Ze hebben het gehaald! Na Sanne in 2003 zijn nu ook Joris Van Reet en Sam Van Brempt op de top van Denali (6194m) geraakt via de westbuttres. Afgelopen dinsdag bereikte ze na 6u als eersten die dag de hoogste top van noord Amerika!
Deze route is nog altijd niet het oorspronkelijke doel, het was eerder een testje om te zien hoe het met de acclimatiesatie zat. De top is eigenlijk niet zo hoog, maar door de koude temperaturen en de noordelijke ligging kan je Denali best vergelijken met een kloeke 7000er!
Een beeld van de topgraat tijdens Sanne en Christophe's beklimming in 2003
Maandagavond vertrokken ze richting 17000 voet met een klein tentje en hun materiaal. De nacht in de Bibler was ook een test omdat ze daar bij hun volgende beklimming enkele nachten op rij in moeten spenderen. Dinsdag kwam rond 8u30 de zon op vanaf 10u was het eindelijk warm genoeg om te vertrekken. De temperaturen van ongeveer -25 zorgde ervoor dat tijdens de gehele beklimming alle mogelijk kleren aanbleven. Die dag vertrokken ze met zo een 15 man voor hen, maar ze raakten vlot als eersten op de top. Tijdens hun afdaling kwamen er nog zo een 30 mensen na hen naar boven.
Deze keer ging met Joris alles goed, maar Sam had het iets lastiger met de hoogte. Ze hadden ook beide last van wat maag- en darmproblemen. vermoedelijk omdat ze mischien toch net iets te weinig aan het eten zijn.
Oorspronkelijk wouden ze de top bereiken via de iets moeilijkere westrib, maar teveel sneeuw maakte dit niet mogelijk. De dagen beginnen altijd zonnig, maar na de middag begint het jammer genoeg steeds dicht te trekken en te sneeuwen.
Ondertussen zijn er ook al 2 Amerikanen boven geraakt via de Cassin, dus hopelijk kunnen Sam en Joris ook een poging wagen.
Dikke proficiat mannen en we proberen hier de weergoden gunstig te stemmen voor de Cassinridge!
Eerlijk we komen maar moeilijk op gang. Door die ijslandse vulkaan, aan de naam ga ik me niet wagen, zijn we maandag met 5 uur vertraging vertrokken. Op zich viel dit nog mee, maar jammer genoeg misten we zo onze verbinding in Minneapolis. Een nachtje slapen en dan tegen de middag een niew vliegtuig op. Op weg naar de startbaan liep er iets fout waardoor het vliegtuig niet in de lucht mocht en wij op een ander vliegtuig werden gezet. Uiteindelijk landen we met 20 uur vertraging in Anchorage. Dinsdagavond en woensdagmorgen snel allerlei winkels aflopen en in de namiddag de bus richting Talkeetna. Onze zakken zijn gepakt, we hebben ons materiaal zoveel mogelijk beperkt, verder hebben we voor 24 dagen eten, toch komen we aan een totaal van 140kg. En dit moeten we naar 14000 voet krijgen?
Morgenvroeg, na een briefing bij de rangers, hopen we naar het basiskamp te vliegen. vanaf dan houd Yannick jullie op de hoogte!
Nog een andere tegenslag, mijn fototoestel is zojuist gesneuveld. Net nu ik me met stop-motion filmpjes aan het amuseren was. Maar geen nood, we hebben nog een videocamera en een reservetoestel. Eerst deze onder de knie krijgen.
Of anders gezegd van Valle del’Orco (Italië) naar Ettringen (Duitsland). Vanwege wisselvallig weer vertrokken Maxime, Stijn Depuydt en ik (Tim) dinsdagavond met enige twijfel richting Valle del’Orco. Bij aankomst leek het weer wel OK te zijn, en na de gebruikelijke cioccolata calda waren we klaar om de wand aan te vallen. We kozen voor “Il fessura della disparazione” : de klassieker van het massief.
Tim in de eerste lengte van “Il fessura della disparazione”
De 5c waarmee de route van start ging bleek direct steviger dan gedacht. De barst is zo’n 20 cm breed en omdat ik het gegeven “maxi friend” in de topo genegeerd had moest ik de lengte klimmen met slechts 2 friends. De overvloedige regen van de voorbije dagen zorgde voor sommige natte barsten en daardoor werd het alleen maar spannender. In de 2de lengte leek de barst niet smaller te worden, maar met de hoop dat de barst om het hoekje zou overgaan in een ander formaat klom ik dan maar verder. Ik keek het hoekje om en… in plaats van te versmallen of gewoon schuin verder te lopen veranderde de barst nu in een soort Offwidth. Als ik nu uitschuif… dan zou ik wel eens heel diep kunnen vallen. Ik maak men hoofd even leeg en besluit ervoor te gaan. Yes, na enkele minuten ben ik erdoor en heb ik een bak vast. Zwetend bereik ik de relais. De opwarming is afgerond! Tijd voor de rest.
Start van de 3de lengte
De derde lengte loopt nog altijd door die 20cm brede Offwidth barst, maar nu niet schuin maar zo goed als recht omhoog. Maxime twijfelt eerst nog even maar besluit dan toch te gaan. Die twijfels waren niet echt nodig. Hij geeft even een demonstratie van ‘tempo maken’ en bereikt bijzonder vlot de relais.
In de vierde lengte vecht Stijn even tegen graniet dat verzadigd is met mos en water. Met een uitstekende rotsblok 2 meter onder hem besluit hij dan toch maar terug te keren. We dalen even af en kiezen voor de lengte ernaast. Alweer moet Stijn het bekopen met natte graniet. Maar deze keer is het wel af te zekeren. Goed de voeten plaatsen lijkt wel ‘de clou’ in deze route. Al naklimmend schuiven mijn voeten 2 keer weg en telkens knal ik met men knietjes recht op het scherpe graniet. Met 2 blauwe knieën kom ik “bien abimé” toe aan de relais. Tijdens het rappelen had Maxime een mooie barst gespot, deze 2 lengtes klommen we dan ook nog snel.
Stijn in de 3de lengte
2 uur later begon het te regenen tot s’morgens vroeg : resultaat natte barsten, dan maar droge lijnen zoeken in het sportklimgebied in Orco. Omdat we maar een paar dagen weg zijn besloten we niet te wachten op beter weer (dat er waarschijnlijk niet ging komen) maar dan wel naar dat ander leuke massief te gaan met veel barsten : Ettringen dus!
Stijn in "Aucune Plaquette"
We besloten gewoon de leuke barsten eruit te kiezen en vooral die “hand-jams” te oefenen, na 4 dagen hard klimmen hadden we vingers zonder vel, pijnlijke schouders en spieren die niet meer meewerkte.. zaaalig toch?! Nu eventjes alle wonden laten helen, examens doen en dan… Naar de Alpen natuurlijk voor meer barsten, sneeuwgraatjes en mixte routes!
Graag willen wij onze trouwe sponsor: Garage Houttequiet bedanken voor het gebruik van de “Mount Coach camionette”, bedankt Dirk!
Ik kan de tijd niet echt vinden om een deftig verslag over mijn laatste trip te schrijven. hier toch iets dat in de buurt komt, sorry voor het warrig boeltje…
Ikzelf heb geen auto, een van mijn grootste problemen is om telkens in de Alpen te geraken. Als iemand me vraagt voor enkele dagen te gaan klimmen kan ik dan ook moeilijk weigeren. Zo kreeg ik een tijd geleden een mailtje van Jeroen Vels, een Nederlandse klimmer die met Wouter Van Dijck eveneens Denali gaat beklimmen.
De plannen waren snel gemaakt en woensdagnacht vertrokken we richting Chamonix. Eerlijk toegeven slim was het niet maar uiteindelijk hadden we die nacht maar 2 uurtjes slaap achter de rug. In Cham aangekomen was het zoeken naar een goede wand; Lagarde op de droites had Jeroen al geklommen, ik klom vorig jaar de Ginat, Colton Brooks lag er maar droog bij….. Een van grootste kanshebbers was de zwitserse route op de Courtes. Tot Jeroen de woorden Nant Blanc en Britse Route liet vallen, eentje die al een jaartje in mijn hoofd rondhangt.
De Nant Blanc wand van Aiguille Verte/ Sans Nom. Groen is de Britse route, wij klommen de rode lijn.
’S avonds namen we de laatste lift richting Grand Montets en maken we nog een verkennende wandeling naar de graat van Petite Verte. Van hieruit kan je praktisch de gehele wand bekijken. We zien 1 cordée halverwege Charlet-Platonov, verder zitten er 2 cordées in het onderste deel van Gabarrou-Silvy (ik had er wat van gehoord maar om die jongens nu te zien prutsen in die barsten zonder ijs, wat een prachtige lijn! ). De top hangt in de wolken dus de uitklim kunnen we niet zien. Er was ons wel toevertrouwd dat de laatste goulotte zelfs in de zomer ijs heeft, op foto’s was dit ook duidelijk te zien. We maakten een snelle berekening, tegen half 5 in de route tegen 6 uur ’s avonds op de top van de Verte en een nachtelijke afdaling richting Chamonix. In de rugzak zit mijn synthetisch jasje, 2 liter water, een bivakzak, 6 marsen en 2 powergels.
Om 2 uur ’s nachts zetten we de wekker. We hebben geslapen in de verwarmde toiletten wat het opstaan aangenamer en sneller maakt, tegen half 3 zijn we vertrekkensklaar. De aanloop is niet moeilijk maar toch best lang. We gaan naar de graat van Petite Verte waar we aan de andere kant een 200 tal meter moeten afklimmen. Vervolgens rapellen we in een couloir dat ons op de gletsjer brengt. Na geploeter over de gletsjer belanden we tegen 5 u ’s morgens aan de start van onze route.
We staan onderaan de start van de Engelse route, een 10 tal loodrechte meters moeten ons naar “gemakkelijker” terrein brengen, namelijk een grote S van sneeuw, ijs en mixte. Het enige probleem, in plaats van 10 meters ijs vinden we enkel een hoekversnijding met een 2 cm brede barst. Ik hoop deze nog te onwijken via een tricky traverse maar bots uiteindelijk op een vlakke rotsplaat. Aangezien de S ook behoorlijk droog lag en we denken dat we hier te veel tijd zullen verspillen besluiten we de onderste rotspijler te ontwijken. In snel tempo starten we onze klim, eerst een 50 graden sneeuwcouloir, vervolgens een 100m stijlere mixte waarna we aan het middelste ijsveld komen. De condities zijn perfect. De sneeuw is goed aangevrozen, het ijs heeft die zalige goulotte/firnachtige structuur en sporadisch kunnen we een goede ijsschroef draaien. We klimmen simultaan waardoor we goed vorderen. Na een anderhalf uurtje hebben we de eerste 300m achter de rug
Op het middelste ijsveld komen we terug samen bij onze engelse route. Maar ook de condities veranderen hier fors, de sneeuw die we gisteren zagen is helemaal niet gezet. Het is ook geen losse poedersneeuw die we nog kunnen samenstampen maar heeft meer een suikerige samenstelling waardoor we iedere keer tot op het blanke ijs belanden. In een 60 graden helling zeker geen pretje want nu voel je je kuiten pas echt werken. Onze snelheid gaat intussen fors achteruit. Via een mooie mixte ramp klimmen we van het middelste ijsveld naar het laatste stukje couloir. De 2 cordees die we in Gabarrou-Silvy hadden gezien hadden hun plannen ondertussen al gewijzigd. De bovenste rotswand lag er te droog bij dus gingen ze naar links traverseren richting makkelijker terrein.
Koppig houden we aan ons plan en klimmen richting de start van de bovenste rotswand. De hele dag is het al bewolkt, volgens het weerbericht zou het opentrekken maar da gebeurt niet. We zijn te hard gefocust op het klimmen waardoor we niet merken dat de wolken ondertussen fel gezakt zijn. Tegen dat we beide onderaan de topwand staan zitten we midden in de wolken. Ook hier is betrekkelijk weinig ijs te vinden. Dit in combinatie met het slechte weer en het late uur, ondertussen is het al 16u, doet ons beslissen deze moeilijkheden te omzeilen. Ook wij starten aan de traverse die toch behoorlijk tricky is. Eerst 70 graden losse sneeuw, later smalle rotsterrassen, en stijl ijs. Na een traverse van zeker 150m belanden we stilaan in een groot ijsveld. Waar we juist zijn weten we niet, ons zicht wordt beperkt tot een 10 meter en stilaan begint het te schemeren maar vermoedelijk zijn we onder de grote rotsband van Sans Nom en Pointe Croux door. Het terrein is hier gemakkelijker dus besluiten we recht naar boven te klimmen.
Ondertussen is het al donker, het woord bivac komt steeds vaker naar boven. Als de wolken dan uiteindelijk even openbreken en we zien dat we nog zeker 250 Hm te klimmen hebben gaan we op zoek naar een goede plaats. In een 60 graden steile sneeuwrichel graven we een 2 persoonszitje uit dat we met de skis verstevigen. Ondertussen is het reeds half 12 en al snel dommel ik in slaap. Een kwartiertje later wordt ik terug wakker. Het is verdomd koud zonder slaapzak bij -15°c, constat veranderen we van positie maar in slaap geraak ik niet meer. Het lijkt erop dat we al bibberend moeten wachten tot het terug licht wordt, en dan nog, we zitten in een noordwand, zon zullen we niet zien. Als ik in een hopenlose poging terug op temperatuur probeer te geraken, al springend ditmaal, vind ik eindelijk een goede methode. 10 minuutjes springen en ik krijg het terug warmer, van de vermoeidheid val ik direct in slaap om dan 20 minuten later van de koude terug wakker te worden. Zo geraken we uiteindelijk best vlot de nacht door.
De volgende dag geraken we verbaasd snel in gang. Een snelle knabbel, voor vandaag heb ik maar ( 1 mars, 1 powergel en 500ml water) en we vertrekken terug. We klimmen op een mixte pijler grofweg tussen de 2 routes. Wat volgen zijn een 8 tal mooie lengtes, toch kan ik er niet echt van genieten, ik wacht op de moment dat de eerste zonnestralen in mijn gezicht zullen schijnen. Dit gebeurt pas in de laatste lengte, een 50 graden sneeuwveld. Op de topgraat leg ik me neer, lekker terug op temperatuur komen en jeroen nazekeren. Ondertussen is het al bijna 2 u ’s middags, de laatste beklimming van de verte in mijn achterhoofd ging het snel gaan het enige verschil, we hebben geen eten meer en zijn zo even 30uur langer onderweg.
De topgraat naar de Verte is lang en vermoeid maar tegen 3 uur staan we dan toch op top van de Verte, voor Jeroen de eerste keer. Voor mij de 2de maal deze maand. Ik heb nog maar weinig euforische topmomenten meegamaakt en ook nu kan ik enkel denken aan hoe lang de afdaling nog zal duren.
Snel haasten we ons richting het whympercouloir, door de zon is de sneeuw zacht maar toch zijn we relatief snel beneden. Dat kunnen we jammer genoeg niet zeggen over de Charpoua-gletsjer en Mer de Glace. De hoop om met onze skis vlot in Chamonix te geraken verdwijnt snel. Uiteindelijk stoppen we om 12 u snachts onze ploetertocht in het station van het Montenvers treintje, we houden het voor bekeken. Na 2 uur slapen worden we gewekt door een feestende meute. Er was een feestje in het Hotel en er rijd nog een treintje naar beneden. om 3 u snachts staan we terug in Chamonix. 49u na ons vertrek uit het Grands Montets Station.
Hoewel, een ongeloofelijke uitputtingstrip kom ik er enorm gemotiveerd uit. Ik heb enorm veel bijgeleerd en heb best het gevoel dat ik een meerdaagse klim als de Cassingraat aankan. Zolang die maar niet vol suikersneeuw en blank ijs ligt. Dan hebben we de volle maand zeker nodig.
Enkele bedenkingen:
Misschien hadden we beter eerst een makkelijkere route geklommen. Dit om meer op elkaar afgestemd te geraken en sneller te handelen;
Ik moet eens leren meer eten mee te zeulen, ik kan met heel weinig functioneren maar meer is toch altijd beter. Die 200gr extra zal het verschil ook niet maken;
Als ik zie dat een cordée maar halverwege de wand geraakt moet ik er eens aan denken dat het niet perse trage klimmers zijn;
We wisten het niet op voorhand maar die approcheskis zijn te veel gewicht om slechts 3 uur onder je voeten te hebben;
We hadden toch beter naar boven geklommen in plaats van te traverseren, die droge cruxlengte desnoods artificieel. Met een beetje geluk hadden we die nacht dan al op de topgraat geraakt, de traverse heeft ons bijna 3 uur gekost en daarbij hebben we geen hoogte gewonnen;
ach als je er nu over terugdenkt waren het best 48 goede uren en lijkt het allemaal weer mee te vallen
Een hele bende, prachtige bergen en dikken ambiance!
Met temperaturen van 27° de afgelopen dagen en al enkele klimkilometers op de Belgische rotsen in de vingers, is het moeilijk om nog een verslagje te schrijven van de tourskistage van twee weken geleden. Een overvolle agenda weetjewel… Maar beter laat dan nooit.
Onder leiding van mezelf en Bart Overlaet, trokken we de tweede week van Pasen naar het skitour-eldorado Silvretta op de grens van Oostenrijk en Zwitserland. De groep bestond uit MC3 (Marijke, Bram, Tim, Maxime, Nelson en Jonas), Jasper en Erika De Coninck, Brenda De Fré, Gert en Dirk Houttequiet en Els Houttequiet (de ouders en zus van An Houttequiet). Ook Sam was een paar dagen van de partij, nadat hij met Jonas de Couturier op de Verte had beklommen.
Van de Piz Tasna noordwand schiet niks over na onze passage
Na mijn drie weken poederplezier in de Italiaanse alpen, was ik een beetje bang voor de condities in de Silvretta. Een lage lawinegraad 2, beloofde veilige omstandigheden, maar waarschijnlijk een kapotgeskied en verijsd gebied. Niks was minder waar. Op lagere hoogte konden we skiën op een firn alsof op een piste en hogerop lagen enkele noordhellingen er maagdelijk bij in goede diepsneeuw.
Zaterdag 10 april warmden we ons op in het skigebied van Ischgl, waarna we nog een instijg van anderhalf uur deden naar de Heidelberger Hütte, waar we de eerste vier dagen zouden verblijven. Dankzij deze infrastructuur kon ik ’s avonds de lessen lawinekunde geven op powerpoint om alles overdag in de praktijk te brengen. De eerste tocht doen we in een grote groep, naar de Heidelberger Spitze 2965m. Een eerste maagdelijke afdaling is onze beloning.
Een paar MCers in de noorwand van Piz Davo Lais
De tweede dag wordt al onmiddelijk een stevige onderneming. Eerst langs een lange vallei naar Piz Tasna 3179m, die we langs een mooie graat met de ski’s op de rug beklimmen. Daarna de steile en maagdelijke noordwand af. Dat verloopt niet zonder een occasionele valpartij, maar wel een pracht van een run. Vervolgens terug noordwaarts naar de Piz Davo Lais 3018m voor de tweede top van de dag. Ook hier skiën we een steile en maagdelijke noordwand af. Na een tocht van 7 uur en 1500Hm, nog een stevige brok theorie over de faktorencheck en de bloktest. Dinsdag beginnen we rustig met een praktijkles bloktest, conversies in erg steil terrein en een klassieke lawinereddingsoefening. Maar in de namiddag doen we nog een skitocht naar Piz Mottana 2900m.
Op de Dreiländerspitze 3197m
Woensdag verlaten we in slecht weer de Heidelberger Hütte. Het plan was ambitieus, maar na eerst gespoord te hebben tot aan het Lareinferner joch 2853m, maken we wegens nul zicht rechtsomkeert. Na een korte afdaling terug omhoog naar het Zahnjoch 2947m, waar we met iets beter zicht kunnen afdalen tot aan de Jamtal Hütte. Hier verblijven we maar een nacht, maar er wordt uitgebreid gebruik gemaakt van de ijswand om het klimmen op tourskischoenen in steil ijs eens uit te proberen. Ook de boulderwand binnen wordt druk gebruikt. Blijkbaar nog energie genoeg, die jong gasten. We gaan eens iets zwaarder moeten gaan touren…
Donderdag steken we over naar de laatste hut van onze trip, de Wiesbadener Hütte. Langs een mooie omweg over het Jamjoch 3078m, beklimmen we vervolgens de bekende Dreiländerspitze 3197m. Opnieuw wacht ons een mooie afdaling om in de namiddag aan te komen op het terras van de hut. Hier weten de gasten niet waar ze moeten kijken, het prachtige uitzicht op de Piz Buin, of de charmante bediening van Andrea?
In het couloir naar de top van Piz Buin 3312m
Vrijdag wordt het klapstuk van een al meer dan geslaagde week. Het wordt tijd om eens tot het uiterste te gaan. Maxime leidt team MC3 in een stevig tempo van 15Hm/min naar de Buinlücke, waar we ons snel inbinden en de Piz Buin 3312m bestormen. Na een topfoto aan de bron van de gelijknamige zonnecrème, dalen we weer af naar onze ski’s. Ik besluit het extreem steile zuidcouloir van 55° steil af te skiën, tot ontzetting van sommigen. Maar ondanks de moeilijke zuidwandsneeuw, komt iedereen heelhuids beneden. Vervolgens terug omhoog door een bloedhete vallei, naar de Silvrettapas. We beklimmen de tweede top van de dag, de Silvretta Egghorn 3147m. Een prachtig uitzicht is onze beloning, maar nog beter, een fantastische afdaling langs de noordoostwand. Om nog meer skiplezier te halen, dalen we zelfs af tot een stuk onder de hut. De laatste loodjes, terug omhoog naar het terras van de Wiesbadener Hütte, waar Andrea klaarstaat met frisse pintjes. Een tochtje van 1800Hm met enkele extreme afdalingen als afsluiter, niet slecht.
Piz Buin en de Silvretta Egghorn
De laatste dag steken we het Bieltaljoch over en dalen langs het prachtige Bieltal af in de richting van Galtur. Alleen de laatste kilometers zijn slopend, een hoop skating door het vlakke onderste deel van de vallei. Maar uiteindelijk komen we met de skibus terug in Ischgl, waar we na een stevig middagmaal weer naar huis rijden. Met 8000Hm en 11 toppen of cols, alle theoretische en praktische kennis om zelfstandig te gaan touren, fantastische hutten en sneeuwcondities, maar vooral een geweldige sfeer in deze grote en enigszins heterogene groep, was het een uitzonderlijk goede week. Al ging het niet altijd even goed:
Een anonieme MCer in actie ;-)
Mooie actiefoto
Tot slot, bekijk HIER de foto’s.
Geniet van het komende klimseizoen,
Enkele maanden geleden zag ik (Sam Van Brempt ) op de NKBV website dat Jeroen Vels en Wouter Van Dijck eveneens de Cassin ridge gaan beklimmen. Dankzij de CEAT dag waren de contacten snel gelegd en nu heb ik juist een verlengd weekendje Cham met Jeroen achter de rug.
Ons plan was de Engelse Route op de Noordwand van Verte/Aiguile Sans Nom (1000m V 5, ED1 ). Onze route liep uiteindelijk een beetje anders maar ik kan je al wel vertellen dat we boven zijn geraakt.
Een verhaal van 48u, slecht weer, zwart ijs, geen ijs, suikersneeuw, noodbivac, koud en vooral moe. Dat vertel ik wel tegen het einde van de week, want nu komt er nog niet veel uit.
In ieder geval, dit was de perfecte voorbereiding voor Alaska en dat is nu de volgende trip. Even warm en koud krijgen, nog 3 weken en Joris en ik zitten op de vlieger richting AK! Nu wordt het spannend.
Voor de geïnteresseerden:
De route ligt niet bepaald in conditie.
A Lama helicopter with a longline rescues a climber on the Mattertal in the Swiss Alps. @Menno Boermans
This spring season, Air Zermatt of Switzerland and Fishtail Air of Nepal will join forces to provide the first Himalayan standby helicopter rescue service inhistory. From April 24 until June 2, 2010, a Fishtail Air helicopter in the Khumbu area will be manned by a rescue pilot and mountain rescue specialist from Air Zermatt. A second helicopter, flying transport missions in the Dhaulagiri region, also will be on call if needed. In case of an emergency, the team will be able to initiate high-altitude rescue attempts up to 7000 meters within hours of receiving a call.
These professionals will be able to fly a so-called “human sling operation.” Upon arriving at a rescue scene, one specialist will hang from the helicopter on a longline, a rope that can be extended up to 200 meters. After building an anchor and unclipping from the longline, the specialist will examine the patient. The rescuer will maintain contact with the pilot by headset, directing the longline back to his position, then will clip himself and the patient onto the line. Then the helicopter, still dangling the longline, will fly to a level area where a paramedic or doctor is
Onze reis naar de Lofoten was de ideale trip om wat te experimenteren met film. De gehele reisdocu zal nog even op zich laten wachten, maar een kort filmpje van een leuk couloirtje dat we omhoogklommen en naar beneden skiede is wel al klaar. De beelden kwamen van 2 digitale fototoestellen en zijn niet altijd super, maar het geeft toch al een beetje sfeer mee. Monteren was ook al lang geleden, en dit is op een klein uurtje in elkaar geflanst, maar het belangrijkste voor mij was toch dat ik nog vaag wist hoe het moest. hopelijk komen er binnenkort weer grote plannen dat we eens deftig kunnen beginnen ;-) Enjoy!
Vrijdagnacht moest Jonas normaal richting oostenrijk voor de laatste stage van MC3, namelijk de tourskistage. Vrijdag voorspelden ze een dag mooi weer dus konden we nog iets klimmen. Zolang we ’s avonds maar terug beneden raakten. 40 euro voor de zoveelste goulotte op tacul zagen we niet zitten, een route op de Courtes, Droites of Verte echter wel. Vrijdagmoren de eerste lift en wellicht laat terug in chamonix dat was ons eerste plan. Tot ze ons in het OHM wisten te vertellen dat de sneeuw op deze noordwanden nog niet helemaal gezet was.
Na veel getwijfel over het lawinegevaar in zo’n wand en onze snelheid door losse sneeuw hadden we het klimplan dan toch afgezegd. Vrijdagmorgen worden we met tegenzin wakker tot we ‘s middags merkten dat de zon best aardig in het Couterier Couloir van Aiguille Verte schijnt. Weeral wijzigen we de plannen en in snel tempo maken we ons klaar om de nacht van vrijdag op zaterdag de Verte te beklimmen. Slapen doen we in het Grand Montets liftstation. Zo zijn we direct aan onze route. En het beste van al, de liftbediende neemt de volgende dag je spullen terug naar beneden. Enkel nog even polsen of Jonas een dagje later op de tourskistage mag verschijnen en dan zijn we weg.
Jonas aan het einde van het couloir
het einde van het couloir
Sam en jonas op de top
Jonas op de topgraat
Voor in de route voorzien we naast het beperkte klimmateriaal een kleine rugzak met een synthetische jas, 1liter water, en een bivakzak. Om snel terug in Chamonix te geraken nemen we de approcheskis mee. Om 2u snachts zetten we de wekker, tegen half 4 zijn we vertrekkensklaar onderaan de route en 3uur 45 minuutjes later, om 7u15 genieten we van de zonsopgang op de top. Onder ons ligt het 1000m lange Couterier couloir. totaal hebben we 3 tussenzekeringen geplaatst.
Jonas 50 meter onder de top
Weer een stapje dichter richting Light N Fast!
Afdalen met Approcheskis en Spantiks
Couterier is not perfect but in a good condition. 300m 50degree hard snow, 100m 60 degree ice/firn, 400m 45/50 degree firn, 100m softer snow and a compact icy/firn summit.
The summit ridge to the whymper is sharp at some places. Steps are made so you can make good progress.