Tags
Alperin, An Laenen, Bigwall, Karavshin, Kyrghystan climbing, Lander Beckers, Mount Coach, Mt Asan, Nicolas Mys, Niels Schouteden, Quinten Mattens, Sanne Bosteels
PART III: FINDING THE KEY TO CLIMB ASAN TOGETHER
Tijdens de rustdag op 24/7, bestuderen we nog eens de route en de problemen die we tot dan toe tegengekomen zijn. Het basisprincipe van een MC expeditie is om iedereen op hetzelfde moment op dezelfde top te krijgen. Om Asan samen te kunnen beklimmen, moeten we dat bivak voor 6 personen op R10 kunnen inrichten, om van daaruit naar de top te klimmen en af te dalen. Maar de afdaalroute komt aan de andere kant van de berg uit en dat zorgt voor bijkomende logistieke problemen. Het eerste idee was om het logistieke team niet naar de top te laten klimmen, zij zouden het bivak op R10 opbreken en met het materiaal rappelen. De relais waren tot op R5 alvast uitgerust met twee spits. De vier klimmers zouden dan over de berg klimmen en achteraf zouden we al het materiaal wel komen halen onderaan de route. Maar na het nader bestuderen van de route, blijkt haulen van R6 tot R10 onmogelijk, de relais zijn daar niet geboord en het loopt over steil, maar brokkelig terrein en door vele chimneys.
Ik stel een nieuw plan op. Een snel team van 3 klimmers moet vanavond nog instijgen naar R0 en daar bivakkeren. Hun uitrusting moet licht en draagbaar zijn, maar ik wil een tent onderaan de route, want dan hebben we een schuilplaats indien het weer eens begint te regenen. En er moet een boormachine en spits mee om een rechtstreekse lijn te boren tussen R10 en R6. Daarvoor hoop ik met drie touwen toe te komen en dan kan er gejumaard en gehauld worden over de overhangende platen rechts van de brokkelige chimneys van R6 tot R10. Een tweede team van drie man komt dan morgenochtend na om de haulbags tot aan R6 te brengen, waarna we verbinding maken met elkaar en alle uitrusting rechtstreeks over een nieuwe lijn naar R10 gebracht kan worden. Eens met iedereen op R10, kunnen we vandaar uit de top halen met z’n zessen en om af te dalen, moeten we dan een nieuwe rappelroute boren van R15 terug naar R10. Een plan met veel onzekerheden, maar zo gezegd, zo gedaan.
Die avond stijgen An, Quinten en ik terug in naar het bivak onderaan de route, R0. Als verrassing heb ik stiekem nog een pintje in de rugzak gestoken en een doos Pringles, waarvan we genieten bij de zonsondergang. We staan vroeg op na een onrustige nacht. Elk gerommel van de gletsjer onder ons houdt ons wakker: omdat we onderaan een enorme rotswand slapen, denken we steeds aan steenslag. Na het gevriesdroogde ontbijt beginnen we aan de vijf lengtes jumaren. Onderweg stoppen we onze slaapzakken in de haulbag op R2 en aan R5 gekomen moet ik nog een spit bijboren om de touwen in een betere lijn te krijgen. Het touw dat er nu hangt, schuurt over een scherp randje, erg ontnuchterend. Ik klim L6 voor, een stevige offwidth chimney, waar ik maar net zijwaarts in pas, gevolgd door een dubbele 6c barst. An volgt door de chimney en Quinten jumaart op het tweede touw omhoog met de kleine haulbag op zijn rug. Ik wist dat ik een sterke jongen nodig had voor dit werk 😉
R6 tot R9 verlopen door niet zo eenvoudige chimneys en brokkelige barsten (5c), een grote overhang langs links vermijdend. Quinten en An geraken niet door deze chimneys zonder hun rugzak uit te doen en we verliezen wat tijd doordat we de zakken moet haulen over bepaalde stukken. Ondertussen is het andere team van 3 man al bezig met jumaren en haulen tot R6. Ze nemen ook elk klimtouw mee eens ze er over omhoog gejumaard zijn, want die hebben we nodig voor de verdere beklimming.
L10 is de tweede sleutelpassage, een vuile en natte overhang, die in een scherpe hoek eindigt op het platform waar we willen bivakkeren (6c). Vooral om de twee naklimmers en hun materiaal hierdoor te krijgen, blijkt moeilijk. Het touw loopt namelijk over een erg scherpe rand. Uiteindelijk laten we wat friends achter, die ik een uur of twee later wel zal komen halen.
Op R10 aangekomen, daal ik met drie touwen, de boormachine en enkele spits en maillons terug af, rechtstreeks over de overhangende platen naar R6. Ik wil zeker toekomen met die drie touwen en boor de eerste tussenrelais op 60m, aan een klein platformpje. Dan volgt een spannende en overhangende lengte, vlak boven een enorm dak boor ik de tweede relais en zie 50m onder me de wachtende ploeg op R6. We gaan toekomen! Na het installeren van deze drie vaste touwen, rechtreeks naar R10, komen Lander, Nicolas en Niels omhoog met het zware materiaal. Net voor zonsondergang bereiken alle zes teamleden het bivakplatform op R10, logistieke operatie geslaagd!
We installeren de twee portaledges en een veiligheidstouw en maken het ons zo comfortabel mogelijk. Het weer is gelukkig perfect en na een gevriesdroogd avondmaal, genieten we van de sterrenhemel en de jongens van MC4 van hun eerste nacht in een portaledge. An en Niels slapen op een vlakke richel, er is maar net plaats voor twee personen.
De nacht is afwisselend koud en warm en we worden wakker gehouden door het felle maanlicht. De ochtend is alleszins koud (we slapen op 3900m) en na het ontbijt organiseren we het tweede deel van de beklimming. Vandaag moeten we de top halen. L11 is al meteen een angstaanjagende offwidth, waar alleen friend maatje 6 in past. Lander krijgt de eer en daarna volgen we in het systeem rups, zodat er niemand onnodig voor moet klimmen. We hebben immers te weinig grote friends voor 3 cordées. Ik volg als laatste en boor telkens een geschikte relais om terug af te dalen. De bovenste vijf lengtes zijn immers niet geëquipeerd. Eigenlijk was deze route slechts tot R6 uitgerust met spits op de relais. Na onze passage zal deze route een stuk veiliger zijn om te beklimmen en misschien wordt het wel de klassieke afdaalroute van Asan.
Lander blijft voorklimmen en moet alweer telkens tot op het einde van het touw klimmen om weer relais te maken. Het klimmen is mooi, langs mooie schelpen en barsten, alleen de laatste lengte loopt door koude, natte en overhangende chimneys. We lopen wat vertraging op in deze oncomfortabele passage en ik boor hier geen relais. Ik spot een beter platform meer naar links en besluit daar op de terugweg een geschikte afdaalrelais te boren. Uiteindelijk zijn we op een groot platform aan R15, van waaruit het nog slechts een 30-40’ simultaan klimmen is tot op de top. Het weer is prachtig en niks lijkt ons nu nog in de weg te staan. Alleen Niels wil niet verder, ondanks onze smeekbeden. Hij wil met het oog op zijn bezorgde familie niet meer risico lopen en vindt het beëindigen van de route meer dan voldoende. De top hoeft niet meer.
Met een cordée van drie en één van twee, klimmen we de laatste 150Hm, derdegraads-terrein. Na 80m klimmen moet je zowaar door een tunneltje, waarna we op een vlakker en eenvoudiger stuk graat komen en we zien de top. Hier zetten we een cairn, om de tunnel terug te kunnen vinden.
Om 1530Hr bereiken we met z’n vijven de top van Asan in perfecte weersomstandigheden en genieten van het prachtige uitzicht op de omliggende toppen. We blijven ruim een half uur op de top en voelen ons uiterst gelukkig met deze prestatie. Ik ben alweer blij dat het gelukt is een hele groep op een moeilijk te beklimmen berg te krijgen, al is het jammer dat Niels niet verder naar de top wou.
Om hem niet onnodig ongerust te maken, dalen we weer af tot bij hem, waarna we in twee groepen de vijf rappels terug naar het bivak doen. Het touw blijft maar een keer vasthangen en iemand moet terug omhoog klimmen, maar al bij al verloopt de nieuwe rappellijn erg vlot en direct. Ruim voor zonsondergang komen we voldaan terug op ons comfortabele bivak op R10. Genietend van de zonsondergang eten we ons gevriesdroogd avondmaal. Alleen moeten we het water rantsoeneren en we lijden allemaal wel een beetje dorst. Die nacht slaapt Niels ook eens in de portaledge en ik lig op de smalle richel naar de sterren te kijken. Ik kan de slaap niet vatten van de dorst, maar lig wel na te genieten van de beklimming. Als er een vallende ster is, wens ik ons een veilige afdaling toe.
Bij het ontbijt de volgende ochtend genieten we van het gerantsoeneerde water en lessen onze dorst. Daarna breken we ons kamp op en beginnen we aan de afdaling in twee groepen van drie. De eerste groep neemt de grote haulbag en de twee portaledges mee, zodat als die steenslag veroorzaken, er niemand onder zit. Het beste systeem blijkt als volgt te werken: De eerste persoon installeert de rappel en gaat tot aan de volgende relais. Een tweede persoon zet zijn afdaaltoestel op de rappel, maar hangt zich vast onderaan de haulbags en begeleidt de zak over de rots. De haulbag en de tweede persoon worden op de haulline naar beneden gelaten door de derde persoon met een halve mastworp. Op de volgende relais wordt de last overgenomen door een prusik, waarna de haulline weer op een halve mastworp overgenomen wordt. De derde persoon daalt ook af en zo begint alles van voor af aan. Alles verloopt vlot, totdat de haulline op R4 in een diepe barst verdwijnt en we krijgen die er niet meer uit. Snijden is de enige optie en we moeten een nieuwe haulline gebruiken. (De overschot van het vastgetrokken touw gebruiken we later voor de Tyrolean over de rivier aan BC)Verder verloopt de afdaling vlot, alleen het tweede team moet nog eens omhoog om hun vastgetrokken rappel te gaan halen. Maar na twee uur rappelen staan we met al ons hebben en houden terug op de grond. Het is allemaal wat te veel om in één keer mee te sleuren, maar nog een keer die ellendige puinhellingen oversteken zien we niet zitten en meer dan overladen keren we terug naar BC. Niels neemt zelfs twee rugzakken mee, op elke schouder eentje.
Respect Lander! 😀