Tags

, , , , , , ,

The fine art of "techno klettern" (met nen vetten beatbox ;-))

Dit weekend zullen alle deelnemers van MC3 weer veilig thuis zijn, na een vette maand in de alpen. Op 21 juli ging de MC Bigwallstage van start in het Italiaanse Val di Mello, even ten noorden van het lago di Como (de geboortestreek van Ricardo Cassin, nvdr). Het weer was aanvankelijk niet bijster goed, maar één van de voordelen van artifklimmen is dat het kan in slecht weer, maar vooral ook onder grote overhangen. We begonnen de stage dan ook met een paar dagen techniektraining op de Sasso Remenno (de grootste boulder van Europa, 45m hoog en zonder crashpad) in soms erg regenachtig weer.  

Jumaren, altijd een plezier

Bij bigwallklimmen komen een hoop touwtechnieken kijken. Artificieel voorklimmen kan op zich al erg spannend zijn, maar de overgang van artif naar vrij klimmen is vaak nog veel spannender. Eens je een relais opgebouwd hebt, volgt voor de voorklimmer de aangename en rustgevende job van het haulen (de haulbag omhoog takelen) en voor de naklimmer het omhoogklimmen langs het gefixeerde touw. Ook hier kan de fun niet op, vooral in overhangen en traverses. Bijkomende technieken zijn het opzetten van een hangend bivak, het correct fitten van een haulbag en het overbruggen van traverses met haulbag. Maar na twee dagen techniektraining zitten de hoofden vol met termen als bodyhauling, fifi’s en skyhooks. Tijd voor wat klimwerk.  

An in Oceano Irrazionale, 480m 6b obl

 Om al wat te wennen aan de klilmstijl en ethiek in deze vallei, beklimmen we enkele van de klassiekers, waar zowat alle MCers ooit gepasseerd zijn. Door de strenge ethiek in Val di Mello, is er zo goed als geen behaking toegestaan hier. Zelfs op gladde platen, waar het steken van een nutje of een friend onmogelijk is, worden slechts op waanzinnige afstanden wat schaarse “colalipjes” van spits geplaatst. Maar in routes als Luna Nascente, Il Risveglio di Kundalini en Oceano Irrazionale vind je een opeenvolging van perfecte barsten, waar je alle maten van je friends in kwijt kan. Na deze fijne klimdag met eindelijk mooi weer, moet Sam helaas al naar huis en bereidt de rest zich voor op een eerste Bigwall. Het doel is het beklimmen van de Qualido oostwand, die met zijn 700m hoogte niet kan concurreren met El Capitan, maar een goedkoper alternatief hebben we niet. We kiezen voor de routes Melat, Artemisia en Magic Line.  We zijn nog met 8 en we maken drie teams. Met wat moeite heb ik net voldoende bigwall-materiaal bijeen kunnen sprokkelen, 3 haulbags, 3 portaledges, touwen, laddertjes, daisy chains, fifi’s,… Maar in drie portaledges kan maar 6 man slapen. Een zoektocht naar nog 2 hangmatten levert niets op. Desondanks stijgen we in, met het weerbericht van de campingbaas: “ten days of perfect weather!”

Tim in hotel Qualido

Die instijg is best zwaar, anderhalf uur met topzware haulbags en rugzakken zeulen over een nogal bijzonder pad in de rotswand uitgehouwen. Maar boven wacht hotel Qualido. Onderaan de wand ligt een reeks boulders waaronder hutjes gebouwd zijn, waar je droog kan overnachten. ’s Avonds onder een miljard sterren wordt er naast het kampvuur gezellig gegeten van de toch wel lekkere gevriesdroogde maaltijden, die ik van de staat kon lenen. De volgende ochtend gaan we van start: Tim en Sanne in Melat; Bram, Marijke en Nelson in Artemisia; An, Jonas en Maxime in Magic Line. Aanvankelijk is de wand wat te vlak, waardoor haulen niet zo vlot gaat. Maar allemaal ondervinden we de horror van gladde platen waar de colalipjes tussen de 10 en de 15m uit elkaar staan. De eerste haak is amper te zien en de moeilijke klimbewegingen er onder nog minder. Tim komt na een uur bloed zweet en tranen door de eerste spekgladde 6c touwlengte. Ik kom niet door de daaropvolgende 7a touwlengte, zelfs hier staan de haken waanzinnig ver en er iets tussen steken is onmogelijk. Na rijp beraad, dalen we terug af en sluiten ons aan bij Artemisia. Gelukkig zit er in elk team een rotsklimmer van niveau. Bram en Maxime leveren knap werk in de mentaal enorm zware lengtes, waar je zo goed als geen zekering hebt in een moeilijkheidsgraad tussen 6a en 7a. Ik wissel af met Tim en we krijgen elk onze portie horror voorgeschoteld. Maar het gaat vooruit en tegen de avond slapen we ergens in de tiende touwlengte onder de sterren. De één in een portaledge, de ander in een belayseat of op een richel. Door alle spanning en avontuur, vergeet ik foto’s te nemen.

Het zware werk, afdalen met haulbags in de regen

 ’s Ochtends zit alles potdicht. Snel klimmen we nog enkele lengtes tot aan de richel, waar de moeilijkheden voorbij zijn en waar enkele derdegraadslengtes naar de top leiden. Maar zover komt het niet, we moeten afdalen want het begint te regenen. Tot zover de 10 dagen perfect weer. Die Italianen toch hé. Afdelen met haulbags in een wand waar de regen over stroomt is geen plezier, maar hard werken en het verstand erbij houden. Doorweekt komen we terug in het hotel Qualido, waar we onze kleren drogen bij een rokend kampvuur. Na nog een gevriesdroogd festijn, dalen we terug af naar de vallei. De bigwallstage zit erop. Marijke en Bram rijden terug naar huis.

bivak onderaan Pizzo Cengalo

Ik wou altijd al eens een week doorbrengen op “de tweede verdieping” van Val di Mello, wat eigenlijk de Bregaglia heet. Hier loopt de fameuze via Roma, een zware hooggebergte trekking, onderlangs enkele bekende bergen, zoals de Piz Badile, Piz Cengalo en Punta Allievi. Twee hutten, Gianetti en Allievi bieden mogelijkheid tot overnachten en daarnaast nog enkele bivakhutjes. Met z’n zessen kiezen we voor de zero-budget oplossing. We nemen voor een week eten mee en zullen onderweg bivakeren. Het wordt een stevige week, die begint met 1700Hm stijgen naar een bivak onderaan de zuidgraat van Piz Cengalo 3370m.

Op het scherp van de snee in de via Vinci 450m, 6a

De eerste route die we klimmen is de Via Vinci op deze zuidgraat. Een heerlijke, messcherpe graat over de beste graniet loopt naar punta Angela. Door mist en los gesteente, besluiten we om niet naar de eigenlijke top van de Cengalo te gaan, maar om te rappelen langs de westwand. Daarna het bivakmateriaal ophalen en hop, nog een stevige drie uur stappen naar het Moltesi-Valsechi bivakhutje in de val del Ferro. Voor de volgende dag was er regen voorspeld en we willen dan niet in de open lucht slapen. Moe maar voldaan komen we aan in dit hutje, waar 4 Italiaanse trekkers zorgen voor een vrolijk getater dat ons net iets te lang duurt na het slapen gaan.

De twee verdiepingen van deze zee van graniet

Op de regenachtige dag verplaatsen we ons verder naar de Allievihut, nog eens drie uur stevig stappen. Het lijkt op kaart horizontaal, maar in de werkelijkheid moet je enkele steile cols over, die moeizaam afgedaald moeten worden langs via ferrata’s. Omdat we een beetje doorweekt zijn, besluiten we om in de Allievihut te overnachten. Zo kunnen we onze spullen laten drogen en de volgende dag verder klimmen. In de hut ligt een collectie handgetekende topo’s om U tegen te zeggen. We delen ons weer op in drie teams. De volgende dag klimmen Jonas en Nelson de “Gervasutti” (600m 5c) op Punta Allievi, Tim en Maxime gaan extreem op “El Diablo” (400m 7a+) en An en ik klimmen “il gelato al Bonacossa” (200m 6b).

Punta Allievi met de Gervasuttigraat en Punta Rasica

De laatste dag, voor het weer slecht weer zou worden, klimmen we nog twee lange routes. Tim en Maxime gaan op zoek naar de profeet in “Inschallah” (600m, 6b+) en An en ik vinden schoonheid in “Lady Di” (450m, 6b+). Mooie routes om af te sluiten, jammer genoeg wacht ons nog een ellenlange afdaling van 1700Hm naar de vallei. Met pijnlijke kniën schuiven we tevreden onze benen onder de tafel bij de lokale pizzeria, waar je voor 10 euro een driegangenmenu krijgt met alles er op en er aan.

An in een typische touwlengte: de 1e haak op 20m, na een gladde 6a plaat

Voor An en mij zit de vakantie er bijna op. Via de tussenstops in de Vogezen en Luxembourg, voor wat sportklimmen rijden we terug naar huis, waar de herexamens wachten 😦
Jonas, Maxime, Nelson en Tim rijden naar de Bernina, waar ze nog snel de prachtige Biancograat meepikken, vooraleer slecht weer hen naar andere oorden en tenslotte naar huis jaagt. Hierover ongetwijfeld nog een verslagje.

Met dank aan het Trainingscentrum voor Commando’s, Äleluja wear, Gorik Dirix, Koen Hauchecorne en Helmuth Van Pottelbergh voor de materiële ondersteuning.

Tekst en foto’s © Sanne

Advertentie