Yosemite 2012: Who’s the king?

Tags

, , , , , ,

Bouldering in the Valley? No way! ©Sanne

In oktober trok ik met Stijn voor een dikke drie weken naar Yosemite. Voor mij was het al de vierde keer in “The Valley”, maar misschien ook wel de laatste keer. Te veel klimmers, te veel rangers en te veel regeltjes maken het gewoon niet meer aangenaam om er te verblijven. Alleen al om een kampeerplekje in Camp4 te bemachtigen moesten we enkele dagen geduld oefenen. Dankzij onze bolide hadden we wel de vrijheid om te gaan klimmen waar we wilden en om desnoods de nacht buiten het park door te brengen. Maar we waren dus vooral gekomen om stevig te klimmen en enkele mooie bigwalls aan ons palmares toe te voegen.

Moonlit Watkins & pinnacle ©Sanne

Het weer zat alvast de hele periode mee en met een beresterke klimpartner als Stijn waren de mogelijkheden zo goed als onbeperkt. Na een introductie in” Yosemite-style crack-climbing” met Serenity crack (5.10d) en Sons of Yesterday (5.10a), kon ik Stijn overhalen om met Mt Watkins Southface te beginnen. Deze afgelegen bigwall is logistiek een zware onderneming, met een stevige instijg en afdaling. Maar dat had dan weer als voordeel dat we er de hele tijd absoluut alleen waren in de wildernis. Na een zo licht mogelijke haulbag en materiaalrugzak samengesteld te hebben, beginnen we redelijk laat in de middag aan de instijg. Eerst 8km door de Tenaya canyon, langs een vaag klimmerspaadje en dan 8 lastige touwlengtes vierdegraads terrein met af en toe een moeilijke passage tot 5.8. Het is net donker als we op het “zawesome” bivakplatform aankomen, aan de start van de beklimming.

In de eerste twee touwlengtes, goed voor 300m werken om 50m hoogte te winnen! ©Sanne

Betrapt met de flits ;-) ©Sanne

De nacht wordt opgeluisterd door een prachtige sterrenhemel en het bezoek van meerdere knaagdieren. De volgende ochtend beginnen we vroeg aan de eerste touwlengtes, een raar begin met eerst 250m klimmen, dan drie lastige pendules, om uiteindelijk pas op de tweede relais aan te komen, weer af te dalen tot aan de start en daar de haulbag aan te haken, terug opjumaren en de haulbag omhoog halen. Pfioew, ruim drie uur bezig om 50m hoogte te winnen… Gelukkig gaat het daarna wat vlotter, we klimmen zoveel mogelijk lengtes vrij en halen de laddertjes pas boven als het echt te moeilijk wordt. Met vrij klimmen tot 5.10 en artif tot C2+ komen we goed aan onze trekken. De eerste goede bivakplaats, het “Watkins Sheraton”, slaan we over en we komen opnieuw in het donker aan op een goede richel op de 11e touwlengte. Een lange maar geslaagde dag met 11 touwlengtes, een goed begin!

ambiance bigwall ©Sanne

Stijn liebacking pitch 18 ©Sanne

Je zou denken dat er op 500m boven de grond, in een uiterst steile granieten wand geen viervoeters meer kunnen leven, maar dat was buiten een “wallrat” gerekend! Ongelofelijk dat die hier op die richel kan komen en overleven. Vastbesloten om die dag uit te klimmen, beginnen we vroeg aan de resterende 8 touwlengtes. Maar die zijn allesbehalve makkelijk, met nog enkele uitdagende passages. Door het toeval klim ik de technisch moeilijke artif-lengtes en Stijn de vrij te klimmen lengtes. De esthetisch prachtige barst van de 18e touwlengte (5.10c) wordt door Stijn vlekkeloos voorgeklommen. Voor een keer eindigen we de dag vòòr zonsondergang, op de top van Mt Watkins! Omdat het al laat is en de afdaling minstens vier uur in beslag zou nemen, besluiten we om op de top te bivakkeren. Mét een zalig kampvuur, eat your heart out, rangers!

Summit of Mt Watkins’ Southface, 800m VI 5.10 C2

Na de afdaling de volgende dag, douche en eten, proberen we de volgende dagen wat mooie freeclimbs aan ons palmares toe te voegen. Maar er zitten telkens zoveel trage klimmers in de mooiste routes, dat we het vooral bij verder afgelegen massiefjes houden, met kortere, maar mooie lengtes barstklimmen. Reed’s pinnacle en Cookie cliff bieden enkele prachtige lengtes. In koude condities, klimmen we “the Moratorium”, onze eerste 5.11. Hier komen we niet zonder kleerscheuren vanaf, een gele C3 floept uit de natte barst in de crux en Stijn hangt onder de relais. Een touwstreng verbrandt en wat schaafwonden.
Tijd voor het echte werk, we gaan op zoek naar een geschikte route op El Capitan. Twee dagen van minder goed weer vegen de wand leeg en we besluiten om te gaan voor een “off the beaten track” avontuur met North America Wall, in de zuidoost-wand van El Cap. Wanneer we met onze perfect afgemeten haulbag aan de start van deze route aankomen, is er, o ergernis, net een bende yanks in begonnen. We kijken het even aan, die mannen claimen erg ervaren te zijn… Na enkele uren hebben ze dan toch de eerste touwlengte geklommen, waarna ze terug afdalen om de volgende ochtend vroeg te starten. De beleefdheid gebied ons om er niet voorbij te gaan en we brengen onze haulbag alvast naar de eerste relais. Dan wachten we een dag, in de hoop dat die mannen tegen dan een lengte of vijf boven ons zouden zijn.

Tevergeefs werk op R1 van North America Wall ©Sanne

Wanneer we de volgende dag in de namiddag nog eens komen kijken, zijn ze… nog niet eens tot op de tweede relais geraakt. Grrrr! Aan uitleg en lawaai geen gebrek, maar wij moeten snel een beslissing nemen om de kans op een mooie bigwall niet te laten schieten. We geven onszelf 10 minuten om in de topo een alternatief uit te zoeken, deze keer is het Stijn die mij moet overtuigen om voor “Mescalito” te gaan, een monster van 26 touwlengtes, waarvan elke lengte moeilijk is Daarna snel omhoog tot bij onze haulbag, die terug laten zakken tot de grond, verhuizen naar de start van ons alternatief en diezelfde namiddag klimmen we nog de eerste twee lengtes van “Mescalito”. Daarmee weten we ineens waar we aan toe zijn, met het niveau C3 en de runouts op copperheads en hooks mogen we ons geen fouten veroorloven. Vooral niet in de eerste touwlengtes, waar de kans dat je de grond raakt na een screamer nog reëel is.

De fantastische lijn van Mescalito

Na een laatste nacht in Camp4, vertrekken we vroeg met de laatste benodigde voorraden en bijkomend aangepast materiaal voor “Mescalito” en we jumaren tot bij onze haulbag en portaledge. Vanaf hier kan het echte werk beginnen. We hebben eten en drinken mee voor vier tot vijf dagen in de wand, alles mooi verpakt in één haulbag en de portaledge. De topo geeft voor deze route 6 tot 7 nachten in de wand, als we willen toekomen met onze voorraden moeten we goed doorklimmen. We hebben wel geluk, de eerste 8 lengtes boven ons is er niemand, pas hoog boven ons zien we twee teams hangen. Ook onder ons is er voorlopig niemand, we kunnen dus op ons eigen tempo klimmen.

Stijn op kop, de tussenzekeringen zijn vaak birdbeaks ©Sanne

Lengte na lengte van een uitzonderlijk mooie lijn, vergen het uiterste van onze technische kennis. Er zitten ook nogal veel traverses in deze route, de nodige touwhandelingen komen aan bod om de haulbag mee te krijgen. Gaandeweg gaat alles wat vlotter en het team geraakt op kruissnelheid. De eerste nacht in de portaledge brengen we door op R7. Niet slecht geklommen, ook al hebben we het gevoel dat we niet vooruitgaan. Zwaar artiffen neemt dan ook de nodige tijd in beslag, wil je niet ineens 30m lager hangen. Het nadeel van een hangend bivak, is het lastige naar het toilet gaan. De grote boodschap wordt alvast uitgesteld naar de eerstvolgende richel, als die er al zou komen… Het voordeel van de zuidoost-wand, is het opstaan in de ochtendzon.

Sea of granit ©Sanne

De volgende dag slagen we erin om 6 lengtes te klimmen, waaronder de “Molar traverse”. We bivakkeren op R13, we zijn halfweg. Dit bivak is ook hangend, maar een schuin aflopend randje onder de portaledge, laat nog net toe om een grote boodschap te doen. Hoognodig, want dat uitstel was een zware opgave ;-) Het genadeloze ritme van bigwallen, wordt routine: 1 uur hangend zekeren, gevolgd door een halfuurtje jumaren en de net geklommen lengte “cleanen”, dan 1 uur stresserend voorklimmen, een halfuurtje haulen (de haulbag van 60kg omhoog hijsen) en vervolgens weer 1 uurtje ontspannen op de hangrelais tijdens het zekeren. Dit elk om beurt natuurlijk. Zo ben je al gauw 12 uur per dag bezig, als je geluk hebt, kom je onderweg een richel tegen om even gewoon op recht te staan en niet te moeten hangen. Het derde bivak op R18, “The Bismarck” is een fantastisch terras, waar je even de benen kan strekken en rustig je behoeften kan doen. In het laatste licht fixeren we nog een lengte, om aan ons gemiddelde van 6 lengtes per dag te blijven.

Onze cordée gezien door de camera van ©Tom Evans

Vierde dag in de wand, kunnen we vandaag uitklimmen? Nog maar 7 lengtes te klimmen, dat moet haalbaar zijn. Het technisch klimmen blijft moeilijk, maar door de opgedane ervaring van de afgelopen dagen, gaat zelfs de meest spannende “bad fall potential” relatief vlot. Stijn doet nog wat airmiles, nadat notabene een gele friend eruit floept, maar hij klimt onverstoord verder. Wanneer we in de namiddag nog maar drie lengtes onder de top zitten, horen we muziek. Eén lengte verder zitten we geblokkeerd achter een team dat twee dagen voor ons vertrokken is, met een chaos van haulbags, portaledges en natuurlijk een ghetto-blaster… “Ow, you must be those fast Belgians, catching up on us”. Yep, that’s us ;-) Leuk om te horen, dit team had die informatie van Tom Evans op de grond, maar daar gaat onze kans op de top voor vandaag. We laten het niet aan ons hart komen en installeren ons op R23, een comfortabele maar aflopende richel en we fixeren nog tot R24. De volgende dag rest ons nog 2 lengtes te klimmen en dan zijn we boven.

Spectacular before-last pitch ©Sanne

Die laatste nacht in de wand genieten we van de zonsondergang met een pintje in de hand. King Cobra is het lokale klimmersbier en het smaakt hier, ook al is het pislauw, hemels. Who’s tha king, who’s tha king, who’s tha… King!
Na een laatste lui ontbijt in de ochtendzon, klimmen we uit. De laatste touwlengte is nog bijzonder lastig, ik vlieg er ook nog eens uit op een lastige C3-placement. Maar tegen de middag staan we op de (teleurstellend vlakke) top van El Cap! Nu nog een vervelend detail, de afdaling…

topteam!

De laatste week in “The Valley” brengen we door met verschillende freeclimbs, maar hetzelfde probleem blijft. Op Cathedral Spire wachten we maar liefst 2 uur op een relais, voor we die ene mooie 5.11 lengte kunnen klimmen. Sympathieke mensen, die Amerikanen, maar traag! En hun touwtechnieken zijn gewoon rampzalig, met die stomme cordelette voor hun relais en dubbele vissersknoop als verbindingsknoop voor rappels, aaargh!
Uiteindelijk begint het te sneeuwen en we verlaten de vallei. Met een omweg rijden we via de kust langs Santa Cruz en de Pacific terug naar San Francisco. Einde van deze trip, ik vlieg zo goed als rechtstreeks door naar Athene en Kalymnos. Verslagje van deze heerlijke trip volgt.

Petzl drytool event in Klimax

Tags

, , ,

Afgelopen zaterdag organiseerde Petzl in Klimax een Drytool event. Jurgen Lis zorgde voor enkele knappe initiatieroutes. Zelf Topklimmer Jeff Mercier was speciaal overgekomen vanuit Chamonix. Hij liet ook enkele spannende beelden zien van zijn laatste realisaties in de Alpen. Voor de liefhebbers was er ook een wedstrijd, maar die heb ik zelf helaas niet kunnen bijwonen. Hieronder nog enkele sfeerbeelden van dit geslaagde evenement:

Algemeen sfeerbeeld

An Laenen aan de slag met de nieuwe ergo ijsbijlen

Jeff Mercier liet even zien hoe het moet.

Tim De Dobbeleer aan het zweten in de kwalificatieroute

Met publiek…

Olivier De Deken wrong zijn bijlen in alle mogelijke posities.

Uitslag van de wedstrijd:

1. Dennis Van Hoek (NL)   -> zie een verslag van de wedstrijd op zijn blog
2. Jeff Mercier (FR)
3. Yannick Lis (BE)

MC’er Tim De Dobbeleer eindigde op een knappe 5de plaats en  Olivier De Deken op een 6de plaats. Proficiat allemaal!

Vivid landscapes

Tags

, ,

De Belgische cinematograaf Haroun Souirji heeft net een nieuwe film klaar: Vivid Landscapes. Hierin volgde hij klimster Mélissa Le Nevé op haar trip door de Rocklands in Zuid-Afrika afgelopen juni.

Zoals we van Haroun gewoon zijn is alles weer prachtig in beeld gebracht. Herinner je zijn vorige films nog? La obsession ( over Dani Andrada) of Better than chocolate over boulderen in Zwitserland. Deze past naadloos in het rijtje. Nu nog even nagenieten van deze beelden en hopelijk snel naar de volgende!

Valle dell’ Orco

Tags

, , , , , , ,

Net als 2 jaar geleden werd ook dit jaar de fameuse “Orco Tradmeet” georganiseerd. Een organisatie die uitgaat van de club alpino accademico italiano onder leiding van de immersympathieke Mauro Penasa. Doel van de meet : Klimmers van over heel de wereld tezamen brengen in de Orco Vallei om er een week samen te klimmen. Team België was Talrijk! Naast habitués Eric Borghans en Stéphane van Lierde waren er ook nog  nieuwkomers : Olivier Dellecosse, Pieterjan De Roo en ik(Tim De Dobbeleer).

Fissura della disparazione

Tim in Fissura della desperazione

Tim in Cannabis

Italiaanse klimmers waren natuurlijk ook talrijk aanwezig, en dan vooral de klimmers van de streek. Elke dag werden er groepen gemaakt naar gelang het niveau en werd er een lokale host aangewezen….en dat zorgde soms voor grappige situaties. Pieterjan en ik kregen 1 dag Mario Settore mee. Een man die enkele routes opende in het gebied. Naast oeroude setjes, friends en een touw laadde bompa Mario ook nog 3 halve liters in zijn rugzak. Un bon vivant!!!

Andrew Burr en Mario Settore onderaan Torre di Amonin

Actie hogerop op Torre di amonin met aan de zijkant Andrew die foto’s neemt

Voor mij was het al de derde keer dat ik naar Orco kwam, en ondertussen deed ik veel barstervaring op in Amerika en in de alpen, en dat rendeerde! In Fissure kosterlitz : de midnight ligntning van Orco kon ik vroeger nauwelijks beginnen. Nu ging die nog nooit zo vlot.

Tim in The kosterlitz

PJ doet ook zijn eerste klimpassen op Italiaanse bodem

Door op pad te zijn met locals leer je natuurlijk ook nieuwe gebieden kennen. Zo werden Pieterjan, Manuel en ik meegenomen door Fabio Cappellini naar een gebied op 45min rijden van Ceresole Reale : Ancesieu. Een 400m hoge gneiswand in een verlaten vallei. Wij klommen een route in het midden van de wand waarvan ik de naam vergeten ben, subliem! Er zijn meer grepen dan op de wanden van Orco en dat maakt het juist interessant. Zalige passen op rechte wand wisselen elkaar af met barsten en hoefversnijdigen om dan te eindigen op een top met zicht op het grand Paradiso gebied.

stretchy PJ!

PJ in Ancesieu

Na 5 klimdagen op Sergent en omgeving vergaten we bijna dat er ook nog die andere wand is die minstens even stijl is als de grote El Capitan, maar net iets minder hoog : The Caporal. Een italiaanse bergids nam Pieterjan, Manuel en mij mee in L’orrechio del Pachiderma, en tempi Moderni. De 2de lengte van L’orrechio is echt fantastisch, daarna komen enkele vervelende dallen om tot bij een plateau te geraken en daar kies je ofwel Tempi Moderni ofwel rattlesnake. Wij kozen voor tempi moderni omdat ik Rattlesnake als eens had gedaan. Leuk, maar zeker niet zo mooi als zijn rechterbuur : Rattlesnake.

Pieterjan in de geniale 2de lengte van l’Orecchio del Pachiderma(6b)

Tim in l’orrechio

Zowel Pieterjan als ik voelde de vermoeidheid na 3 weken bijna constant klimmen. Maar op de meet werden telkens nieuwe projectjes voorgechoteld.  Nee zeggen…. dat ligt niet echt in onze aard. We besloten dus door te gaan zonder een rustdag in te lassen. Als kers op de taart en om ons helemaal in een karreke te klimmen probeerden we nog het offwidth testpiece : Gloves of war dat Tom Randall en Pete Whittaker in 2009 openden. Dit keer geen offwidth op een rechte muur,  wel in dak! Benen er in rammen, voeten klemmen en spanning houden met de armen! Pieterjan bewoog goed en na 2 pogingen kon hij al alle passen. Bij mij bleef het op hulpeloos brullen en af en toe een kleine vooruitgang. No pain No gain!

le coinceur humain Pieterjan De Roo in Gloves of war(7c)

Brulaap De Dobbeleer trying to move.

Andrew burr, de amerikaanse klimfotograaf die werkt voor merken als Patagonië en Black Diamond was door de italiaanse alpenclub ook uitgenodigd om alles op de gevoelige plaat vast te leggen. 2 keer is hij de hele dag met ons meegekomen en dat leverde enkele spectaculaire foto’s op.  Hopelijk kan ik er binnenkort enkele online zetten.

Losse flodders

Tags

, , , , , ,

Weer enkele losse flodders en nieuwtjes uit de ski/klimwereld:

Black Diamond neemt Pieps over:
Na helmenfabrikant Poc heeft Black Diamond nog eens komen shoppen op de Europese buitensportmarkt. Waar de ene het over crisis heeft ziet de andere duidelijk nieuwe opportuniteiten. Black Diamond zet duidelijk meer en meer in op de groeiende ‘freeski-trend’. Na een eigen ski- en bottenlijn, telemarkbindingen en het avalung-systeem is het nu tijd om met eigen biepers op de markt te komen. De eerste modellen met het Black Diamond logo op worden volgende winter reeds in de winkel verwacht. Ik ben nog steeds nieuwsgierig naar reacties van iemand die een Vector bieper heeft met ingebouwde gps. De professionals zijn nog niet helemaal overtuigd, dus ik wacht ook nog even af…

Pieps Vector, met ingebouwde gps

Between the balls:
Highline tussen 2 bollen van het atomium, enkel voor de pro’s.

 

En Route: Hokkaido:
Toen Sam Van Brempt, Koen Van Hiel en ik vorig jaar in Japan zaten, waren de jongens van Nimbus independent ook aan het filmen in onze buurt. Ik herinner me van onze hele trip maar 1 moment dat er iemand me voorbij scheurde die ik niet kon volgen in een zotte afdaling vol drops en jumps. Beneden aan de lift merkte ik dat ik Andy Mahre was, 1 van de beste freeskiers ter wereld. Maatje te sterk dus…
In ieder geval beschikten zij over hetzelfde terrein en sneeuw als ons, maar ook over proskiers en professioneel cameramateriaal. Het resultaat zie je in het schitterend webisode ‘En route: Hokkaido’.

 

Kilian Jornet ‘loopt over de Mont Blanc in 8u40
(Courmayeur – Mt. Blanc – Chamonix via Arrête Innominata)
Enkele woorden: Solo /op loopschoenen / via technische route
Wat?!?

Kilian Jornet op de Arête Innominata     (c)EpicTv

En voor de grammenjagers onder ons, dit was zijn kit:
– 15L backpack
– 20m of 7mm static rope
–  120cm Dynema sling
– Petzl Siroco helmet
– Petzl NAO headlamp
– aluminum crampons
– Petzl Sumtech ice axe
– Suunto AMBIT watch
– Petzl Cordex gloves
– Salomon sunglasses
– cap
– Salomon down jacket
– Salomon Gore-tex pants
– 1 Overstim’s gel
– 40cl water
– overboots
Total weight: 2.512grYes, that’s right. 40cl of water and 1 gel for eight-and-a-half hours of hard cardio work at up to 4810 meters. Like I said above … the guy’s a a cyborg… :-)

Un petit voyage dans le calcaire et le grès du sud

Tags

, , , , , , , , ,

Na de Pic Midi d’osseau reden Pieterjan en ik verder door Frankrijk. Even zijn we gestopt langs de Vieux campeur van toulouse om wat groot geschut(camelot nr 5 en 6) op te halen en nadien ging het verder Oostwaarts om uiteindelijk te eindigen in La palud sur verdon. Het was al de 2de keer voor mij dit jaar dat ik de Verdon belandt. En het gevoel om bovenaan de wand te staan, naar beneden te kijken en 400 meter perfecte kalk te zien blijft echt geniaal!

mer de nuage

Pieterjan in 6c+ van pichenibule

We gaan van Start met een route op de Paroi du duc : Alix, punk de vergons(7b). In tegenstelling tot de meeste andere routes in de verdon loopt deze route op een overhangende wand. Niet echt de typische verdon stijl….maar het moet gezegd worden. Deze route is echt een Chef d’oevre. Routeopeners P. Pezzini, L. Catsoyannis konden geen mooiere lijn kiezen om boven op de top van de Paroi du duc uit te komen.

Tim in Alix

Pj in alix

Tijdens onze beklimming hoorden we vaak luide knallen. Ik ging ervan uit dat die afkomstig waren van het militair domein enkele kilometers verderop. Maar toen er dan ineens ook zwarte wolken van achter de wand te voorszchijn kwamen was het duidelijk dat ik mij getrompeerd had! Daar stonden we dan weer. Bliksem en donder recht boven ons en nonestop regen gedurende bijna 2 uur. Maar naar beneden gaan was zo goed als onmogelijk dus van zodra de regen in onze nek begon te sijpelen vertrokken we voor nog 3 lengtes canyoning(maar dan stroomopwaarts).

nattigheid!!!

en nog een natte lengte

De verdon kan je natuurlijk niet verlaten zonder ook iets typisch verdon stijl geklommen te hebben. In het boek van Arnaud petit hadden we ons oog laten vallen op een combinatie van pichenibule en les rideaux de Gwendal. Buiten de 7b+ lengte die belachelijk hard was, was alles echt zoals we verwacht hadden. een compacte muur met gaten en gaz, veel veel gaz!!!!

Verdon Style

Magnifieke 6c+ lengte

un mur à trous

Laatste lengte van Pichenibule(7a)

Die grote friends hadden we natuurlijk niet voor niets gekocht.  Annot was onze volgende stop. Een gezellig dorpje in de buurt van Nice. Veel klimmers vielen er daar niet te bespeuren. Mémékes en pépékes die waren wel talrijk aanwezig! En dat zorgde ervoor dat je aan de kassa van de supermarkt soms wel wat patience moest hebben als één of ander oud vrouwtje haar rosse centen bijeen begint te schrapen. De zopas uitgebrachte topo”traddannot” doet vermoeden dat hier wel wat barsten te bespeuren vallen. Ons doel was : de offwidth techniek verbeteren. En dat doe je met veel gebrul, gewroet en gespartel. Na 2 dagen offwidt’s was ik zelf rijp voor het rusthuis. Maar met nog te veel mooie wanden in de omgeving was er geen tijd voor rust!

full body workout!

De recent uitgebrachte topo van Annot

En nog een toprope-actie in een ander monster!

Alweer hadden we in de boek”Parois de légende” van Arnaud petit een volgend objectief gevonden. Aiglun! Een gebied dat de laatste jaren populair is geworden omdat veel sterke klimmers er komen om Ali baba(8a+) te herhalen. Daarvoor moeten onze biceps nog wat dikker worden. L’artisan du huitieme jour(7b+) behoorde wel tot de mogelijkheden. Al was een 7b+ om op te warmen net iets te zwaar. Het waren 10 lengtes met 5 in de 7de graad. Zowat alles voelde zwaar aan, en in de 2 laatste 7a+ lengtes moesten zowel Pieterjan als ik diep gaan om de passen nog te kunnen trekken….het vermoeide lijf, of gewoon een zwaarder gequoteerde route?

De wand

In de voorlaatste lengte van L’artisan

Pieterjan in een korte maar krachtige 6c+ lengte

Na Aiglun reden we door naar Valle dell’Orco voor de International climbers meet, maar daarover meer in volgend bericht.

Pic du Midi d’Osseau

Tags

, , , , ,

Om van Ordesa naar de Verdon te rijden moesten we de pyreneën helemaal doorkruisen. Net op de grens tussen Frankrijk en Spanje ligt het 2 straten grote El Portalet. Van daaruit kan je een massief stuk graniet zien :Pic du Midi d’Osseau . Een wand vol met barsten! Een reden te meer voor ons om er eens te stoppen. We klommen de Sud-est direct: met 6c als zwaarste lengte is dit de moeilijkste route op de wand.

Pic Du midi d’osseau

Het was een leuk avontuur door barsten over dallen, met af een toe spannende passages en niet altijd even gemakkelijk om de juiste weg naar boven te vinden. De 6c en ook de 6b+ lengte voelden vrij zwaar aan, maar dat had misschien te maken met het feit dat we beiden een rugzakje aanhadden. Na 14 lengtes leuk klimmen waren we boven.

Pieterjan in een mooie 6b+ lengte

Kickstarting the day met een harde 6b+

Voor de afdaling was al meteen duidelijk dat het tricky ging worden. Traverseren op lossen brol met 500m lucht onder de voetjes is is niet echt rustgevend. Gelukkig kwamen we er weer veilig vanaf en konden we beneden aan de hut nog voor het donker genieten van een zwemmeke in het meer.

sunrise

Het gebied is zeker aan te raden. Er zijn wel niet bijster veel routes op de wand, dus na 1 of 2 dagen heb je het daar wel gezien. Een ideale vakantiebestemming voor een week is het niet,  een plek om eens te stoppen als je op doorreis bent zeker wel!

Climb hard, fight easy

Tags

,

De jaarlijkse bijscholing voor de militaire voorklimmers ging dit jaar voor de eerste keer door in de Dolomieten. Dit prachtige gebied, rijk aan geschiedenis, biedt eindeloze mogelijkheden voor onze training, maar voor mij was het moeilijk om voor 14 cordées een geschikt programma uit te denken, aangepast aan alle factoren : weer, alpiene gevaren, kennis en kunde van de deelnemers.

Winterse condities na een nachtje sneeuwen ©Sanne

Enkele dagen op voorhand waren we al met een kleine ploeg ter plaatse om de nodige verkenningen te doen. We klommen op de Meisulas da Biesces, de Ciavaces en de Marmolada. Op die laatste bevindt zich nog een gletsjer en het is de hoogste top (3342m) van de streek. Het bleek toch nog mogelijk om een ijsscholing en een oefening spaltenberging te organiseren.  Andere doelstellingen waren “equipement de passage”, klimtraining in kleine en grote wanden, het beheersen van niet- of weinig geëquipeerd terrein en in geval van minder goed weer, via ferrata.

local climbers ©Sanne

We begonnen met goed weer en konden in twee ploegen aan de slag op de Sella- en Falzaregopas, waar we klommen op de Ciavaces en Lagazuoi. Voor velen was het specifieke klimmen in de Dolomieten een ontdekking. De weinige aanwezige uitrusting bestaat meestal uit roestige pitons die in de rots zitten van de eerste beklimming, meestal daterend van de jaren dertig. Routeverloop vinden, zekeren en standplaatsbouw, vormen de grootste uitdaging. Algemeen raden we aan om een volle graad eenvoudiger te klimmen dan hetgeen je normaal kan klimmen in België op goed geëquipeerde massieven.

Een perfecte tussenzekering ©Ehwald

De volgende dag is het werkelijk strontweer, we doen wat drytraining van touwtechnieken in ons logement te Arabba en er wordt nog wat theorie afgestoft. Als we de volgende dag het landschap aanschouwen, is de winter aangekomen. Er is tot 30cm sneeuw gevallen, dat zal nog een grote invloed hebben op het verdere programma. We besluiten om een via ferrata te doen en dat blijkt best wel indrukwekkend, op volledig verijsde rots en kabel. We ontdekken ineens een brok WOI geschiedenis, stellingen oorlog in het gebergte, wat een hel.

De sporen van de “groote oorlog” zijn hier nog overal zichtbaar ©Sanne

Ook de volgende dag zijn de rotsen nog nat en we voorzien een dag training op de Marmolada-gletsjer. Zelf ga ik met Peter op verkenning naar de Tofana en we beklimmen er de eerste pijler, “Erste Kante”. Een mooie route, maar in de 7e touwlengte, net na een lange traversé, trapt Peter in een III+ door zijn knie, meniscus gescheurd en een been buiten gebruik. Na een korte analyse van de situatie, besluiten we om zelf de evacuatie te organiseren en ik begin aan de “afdaling met gekwetste” in een onbekende wand van 250m.  Na een telefoontje om onze mensen te verwittigen en naar de voet van de wand te komen, geraken we in 5 rappels weer op de grond, waarbij alle tussenrelais zelf gebouwd moesten worden. Gelukkig kon ik meestal gebruik maken van zandlopers en slechts één keer moest ik weer een volledige touwlengte omhoog om een vastgetrokken rappel te gaan halen. Voor Peter was het een pijnlijke ervaring, maar van een helikopter of morfine wou hij niet weten.  We komen mooi beneden aan de wand, waar een paar minuten later onze Italiaanse vrienden aankomen, zodat we Peter naar beneden kunnen dragen, hij kan echt niet op zijn been staan. Wat een mooie dag moest worden is voor Peter op een onverwachte blessure uitgedraaid, hem staat nu weer een lange revalidatie te wachten. Net nu ook zijn vriendin met de 2 enkels in de plaaster zit, dat zal thuis niet eenvoudig worden…

Peter in de “Erste Kante”, vlak voor de traverse ©Sanne

Ik moet me hierover zetten, want het programma voor de rest van de groep gaat gewoon door. De volgende dag is het eindelijk goed klimweer en we trekken opnieuw in 2 groepen naar twee verschillende gebieden, voor een tweedaagse. De ene groep trekt naar de 3 Cime di Lavaredo en mijn groep zal een dag op de Sellapas doorbrengen, waarna we gaan overnachten in de rifugio Dibona om de volgende dag de Tofana te beklimmen langs verschillende routes. Het is weekend, dus we zorgen voor een snelle instijg naar de Ciavaces. Desondanks zijn in de sektor waar we willen klimmen al enkele cordées bezig in de eerste touwlengte. Mark en Bily moeten even wachten onderaan hun route “Roberta 83”, maar ik kan met Christophe onmiddellijk starten in de “Buhl-verschneidung”.  We zijn net de touwen aan het afrollen, als ineens een donderend geraas de hemel zwart kleurt, een steenlawine!!! In een fractie van een seconde moet je beslissen waar je beschutting denkt te vinden, je wilt wel in de wand kruipen en je maakt je zo klein mogelijk. Het is alsof je onder vuur valt. De steenslag houdt lang aan, zo’n 30”, blijkbaar is er iets gaan schuiven op de aflopende richel 300m boven ons. In mekaar gedoken op de grond hoor ik tussendoor het geroep van gewonden. Uiteindelijk houdt het op met stenen regenen en check snel de toestand van mijn mensen. Christophe is ok, maar Marc houdt zijn bebloede schouder vast en zegt meteen dat die gebroken is. Billy hangt onder het bloed, maar dat is vooral afkomstig van de klimmer die in de eerste lengte boven hem aan het klimmen was. Die is zwaar geraakt en heeft een volledig verbrijzelde arm. Ook Billy is geraakt door een steen op zijn rug, daarvan is de schade nu moeilijk in te schatten. We organiseren de eerste hulp en de helikopterredding. Meer dan onszelf te beschermen tegen verdere steenslag, wonden verbinden en shockpreventie kunnen we niet doen.  De helikopter laat 40’ op zich wachten, maar dan verloopt alles vlot. De zwaargekwetste en Marc worden per heli geëvacueerd, wij brengen Billy terug naar de kazerne, waarna ook hij naar het hospitaal gebracht wordt voor de nodige onderzoeken. Achteraf blijkt het al bij al goed mee te vallen, Marc heeft een dubbele breuk in het schouderblad, zonder complicaties en Billy heeft alleen een kneuzing. Maar zo’n twee dagen op rij zijn allesbehalve leuk…

Sunrise over Tofana ©Sanne

The show must go on, die avond zit ik met de overgebleven teamleden in de rifugio Dibona. We zijn nog met vijf cordées en we verdelen ons over drie routes. Tom en Thierry plannen de “Aspetando la Vetta” Kim, Tokke, Chrispin en Kirian gaan voor de “Erste Kante” , Steve en Christophe klimmen de “Ghedina” op de tweede pijler en ik ga met onze Italiaanse gids Ehwald voluit voor een Dolomieten “extrem” klassieker, de “Constantini-Appoloni”, ook wel “Pilastro” genoemd in de volksmond. Alle routes gaan door de immense zuidwand van de Tofana, zon en droge rots gegarandeerd. Na een korte instijg begin ik met Ehwald aan de 600m lange, grotendeels loodrechte tot overhangende “Pilastro” We geraken al snel op mekaar ingespeeld en maken tempo.  Met 60m touwen doen we vaak twee touwlengtes in één, waardoor we het aantal touwlengtes terugbrengen van 22 naar een stuk of 17. Maar het blijft een monster van een route, met drie zware overhangen, VII+, VII en VI+. Al de andere lengtes zijn tussen V en VI. Weerstandstraining gegarandeerd. We klokken af op 6 uur, een blokske in de derde overhang inbegrepen. Topotijd tussen de 8 en 10 uur, als gidsenteam met een gemiddelde leeftijd van 42 zijn we tevreden ;-) De stress van de afgelopen dagen is voor mij weggeklommen. De andere cordées klimmen allemaal vlot hun route uit en we dalen samen af. De eerste tweedaagse zit erop.

Ehwald in de 6e graads lengtes tussen de eerste en tweede overhang ©Sanne

Onze cordée in de “Pilastro”

Het weer blijft goed en de twee groepen wisselen van gebied. Nu is het onze beurt om naar de 3 Cime di Lavaredo te trekken. We vliegen er de eerste dag al meteen in met voor Tom en Ehwald de “Cassin” op Torre Preuss, een paar cordées op de normaalroute van de Cima Piccola en ik met Christophe in de “Spigolo Giallo”, een bekende route van de onovertroffen Emilio Comici. Vorige winter had ik deze route met An moeten afbreken omdat er teveel sneeuw en ijs in lag, maar nu zijn de condities perfect. Ook deze route is erg continue, met vele lengtes V+ en VI, die verloopt over de prachtige loodrechte gele zuidpijler van de Cima Piccola. Er zit niemand anders in de route en we kunnen vlot doorklimmen. De afdaling verloopt al even vlot en ’s avonds worden we goed onthaald in de rifugio Auronzo.

De “Spigolo Giallo” ©Thierry

Christophe in pure Dolomieten-ambiance ©Sanne

Voorlaatste dag en nog steeds prima weer, een cordée op de Cima Grande, twee cordées in de “Spigolo Giallo” en ik kruip met Tom in een waar Dolomieten avontuur, de “Egger-Sauscheck” (300m VI+): overhangend, soms natte barsten, losse rots en slechte tussenzekeringen, kortom de nodige ingrediënten voor een alpien avontuur. We komen allebei mentaal en fysiek voor de nodige uitdagingen te staan, maar ook al zal ik deze route geen tweede keer klimmen, wordt het wel een pracht van een dag. Na een vlotte afdaling, ronden we af door eens volledig rond de 3 Cime te wandelen. Zo krijgen we ook eens de beroemde noordwanden te zien, waar nu nog ijs in hangt na de sneeuw van een week geleden.

Tom in Egger-Sauscheck ©Sanne

Sanne in Egger-Sauscheck ©Tom

De laatste dag sluiten we af in de regen, met een equipement de passage op de 5 Torri. De natte rots is moeilijk te beklimmen, maar we slaan de nodige pitons om onze touwen te fixeren. Al bij al een geslaagde periode, al kan je dat moeilijk zeggen als je drie gekwetsten hebt.  Volgende week naar Yosemite: bigwalls and crackclimbing, hauling and jumaring, beer and burgers!

Projectjes voor volgend jaar?

Sometimes it’s scary, Sometimes it’s loose rock but it’s a lot of fun : It’s Ordesa

Tags

, , , , ,

Na 2 weken werken in belgië was het vorige week zondag alweer vertrekkenstijd. Dit keer het vliegtuig op richting Spanje(Ordesa). Samen met Pieterjan De Roo die in Barcelona woont reden we zondag nog naar Torla, een dorpje aan de voet van het prachtige nationaal park Ordesa. Wat een luxe om terug eens met een auto op reis te zijn na heel de zomer gelift en gefiets te hebben.

Beautifull Ordesa

ben.

Om de stijl wat gewoon te worden klommen we maandag een tamelijk gemakkelijke route : Giminis(6b+). Bwa….gemakkelijk is veel gezegd. Een 5c lengte op het einde bleek toch moeilijker dan verwacht en zowel Pieterjan als ik hebben toch efkes onze beste “setjentrekskills” moeten bovenhalen.

In de boek(Parois de légende)hadden we alweer inspiratie opgedaan voor een andere iets moeilijkere route op dezelfde wand. Fissure utah, rocher excellent, itinéraire magnifique,..allemaal beschrijvingen die je tegenkomt als je de route”RACS(7a+) opzoekt op het internet. Dinsdag stonden we dan alweer onderaan de wand met onze artillerie(cams). De route volgt een systeem van barsten tot boven en af en toe kan er wel eens een goeie handjammeke geplaceerd worden. Maar over het geheel bekeken was de rots toch niet echt van hoogstaande kwaliteit en ook de oude relais op burillos(haken die 400kg kunnen houden maar die nu in hun huidige staat slechts een fractie daarvan daarvan aankunnen) bezorgden ons soms een portie schrik. Het zalige aan Ordesa is dat je nooit hoeft te rapellen. Telkens kom je boven op een soort van idyllische hoogvlakte waarna je via een rustig wandelpad terug tot beneden aan de voet van de route komt.

In de 2de lengte van Racs(7a)

Een klein beetje gedemotiveerd door de tegenvallende rotskwaliteit in Racs besloten we om Ordesa toch nog een kans te geven en nog een route te klimmen op een andere wand : Somontano. Dit bleek een shot in de roos te zijn. Na wat getaffel in de eerste Runout 6a lengte werd de rots en het klimmen alleen maar beter hoe hoger we kwamen. Lengtes door barsten, daken en rechte wanden wisselden elkaar af. In de 7b cruxlengte moesten we door een groot dak klimmen. Met enkele schamele pitons als zekering en 200m lucht onder de voetjes was de ambiance hier verzekerd!!!

Pieterjan in de crux van Somontano

Eind volgende week gaan we naar de trad meeting in Valle del Orco. Maar eerst nog wat tussenstops in de franse pyreneën, Verdon en Aiglun.(mijn excuses voor de datums op de foto’s, foute instelling op mijn fototoestel)

Let’s Rock!!!

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag