Tags
Denis Hoste, Friedemann Koch, Jeroen De Mey, Kristof Buyse, Niels Willaert, Noasca, Orco, Sebastiaan Verbeke, Trad Stage
Begin november trok Mount coach 5 naar Orco voor een stage Multipitch met mobiele zekeringsmiddelen op graniet.
27 woensdag nov 2013
Posted in Andere
Tags
Denis Hoste, Friedemann Koch, Jeroen De Mey, Kristof Buyse, Niels Willaert, Noasca, Orco, Sebastiaan Verbeke, Trad Stage
Begin november trok Mount coach 5 naar Orco voor een stage Multipitch met mobiele zekeringsmiddelen op graniet.
19 dinsdag nov 2013
Posted in Andere
Tags
Carnavalada, Denis Hoste, Fiesta de los Biceps, Jan Vincke, Jasper Court, Linus Lapidaire, Malles de Riglos, Pison, Riglos, Visera
Na enkele kletsen gekregen te hebben in Valle dell’Orco door nog wat onwennig te zijn in het jammen, besloot ik (Denis Hoste) nog éénmaal te gaan knallen voordat ik met mijn neus de boeken in moet duiken en mij moet focussen op mijn examens. In november is het weer in veel klimgebieden al te koud of te nat maar 1 gebied schoot mij snel te binnen: Riglos! Al vanaf het eerste jaar dat ik begon met klimmen was ik op het internet Riglos tegengekomen (en de beroemde route La Fiesta de los Biceps), en met recente feiten zoals Honnold’s onsight free solo van diezelfde route was Riglos nooit ver uit mijn gedachten. Warm genoeg zou het daar wel zijn. Maar droog? Riglos bestaat uit enkele conglomeraat-torens, waarvan de bekendste de Pison en de Visera. Die laatste trekt klimmers van over de hele wereld vanwege zijn oostwand met immense overhang. Ze is 275m hoog, maar hangt (afhankelijk van je bron op het internet) 60m tot 90m over wat ervoor zou moeten zorgen dat de wand zelfs bij de ergste stormbuien niet het kleinste beetje nat wordt. Het leek me de ideale novemberbestemming.

Mallos de Riglos, met het dorpje links onderaan in beeld, en de twee meest prominente wanden (links de Pison-toren en rechts de overhangende Visera-wand) © Denis
Een partner had ik snel gevonden. Linus Lapidaire zou me vergezellen en na een datum te hebben uitgekozen hadden we snel vliegtickets en een huurauto voor 4 dagen Riglos geboekt. Later hoorden we in de klimzaal dat Jasper Court en Jan Vincke tijdens dezelfde week aanwezig zouden zijn. Het zou nog gezellig worden in die refugio!
Woensdagavond vlogen we op Barcelona en reden we de nacht in om wakker te worden met een schitterende hemelsblauwe lucht, aangename temperaturen en wauw, wat een wanden stonden daar voor ons! Vlug een ontbijt gaan halen bij de zeer goedkope lokale bakker (helaas met ontbijtkoeken naar waarde geprijsd), en dan de gordel aan om te knallen. Waarom opwarmen, dachten we, en meteen liepen we via de korte approche aan naar het hoofddoel van de reis: La Fiesta de los Biceps!
Het eerste deel van de wand is slechts licht overhangend en pas vanaf de tweede helft merk je hoe absurd de wand leunt. Je klimt op vreemde, grote keien die vast gecementeerd zitten in de wand: precies een patattenveld. Het is een klimstijl die je doet denken aan de zaal: verre passen sleuren op goede grepen.
Na de 6a+ en de 6b+ waren we opgewarmd en schotelde de wand ons de eerste 7e graads lengte voor. Het was Linus zijn beurt om op kop te gaan en hij klom de 7a vlot à vue. Ik volgde en klom met de nodige moeite maar toch vrij doorheen de crux van de lengte, om dan het vel van de beer te vroeg te verkopen, mij al boven te achten en met een te nonchalante pas naar een slechte greep aan de voorlaatste haak mijn à vue te verkloten. Toeme! Gevallen in het hoofddoel van de reis! Maar erg vond ik precies niet. Ik voelde dat er meer in zat en ik zou nog kansen krijgen. Zeker nu de overhangende lengtes voor de deur stonden, was ik aan het popelen om eraan te beginnen. We klommen vlot doorheen de 4 volgende lengtes en al snel stond weer een 7a voor de deur. De stijl van klimmen was duidelijk; patattos trekkos doorheen de overhang, tot de voorarmen harder waren dan de rots die ze vasthielden en dan maar schudden met die handjes! Ik hoorde het Regi al zeggen. Rusten was noodzakelijk, waar mogelijk. Vol goede moed begon ik aan de volgende 7a, en nu waren de rollen omgekeerd: Linus had iets te weinig met de handjes geschud en viel, maar ik kon de lengte vrijklimmen.
Jasper en Jan klimmen Via de Naturaleza Salvaje (7b max, 6c obl.), ook op de Visera, wat ervoor zorgt dat we ze in de bovenste helft van de route kunnen zien. We klimmen zelfs dicht bij elkaar en onze routes delen een relais. We kunnen elkaar niet verstaan door de wind, maar trekken foto’s van elkaar.

Linus klimt vlot de derde lengte (7a) van Fiesta voor, en de overhang op het einde ziet er absoluut nog niet indrukwekkend uit. It’s all about perspective! © Denis

Linus zekert mij doorheen de laatste 6b+ lengte, door de vallijn van het touw wordt duidelijk hoe hallucinant de overhang is! In de verte zie je Jan en Jasper © Denis
Die avond zitten we met ons vieren na te genieten van de klim en van een goedkope maar zeer lekkere maaltijd in de lokale bar El Puro met de nodige vino rosso. Jan en Jasper zitten hier al een paar dagen en we vragen hen welke route ze ons aanraden. Beiden klommen we in Fiesta een 7a à vue en nu we weten waar we ons aan kunnen verwachten en wat voor stijl het hier is willen we wel nog een stapje moeilijker gaan. Zij stellen ons La Carnavalada voor, 7a+ max en omdat deze op de Pison ligt zijn de patatten iets kleiner en de route bijgevolg iets ‘technischer’, als je dat woord al mag gebruiken in Riglos.
Vanwege de gezellige avond en korte approches slapen we wat uit en treuzelen we iets te veel de volgende ochtend. We beginnen uiteindelijk pas laat aan de route, maar meteen amuseren we ons. Na een start door een dakje zijn de lengtes van deze route op de Pison iets verticaler, wat handig is want we voelen ons wat stijf na de overhang van gisteren. Na 3 lengtes komen we aan de eerste 7a+. Linus klimt deze voor en topt ze mooi à vue! Ik volg en ook voor mij gaat de lengte er zonder vallen of blokjes aan, al kom ik goed verzuurd aan de relais toe. Daarna start ik in de tweede 7a+ en deze lukt ook à vue, en Linus knalt er ook door! Dan is het kruid wel op en zien we nog goed af in de laatste twee lengtes. De 3 laatste lengtes van Carnavalada zijn gegolfd, wat ze zeer discontinue maakt. Je klimt iedere keer opnieuw een boulder door een dakje van 2 meter, waarna je weer handsfree kan rusten om het volgende dakje aan te vallen. En er kwam precies maar geen eind aan de dakjes!
Eenmaal op de top besluiten we dat die tweede 7a+ toch wat gemakkelijk was voor het niveau, en we vinden in de lokale bar ook een andere topo terug die de lengte afquoteerd naar 6c+ wat ons terecht lijkt. De voorlaatste lengte wordt dan ook opgewaardeerd naar 6c+, ook correct lijkt ons.
De late, luie start van de dag zorgt ervoor dat we een prachtige zonsondergang meemaken van op de top van de Pison, waar we nog goed wat kijken naar de grote gieren waarmee het gebied vol zit. Ze zijn immens en passeren langs je op slechts enkele meters van de rots terwijl je aan het klimmen bent. Het ene moment een schitterend zicht, het ander moment vervloek je de beesten als je weer maar eens met je hand naar een greep tast en vol in de gierenstront grijpt. Dan komen de koplampjes boven voor de afdaling. De Pison heeft een vreemde rappellijn, die uitgebreid staat uitgelegd in de lokale topo maar die wij vanwege de vino rosso de avond ervoor niet bekeken hebben. Voor de afdaling zoek je het eerste rappelanker, waarna je één of twee rappels doet, 20 à 60m moet wandelen met opgeschoten touw en klauterend door struikjes de volgende rappelrelais moet zoeken, en dat zo’n vijftal keer herhaald. Later krijgen we complimenten van Jasper: hij volgt onze lichtjes vanuit het café en vindt dat we de afdaling van de Pison minstens even snel deden als zij, maar zij kenden de afdaling al van eerdere beklimmingen en deden hem niet in het donker. Niet alleen Andreas Klein vindt dus dat we snel rappelen ;)
Jan en Jasper klommen nog een grote klassieker van het gebied: Murciana (6c max, 6a+ obl), ook op de Pison. Die avond neemt Jasper ook afscheid van de groep, hij neemt de trein naar het zuiden om nog een tweetal weken te klimmen. Jan blijft nog een dag langer bij ons.
De volgende dag staan we op met regen, en het is ook een pak kouder. We hadden gepland om Murciana te doen, de lijn van Jasper en Jan de dag ervoor die ook wat minder moeilijk is zodat onze stijve armen wat zouden kunnen ontstijven en we de laatste dag nog zouden knallen. Murciana ligt echter niet in de overhang van de Visera maar op de Pison en is dus onzeker in de regen. We besluiten een dagje te gaan sportklimmen. Riglos zal nooit een groot sportklimgebied worden maar we vinden toch een schone lengte. Als na 4 sportroutes de hemelsluizen volledig opengaan zijn we blij met onze keuze en het feit dat we niet halverwege een wand hangen.
Voor de laatste dag is er ook wat regen voorspeld, maar we hebben een mooie lijn door de overhang van de Visera gepland. Zulu Demente, 7a+, 6b obl. Het internet en de lokale klimmers garanderen ons dat de Visera perma-droog is en dat je bij regen beschut zit. We gaan vroeg slapen, de wekker staat om 7u30 want we moeten onze vlucht terug naar België halen de volgende dag en genoeg tijd hebben om te klimmen.
We wandelen aan en staan voor een kurkdroge route… in onze dromen! In werkelijkheid staan we op en regent het 10 keer harder dan voorspeld. Als we uitchecken uit de refugio kijken dezelfde mensen die ons gisteren garandeerden dat de route droog zou liggen, ons nu aan alsof we gek zijn omdat we in dit weer onze gordel en helm aan hebben. Los Belgas loco, horen we zeggen, en al begrijp ik niet veel Spaans, daar kan ik wel iets uit opmaken. Een kwartier later staan we doorweekt aan de voet van de route en die ligt helaas kletsnat. De eerste drie lengtes zijn niet afgeschermd van de regen, die met een harde wind tot op onze route waait. Door het dak ligt alles natuurlijk droog maar dan moeten we eerst zo’n honderd meter door nattigheid klimmen… Ai, onze laatste dag in Riglos eindigt in mineur! We gaan nog op zoek naar andere multipitches, maar zowel Via de Naturaleza Salvaje als Supercrack liggen volledig nat voor de eerste 100m. Linus gaat nog wat gaan sportklimmen maar ook daar ligt veel nat en helaas druipen we af uit Riglos met goesting om nog te knallen, maar het weer dat niet meewerkt. Even overwegen we nog om langs Margalef te rijden, maar dan moeten we wat omrijden om daar nog een tweetal uur te zijn, amper de moeite om de gordel aan te doen. We komen een paar uur te vroeg aan in Barcelona, maar kunnen dan nog wat rondkijken.
Al bij al een zeer geslaagde trip, al eindigt ze met de laatste dag in mineur. Ik denk dat ik ooit wel nog eens terugga, al vind ik Riglos wel een gebied waar je niet voor twee weken naartoe moet gaan. Bijna alle routes zijn in dezelfde stijl en die zou mij na meer dan een week toch snel beginnen vervelen. De routes zijn ook wat softer gequoteerd dan wat we in België gewend zijn maar de klimstijl is nu eenmaal ook zeer logisch. Maar het is een unieke manier van klimmen waar iedereen wel kan van genieten!
08 vrijdag nov 2013
Posted in Andere
Tags
Andreas Klein, Arne Monstrey, Caporal, Denis Hoste, Fessura Del Disperazione, Friedemann Koch, Jeroen De Mey, KBF, Kosterlitz, Kristof Buyse, Mount coach 5, Noasca, Orco, Pietra Filosofale, Sebastiaan Verbeke, Sergent, Trad Multipitch
Vrijdagavond, 25 oktober. Het houttequiet busje rijdt het land rond om de MC5 deelnemers op te pikken voor een rit de hele nacht door. Bestemming? Noasca. Een dorpje van slechts 197 inwoners, gelegen in Turijn, op 1065m, aan de rand van het Parc Nazionale Gran paradiso. Op zaterdagochtend kwamen we aan in de Orco vallei. Om onze aankomst te vieren werd het dorpswinkeltje geopend. De omzet van deze week was meteen weer goedgemaakt. Na een deugddoend ontbijt op het dorpsplein naast de stroom Orco leerden we bij zonsopgang de lokale bar “Gran paradiso” kennen. De Italiaanse koffie konden we wel verdragen en de chocolademelk was sterk genoeg om je lepel rechtop te plaatsen.
Na de lange rit stond iedereen te popelen voor een eerste kennismaking met het graniet. We trokken naar Pietra filosofale, een sector die pas in 2005 geëquipeerd werd. Daarvoor werd het voornamelijk gebruikt voor training. De sector in kwestie is in feite een heel grote boulder, die het best te beklimmen is in de namiddag. De dauw, samen met de korstmossen maakten voetplaatsing zeer moeilijk op een vochtige ochtend. Het meest bleef ons Gratastinchi bij. Een 6a Chimney die startte onderaan een barst en de boulder/sector bijna volledig in 2 splitst. Een leuke kennismaking met Chimneys, barsten en Graniet (eigenlijk Gneiss). Het echte werk was voor later. Op de terugweg namen we al een Kijkje bij Fissura Kosterlitz. Een boulder Crack van ongeveer 6 meter met een sterke reputatie als klassieker. Deze boulder werd ooit bedreigd met afbraak voor de aanleg van een tunnel maar dankzij een petitie werd de route gered. Iedereen wilde al eens voelen aan de barst, maar een echte poging zou pas later komen. We besloten eerst werk te maken van “den aperitef”. Tijdens deze stage verbleven we in Albergo La Cascata. Daar werd voor ons gekookt en dat maakte dat we nog meer tijd op de rots konden spenderen. De plannen voor de dag erop lagen vast en er restte ons niets anders dan genieten van de avond.
De volgende dag was het graniet niet het enige dat barsten vertoonde: Ook het scherm van Jeroen’s gsm moest eraan geloven. Timelapsen schieten is een gevaarlijke bezigheid. Een goede nachtrust had iedereen deugdgedaan en eindelijk konden we de eerste trad multipitch routes aanvatten. De dag bracht een paar mooie lengtes. Vooral L4 en L5 van “Pesce d’aprile” waren heel plezant. De uitklim van de grot uit L4 van “Spigolo”, gevolgd door de offwidt-barst viel ook in de smaak. Sebastiaan en Niels klommen een beetje verder in dezelfde sector (Torre di aimionin). Hun route heette “Via del Diedro” en begon met een natte Diedre, gevolgd door een barst en een beetje “good old bushclimbing”, ondertussen de specialiteit van Niels. Daarna volgde weer prachtige rots, die Sebastiaan echter niet wist te vinden. In de plaats daarvan vond hij het handiger een nieuwe variante uit te kuisen. Ondertussen bleef de Kosterlitz in ons achterhoofd zitten en besloten we daar nog eens een poging te wagen. Ondanks de Grappa waren deze pogingen zonder succes. Niemand wist deze route clean te toppen. We’ll be back.
Maandag 28 oktober 2013
Op het programma vandaag: “Via Dei camini”, voor Sebastiaan als voorklimmer met Kristof en Arne, gevolgd door “Tempi moderni” voor Denis en Friedemann. “Diedro Nanchez” stond hoog op het verlanglijstje van Niels, Andreas (Andreas “Andy” Klein, Oostenrijkse berggids die Arne kwam versterken voor de stage) en Jeroen. Die ochtend was deze route echter omgetoverd tot de douche van het gebied. Dit samen met natte algen in een te dulferen 6B+ deed Hen beslissen iets anders te zoeken. Om toch in dezelfde sector te blijven werd besloten het cordée van Sebastiaan te volgen. De nodige voorklimvalletjes gaven vertrouwen in ons materiaal en iedereen kreeg een pak slaag waar nodig. We merkten dat dit niet meer onze eerste dag op graniet was, en hier en daar bleven onze hand-jams al steken. Tegen de avond betrok de lucht en keerden we terug. Vlak voor het donker was iedereen bij de auto. Lekkere pasta en een heel grote fles wijn brachten ons verder in de avond.
Dinsdag 29 oktober.
Slecht weer voorspeld, multipitch zat er niet in. Dan maar rustdag in Sector “Dado”. Denis slaagde erin een Camalot nr4 vast te blokken. Na vakkundig gepruts kregen we deze toch los. Zei er iemand trakteren? Ook memorabel was “Bianca Parete”, een interessante barst, met een goede rustpas in het midden. Daarnaast nog ‘’Cochise” 5c en “Apogeo” 5C+. In “Bianca parete” konden we de nieuwe jamming technieken ook toepassen, met interessante resultaten. Friedemann klom deze lengte prachtig voor maar had toch een pitstop nodig voor extra friends. Ook werden een paar pogingen toprope geprobeerd in een 7c (robin hood). Toen we terugkeerden was het weer donker. ’s Avonds was er pasta in overvloed, dankzij de onbaatzuchtige inspanningen van Helmuth die de dag ervoor zijn twijfels had geuit over de grootte van de porties. De kok was een beetje beledigd en wou ons nu forcefeeden tot we erbij neervielen.
Woensdag 30 oktober. De croissants waren weer uitstekend, de koffie werd er dagelijks beter op. Vandaag de legendarische “fessura Della Disperazione” op het programma. Een route die zeer moeilijk in objectieve klimgraden uit te drukken is. Grote friends maten 4-6 komen zeker van pas. Uitklimmen tot een gemeenschappelijke 6a+ dièdre/barst van “Cannabis” en “Batessimo Della Terra” is de moeite waard , maar zeer luchtig af te zekeren. Als je mentaal al onder de indruk bent na het klimmen van “Disperazione”, doe je in je broek bij die laatste lengte. Volgens Denis was het de mooiste multipitch van de week. “Incastromania” werd geklommen door Friedeman, Seba en Andy als opwarmer. Daarna werd gekozen voor 3 lengtes, bestaande uit een combinatie van “Manovre orchestrali Nell’oscura” en “Diedro Del Mistero” met een interessante bovenste 6b lengte, beginnend als dièdre en eindigend als dak. Niels was voorklimmer van dienst in Nautilus. Samen met Kristof en Arne waren zij ruim als langste onderweg. Ondertussen verzamelde de rest aan de “Fissura Kosterlitz” die al snel een aantal keer succesvol getopt werd.
Donderdag 31 oktober
Vandaag dezelfde routes als gisteren, maar de cordées werden door elkaar gegooid. Jeroen, Arne en Niels in “Diedro”, Kristof, andy en Friedel in “Disperazione”. Kristof klom voor, tot bloedens toe. Grote friends boden weer troost en geruststelling. Sebastiaan en Denis klommen de Nautilus en kregen eindelijk de Gopro in gang, beelden volgen nog. Incastromania is een single-pitch lengte die zeker de moeite waard is. Het is een mooie barst waar je van onder tot boven handjams kan oefenen. Na apero en avondeten kregen we ”Toegepaste EHBO technieken” aangeleerd door Dokter Kristof.

Kristof demonstreert hoe je een slachtoffer met nekletsel kan transporteren met touw en rugzak wanneer geen alternatieven mogelijk zijn. ©Jeroen
Vrijdag 1 november
Denis en Kristof klommen in wat Kristof “el misero” noemde. Na veel gepalaver en geschuif in de cordées kwam de rest ook overeen. Andy, Seba en Jeroen klommen de eerste 3 lengtes van “Il lato oscuro” om dan Niels en Friedemann te volgen in de 2e helft van “locatelli”. Deze laatste route was uniek in de zin dat er een korte speleo sectie in kwam. De laatste lengte, een 6b dièdre die er vochtig bijlag werd omgeruild door een 6a barst-dal. Ondertussen kwamen de sluierwolken langzaam vanuit lagere hoogten het dal binnengedreven. Toen de laatste lengte beklommen was, bereikten de wolken ons ook. In de mist rappelden we wat de laatste lengtes van de stage zouden worden. De volgende dag beslisten de weergoden dat het goed geweest was en onze vingertoppen waren er niet rouwig om. Tijd om naar huis te gaan.
26 maandag aug 2013
Posted in Andere
Tags
Aiguille d’Entrèves, Aiguille De Chardonnet Migot Pillar, Aiguille de Toule, Arrète de Cosmiques, Bart Overlaet, Chamonix, Col Oriental, Contamine Mazaud, Denis Hoste, Friedemann Koch, Hooggebergtestage, Jeroen De Mey, Kristof Buyse, MC5, Niels Willaert, Petite Fourche, Sebastiaan Verbeke, Tête blanche
Na de samenkomst van alle leden van MC5 was het hoogtijd om alle sneeuwtechnieken op te frissen op de 1ste stagedag. Bart toonde zich van zijn beste kant en ging glijbaangewijs de sneeuwhelling af om de verschillende manieren van self-arrest te demonstreren. Tegen de namiddag waren we allen summa cum laude geslaagd in de sneeuwscholingkunde-he. Het hoogtepunt van de dag was omstreeks 18u30 exact 24 x 365 dagen en 16uur nadat Jeroen het eerste levenslicht had gezien, reden om onszelf te trakteren op een goeie Affligem.
De volgende dag werd alles nog eens vlug herhaald bovenaan de Aiguille du Midi gevolgd door spaltenberging. Daarna een opwarmer onder de vorm van de arrète/attend de Cosmiques. Klassieker der klassiekers. De route zelf was ok maar veel te druk. Door alle hecticiteit verliep het touwverloop niet zo vlot als we wilden en het vele aanschuiven, gecombineerd met naderende onweer/slechte zichtbaarheid maakten het soms frustrerend waardoor de route niet tot zijn recht kwam.
Grootse plannen voor de komende week, de Torino hut zou de uitvalsbasis worden. De aanloop hiernaartoe was een lange wandeling, goeie opwarmer maar fysiek niet uitdagend genoeg om onze honger te stillen. Denis had graag nog een kleine beklimming gedaan maar uiteindelijk wegens het lange zoeken naar Friedemann’s basispikkel, die uiteindelijk gestolen bleek, was de zin bij iedereen wat bekoeld.
Woensdag 10juli, vroeg dag, 4u opstaan voor de beklimming Aiguille de Toule N-wand, II,D. Bleek uiteindelijk énorm overgequoteerd, vervolgens direct gecombineerd met de Aiguille d’Entrèves NE traverse. PD+ II, 3b. Superplezante beklimming, soms wat expo maar dat maakte het alleen maar plezanter. Nu en dan wat volk tegengekomen maar allemaal vriendelijke mensen en niet te druk. Om de tijd te doden staken de voorklimmers zoveel mogelijk tussenzekeringen. Aan de naklimmers om alles op te ruimen. Denis slaagde er in om de hele route op nuts te zekeren in plaats van slings, dit tot groot jolijt van Sebastiaan. ‘s Avonds voldaan en op tijd in bed.
Wederom ging de wekker om 4u. De Noordflank van de Col oriental werd bestegen, een sneeuwflank van 50° met ijzige stukken. Dit was ons B-plan om de Tour Ronde te bereiken, het oorspronkelijk plan was de N-wand van de Tour Ronde. Deze lag echter niet in conditie. We vorderden traag en tegen dat we de col bereikt hadden begon de sneeuw al goed sorbet te worden. Na een hele hoop geploeter op de onstabiele sneeuw/mixte graat besloten we terug te keren, de vooruitzichten waren een moeilijk/niet af te zekeren sneeuwgraat waar niemand zin in had. De condities werden er niet beter op en de tijd begon te dringen onder de hete zon. Het terugkeren met 7 personen, 3 x 50m touw en relais op abalakovs in de zon bleek frustrerend qua communicatie en snelheid. Na de vele uren en wisselende moraal stonden we om 17.30u op de gletsjer. Op het gemak teruggekeerd naar de hut, beetje ontspanning en bij aankomst op de hut een welverdiende maaltijd, voor de 3de maal op rij spaghetti met tomatensaus (met of zonder vlees) en als hoofdmaal nog taaier vlees, ook wel schoenlappen voor de kenners.
Zaterdag 13 juli. Na de leerrijke ervaring van 11 juli werd besloten nog wat ijsscholing te doen. Als locatie werd de Argentière gletsjer gekozen. Te bereiken via het middenstation van de Grands Montets lift. Technieken werden vlot doorlopen en daarna was het tijd voor de echte fun: ijsklimmen. Bart gaf een korte demonstratie in een crevasse en dan was het ons beurt. Friedemann toonde hoe het niet moest. De ochtendstond geeft quarks in de mond. Best wel schrikken voor de hele groep toen Friedemann zijn afgebroken tand liet zien. We zijn zo snel mogelijk naar het dal gegaan op zoek naar een tandarts. Moest je het ooit nodig hebben kunnen we je de zoektocht reeds besparen om de zaterdagnamiddag een tandarts van wacht te vinden in de gehele Haute-Savoie regio. Wachten dus tot zondag, logica ver zoek. Met behulp van pijnstillers, alcohol en rietjes kon Friedemann ‘s avonds toch nog de finale van het EK muurklimmen op het marktplein in Chamonix bijwonen.
Omwille van het tandartsbezoek konden we onze instijg naar Albert 1e hut maar laat aanvatten. We waren dan ook niet op tijd in de hut om nog een kleine beklimming te starten, wat initieel het plan was.
Maandag, een nieuwe week, een nieuwe start: 4u opstaan. N-wand van de Tête blanche AD, 50/55° sneeuw, II. Kort wandje. Aanloop via een col waar Kristof weer dringend moest kakken. Zijn cordeepartner Sebastiaan was solidair. Zo solidair zelf dat hij voor zijn gentlemen’s room een plekje koos waar hij Kristof nog in de ogen kon kijken during the act. Na de Tete blanche nog snel de Petite Fourche (F) opgehuppeld en daarna teruggekeerd naar de hut.
Volgende dag 2u opstaan. Om 3u vertrokken om de Aiguille de Chardonnet via de Migot pijler AD+, IV, 55° te beklimmen. Onderweg namen we een variant met een 65° goulotte, die achteraf een D quotering bleek te hebben. Het was even zoeken om de rimaye over te geraken maar van daar af was het een plezante beklimming. Voor de leidende cordée een heel gevarieerde en vlotte route, Denis en Kristof werden echter nogal bitchy van het lange wachten en de brokjes ijs die wel eens naar beneden durfden te zoemen met het geluid van afketsende kogels. Jeroen en Friedeman kwamen door de bottlenecks een uur vroeger aan op de topgraat en de goulash met couscous van de dag ervoor begon goed te werken. De graat is plaatselijk een meter hoger geworden en we waren niet de enige. Al bij al een supermooie beklimming waar sommigen van ons al lang naar uit keken. Deze route voorklimmen met een kleine cordée is een echte aanrader. De zelfde dag nog afgedaald tot de voet van le tour.
De dagen erna was slecht weer voorspeld dus werd uitgeweken naar een drytoolgebied. Dankzij de fantastische topobeschrijving en onze gebrekkige kennis van de Franse taal werd de wandeling van 5 minuten herleid tot een zoektocht van een uur. Sebastiaan ontdekte gelukkig nog een aanwijzing die door Jeroen 2 minuten ervoor in de rots gekerfd was. Het massief heette “le zoo” en de routes hadden namen van dieren of dino’s. De respectievelijke plastieken versies waren onderaan de route vastgeschroefd. De verschillende exotische dinorassen uit elkaar houden was niet evident. De geklommen routes waren 1XD6/M6 1XM5 en 1X M4. Na de schrik van Friedemanns incident een paar dagen ervoor was het mentaal soms wat moeilijk te klimmen met wapens aan alle ledematen die elk moment in je gezicht konden katapulteren. Het is als klimmen met geladen pistolen with the safety off. Ondanks veel miserie toch goed geamuseerd met routes uitwerken en zelf de setjes recupereren bleek in overhangend terrein topamusement. Tegen 16.15u (later dan werd verwacht) begon het onweer te naderen en vertrokken we terug naar de camping.
Wegens aanhoudende voorspellingen op slecht weer werd er op donderdag gekozen voor een korte beklimming, we namen de Grands Montets lift om de NE-graat van Pointe de Grands Montets te doen. Onbekend, onbeschreven, niet moeilijk, heel plezant maar veel te kort. Vanop de lift afdalen tot de col, blijven afdalen en links houden tot de voet van de rotsgraag en vanaf daar de graat volgen tot boven. PD+ afhankelijk van hoe links je routeverloop gaat. Opletten dat de crampons niet vastzitten in de barsten.
Vrijdag 19 juli
Het plan van Denis, Friedemann en Jeroen was om de Rebuffat route op Aig du Midi te klimmen (6a trad 200m TD). Door het dreigende onweer hebben we ons aangesloten bij de rest van MC en pointe lachenal opnieuw beklommen. Sebastiaan kreeg de opdracht gids te spelen voor Bart. Hij heeft geleerd om altijd te checken of grote stenen wel degelijk vastzitten. Later leerde hij ook de crampon-a-main beweging af.Seba en Kristof deden na lachenal nog snel de col du midi –col de place graat om in stijl aan te komen op de cosmiques hut.
Zaterdag 20 juli, met kleine oogjes begonnen aan Contamine Mazaud AD+ een adembenemende route op de triangle du Tacul. Kristof was leider van het 1e cordée. De klimsnelheid van de hele groep zat goed, maar in het ijscouloir en op het mixte stuk kon het vlotter. Op het ijs hadden we moeite om relais te maken vanwege te kort touw of te weinig ijsvijzen. Aankomst op de top was gezellig er werd geaperitiefd met kaasjes en worst. De terugkeer was lastig maar gelukkig lag het tempo niet te hoog. Een geslaagde afsluiter van de stage.
23 vrijdag aug 2013
Posted in Andere
Tags
Chamonix, Clocher-Clochetons, Contamine Mazeaud, Denis Hoste, Friedemann Koch, Jeroen De Mey, MC5, Pointe de Gigord, Pointe Lachenal, Tour de Crochues
In juli zou de hooggebergtestage voor MC5 plaatsvinden maar Denis, Friedeman en Jeroen konden niet wachten om de bergen in te trekken. Een week voor de rest van MC zou aankomen, vertrokken we richting Chamonix. Eens aangekomen, richtten we een bivak in tussen de vijver en het oefenmassiefje van les Gaillands. Er was nog net genoeg tijd om eten te maken en te gaan slapen. De volgende dag begonnen we al snel aan de planning voor de komende week en na wat voorbereidingen en inlichtingen in Chamonix-center konden we in de namiddag eindelijk instijgen met de Grands Montets lift.
Na een korte traversée over de bovenkant van de Argentière Gletsjer begonnen we enthousiast onze bivakplek uit te graven, relatief dicht onder onze route voor de dag erop. Toen echter een frisbee-formaat steen vanuit het couloir iets te dicht bij onze bivakplek landde, besloten we toch maar naar naar een lager gelegen gebied te verhuizen. De dag erop zouden we de Pointe Gigord via het Noord-Oost couloir beklimmen, een weinig beklommen buur van de bekende Chevalier couloir op de Petite Aiguille Verte.
We kwamen toe in bewolkte omstandigheden, maar de zichtbaarheid werd beter naarmate de avond vorderde en met het fenomenaal uitzicht op de Aiguille de Chardonnet, Aiguille d’Argentière, de Tour Noir en de Mont Dolent was het niet gemakkelijk om in slaap te geraken. De volgende dag was nog voor de zon opkwam duidelijk dat de bewolking was toegenomen, maar vol goede moed begonnen we eraan. De couloir op de Gigord is 400m lang, 55° sneeuw en slechts AD+ gequoteerd. Toch waren we blij dat Denis alles vlotjes voorklom. De sneeuw was van wisselende kwaliteit en als eerste tocht van het seizoen kon het tellen. Op de terugweg werd Denis afgelost en kreeg Jeroen de eer om de rappels te leiden en relais te zoeken of te bouwen waar nodig. De sneeuwkwaliteit was nog meer verslechterd en de meeste relais waren nog bedekt door het dikke pak sneeuw dat er nog zo laat in het seizoen lag. Het werd nog een opgave om een veilige afdaalroute te vinden maar enkele uren later stonden we toch heelhuids beneden, met 8 op de 11 rappels op eigen relais. De terugtocht naar het liftstation op 3300m was erg lastig we hadden slechts weinig tijd om de laatste lift te halen. Tijdens het stappen op een onverbiddelijk tempo maakten we al plannen voor de volgende tocht. Contamine-Mazeaud op de Triangle du Tacul stond nog op ons verlanglijstje… Aangezien er slecht weer voorspeld was, besloten we de pas laat in te stijgen. Voor de route was een bivak nodig op de Vallée Blanche, vlakbij de Aiguille du Midi.
Bij aankomst op de Aiguille du Midi de volgende dag was de zichtbaarheid zeer beperkt en op geheugen en windrichting wisten we toch “camping Cosmiques” terug te vinden. We waren ongerust dat we in de problemen zouden komen met onze bivak, gezien er recentelijk weer gezwaaid werd met een kampeerverbod dat al 20 jaar bestond. Gelukkig zijn we geen PGHM tegengekomen en bivakkeren wordt nog steeds gedoogd zolang de tenten overdag verdwijnen. Later hoorden we dat er boetes van 1200 tot 6000 euro opgelegd werden aan overtreders die hun tenten overdag lieten staan. Met 3 in een 2persoonstentje werd het nog een gezellige nacht.
De volgende ochtend hield het slechte weer langer aan dan verwacht. We stonden op om 3u, 4u, 5u maar moesten steeds opnieuw wachten op verbetering. Na veel snoozen stonden we pas ruim na 7u aan de voet van de Triangle du tacul om de Contamine-Mazaud te klimmen. Snel werd al duidelijk dat de sneeuwkwaliteit en daarmee het tempo, gepaard met de late start niet snel genoeg was om op tijd boven te geraken. De sneeuw liet niet toe om efficiënt relais en tussenzekeringen te maken door de dikte van de sneeuwlaag over het ijs. We stonden voor een keuze: solo klimmen of veel te lang onderweg zijn. Wijselijk besloten we terug te keren en om de dag te redden, kropen we direct in de originele start van de Arète de Cosmiques. Na een korte pauze in de Cosmiques hut trokken we naar de 3 pointes Lachenals. Een gezellig routje met plezante passages en onderweg hebben we nog een achtergelaten friend kunnen recupereren. Om 16u stonden we eindelijk terug aan de bivakplaats. Na 20 minuten opbreken en na hard werken op de terugtocht stonden we om 17u terug in het liftstation. Daar aangekomen leerden we dat al dat haasten nergens voor nodig was, de laatste lift was nog lang niet vertrokken. ’a Avonds werd de mislukte poging op de Triangle gecompenseerd met een lekkere maaltijd en de eerste douche van de week.
Na de mixte routes van de dagen ervoor werd het tijd voor een old-school rotsroute. Denis had al een tijdje Seul en Si, een 6b+ trad route op de Tour de Crocheus op het oog, maar na 1 lengte bleek dat we de verkeerde relais genomen hadden en besloten we dan maar verder te klimmen op een iets gemakkelijker, maar ook mooie route in dezelfde wand, Les Violons Tziganes, 6a+ max. Denis was in zijn nopjes dat hij sinds de blok en de examens eindelijk nog eens op pure rots kon klimmen en Jeroen was vergeten hoe hij moest rotsklimmen en vorderde iets minder snel als Friedemann maar uiteindelijk is iedereen volledig clean en à vue boven geraakt. Boven zagen we nog een berggeit wat bewijst dat je geen 6a+ moet kunnen klimmen om op de Tour te geraken.
Terug aangekomen aan het materiaaldepot dat we lagerop aangelegd hadden, bleek ons voedsel en materiaal gespaard van wandelaars en marmotten. Diezelfde avond nog vertrokken we te voet van de Tour de Crochues naar Planpraz om daar te bivakkeren in de buurt van ons volgende doel: De Clocher-Clochetons, een graatoverschrijding (D) met 5 topjes, geopend in 1913. Het is een plezant kort technisch tochtje dat terecht in “Les 100 plus belles courses dans le massif du Mont Blanc” van Gaston Rébuffat vermeld wordt. Friedemann had er veel zin in en klom de hele route vlotjes voor. We begrepen helemaal waarom deze route zo’n klassieker was, en ook de tirolienne tussen de derde en de vierde top leverde enkele hilarische momenten op om het touw over de ankers aan de overkant te krijgen. ‘s Avonds was er dan de reünie met de rest van MC5 en onze gids Bart Overlaet op de camping. Het begin van de stage kon gevierd worden met STUUFLIES.