakte, een absoluut gebrek aan verticaliteit. Maar in de cartoon was het warm. Ik bracht net een maand door in zo’n plaats, alleen bedroeg de gemiddelde dagtemperatuur er tussen de -30° en -40°C. In de naam van de wetenschap, bracht ik een maand door op het Nansen Ice Field. Op 3000m hoogte ergens tussen het Sor Rondane gebergte en de zuidpool op Antarctica. Onze ergste vijand is de nooit aflatende stormwind. Soms is de wind zo sterk, dat ademen onmogelijk wordt…

a nice day out in the field

Eind december vertrokken we met een klein konvooi zuidwaarts, over de Gunnestadbreen tussen de bergen door naar het ijsplateau. Nog nooit werd deze route met sneeuwtractoren gereden. Alain Hubert en Dixie Dansercoeur kwamen hier in 1997 door het gebergte, op weg naar de zuidpool. Het is prachtig weer, wanneer we van 1300m naar het ijsplateau klimmen op 3000m hoogte. We moeten enkele reusachtige spalten oversteken en soms verdwijnt één van onze grote sledes bijna in een spleet. Maar na 130km van een uitzonderlijke reis, komen we aan in de hel. Al vanaf het eerste uur hebben we te maken met een stormwind, white-out en een extreme koude.

Op weg door het Sor Rondane gebergte ©Sanne

De eerste avond gaat het al mis. Ergens in de drukte om een kamp op te stellen in een sneeuwstorm, rijdt er een Prinoth over mijn rugzak met al mijn waardevolle zaken. Mijn Iridium satelliettelefoon, GPS, thermos, Oakley-skibril en vooral rampzalig, mijn fototoestel, worden vakkundig vermorzeld door 10ton sneeuwtractor. Meer dan €2000 schade en enkele essentiële zaken om het hier een maand uit te houden naar de zak. Dat wordt een maand voor niks werken in de hel. Een voordeel van aankomen met extreem slecht weer, is dat je het kamp aangepast aan de omstandigheden kan opstellen. Met de Prinoth maken we een beschermende, 3m hoge windwall rondom onze slaap- en keukencontainers. Maar ondanks deze beschermende maatregelen, krijgt het materiaal het hard te verduren.

Onze "windwall" met de vlaggen die het avontuur niet lang overleefd hebben

Kort na nieuwjaar, keert het drop-off team terug naar de basis en blijf ik achter met mijn team van wetenschappers. Ik ben Field Guide voor 2 Belgen en 2 Japanners, verantwoordelijk voor het opsporen en verzamelen van meteorieten in het Nansen Ice Field. Meteorieten zijn stalen van de bouwstenen van ons zonnestelsel, zeldzaam en erg waardevol. In principe kan je ze overal vinden, maar op blauwe ijsvelden in Antarctica is de kans om er een paar te vinden erg groot. Alleen jammer dat het zo’n moeilijke opgave is voor mens en machine. Van de 27 dagen die we hier doorbrengen zijn we slechts 13 dagen in staat om buiten te komen. Vooral zichtbaarheid is een cruciaal gegeven, als je geen meter voor ogen ziet, kan je moeilijk op zoek gaan naar soms erg kleine “steentjes”, die ergens in een zone van 20 op 50 km ijsvlakte verspreid liggen.

Een stukje buitenaardse materie op Antarctica

Gewoon in leven blijven en het kamp draaiende houden wordt hier een hele opgave. We hebben twee generatoren als stroomvoorziening, waarmee we onze kleine keuken-module kunnen verwarmen en onze batterijen kunnen opladen. Al snel vallen deze generatoren uit door verstikking in ijs. Ook onze Prinoth is niet bestand tegen deze extreme omstandigheden. Naast Field Guide, ben ik vooral bezig met het demonteren en ijsvrij maken van machine-onderdelen. Zonder elektriciteit houden we het hier nooit een maand uit. Al snel ontdek ik dat de beste manier om die generatoren draaiende te houden, ze 24 uur op 24 uur aan de gang te houden. Dat betekent om de vier uur tanken, dag en nacht. Om de drie dagen moet ik één van de twee generatoren volledig uitbouwen en in onze keuken-container laten ontdooien. Altijd leuk, met die sterke benzinegeur door je eten…

Op zoek naar meteorieten in dit buitenaardse ijslandschap ©Debaille

We stellen vast dat de wind altijd wat minder wordt in de namiddag en vroege avond. We passen ons dagschema aan en wanneer we voldoende zichtbaarheid hebben, rijden we met z’n vijven uit op skidoos. Ik bepaal het zoekpatroon op basis van satellietfoto’s en GPS. Het moet allemaal wetenschappelijk en dus methodisch gebeuren. Met de woorden van onze Japanse professor, “this is a meteorite-search, not a meteorite-hunt”. In principe rijden we in een pijlformatie over en weer over het ijsveld, waarbij ik de punt van de pijl ben. Telkens iemand een meteoriet vindt, wordt die op een specifieke manier verzameld. Aanraken en ontdooien zijn uit den boze.

Sanne heeft een meteorietje gevonden ©Steven Goderis

Sommige dagen leggen we zo meer dan 60km af en vinden we amper 10 meteorieten, sommige dagen vinden we 30 meteorieten op 10km. Maar na 4 à 6 uur buiten in de wind, heeft praktisch iedereen frostbite in het aangezicht en moeten we terug naar het kamp om te ontdooien. Bijzonder leuk is het dan wanneer de generator het weer eens begeven heeft en de binnentemperatuur
-15°C bedraagt. Maar een kom warme soep kan soms wonderen verrichten.

In pijlformatie over de eindeloze ijsvlakte

Soms zitten we dagenlang geblokkeerd in het kamp, buiten komen is dan een spel op leven en dood. We brengen de tijd door met zo lekker mogelijk eten maken (ik slaag er in om een keer tiramisu te maken ;-)), pokeren en vooral de deuren ijsvrij maken. En het ergst van al is naar de wc moeten… De vier wetenschappers hebben een slaapcontainer met vier bedden, ik slaap in de overlevingscontainer van de Prinoth. Dat is een metalen doos van 1 op 2m, mijn slaapzak is een klomp ijs die ik zo kan breken. De laag ijs aan de binnenkant van die cabine is enkele centimeters dik, enkel en alleen van mijn adem. Soms schijnt de zon en dan begint al dat ijs te ontdooien en wordt alles nat. Maar droog krijg ik het nooit.

de vreemdste ijssculpturen... en crevassen

we ontdekken dat er overal erg diepe crevassen zijn ©Sanne

De dagen in het veld zijn een opgave op gebied van oriëntatie en het gevecht tegen bevriezing. Daarbovenop komt nog eens dat er erg veel ijsspleten zijn. Gelukkig zijn die goed zichtbaar door het dunne laagje ijskristallen dat ze bedekken. Maar vaak rijden we door zones waar elke stap gevaarlijk kan zijn. Het grappigste is dat meteorieten vaak net op de sneeuwbruggen van die crevassen liggen. En wetenschappers hebben niet altijd oog voor gevaar, de eerste paar dagen gaat er al vaak iemand met het been door zo’n dunne sneeuwbrug.

somewhere out there

de wind haalt de gekste dingen uit in het landschap

Maar alles went en verdere ongelukken blijven uit. Het team geraakt op elkaar ingesteld, ondanks de grote culturele verschillen. Het eindresultaat is een aardig aantal meteorieten. Het tweede deel van dit verslag uit de hel volgt binnenkort.

Steven, Tsuyoshi, Vinciane, Hiroshi & Sanne

Advertentie