Ondertussen ben ik aangekomen in Chamonix. De 12 uur durende treinrit hier naartoe was met die zware haulbag bijna vermoeiender dan een dag klimmen. Maar bon, ondertussen kreeg ik mijn goede resultaten van mijn examens in Januari doorgebeld en dat maakte alles goed!!! Donderdag samen met Ruben Carpentier en Renaud Ramage afgesproken om een waterval in Les houches te klimmen. Een prachtige lijn genaamd : Cascade du viaduct pont Saint-Marie(4+) die slechts zelden in conditie is. Maar dit keer ondanks de stevige koude wel prachtig gevormd.
Speciale locatie dit keer
Tellement motivé
Renaud, de parisien en pleine action!!!
Mr Carpentier zijn 2de keer ooit op ijs
Natuurlijk kom je niet alleen naar Chamonix om ijswatervallen te klimmen. De dag erna kozen we voor iets alpien. Vorig jaar had ik met Jonas, Nelson en Jasper reeds de fil a plomb geprobeerd, maar toen hadden we de foute weg gekozen en la goulotte du col du plan geklommen. Dit keer wist ik de weg…..
Jammergenoeg waren er een enkele andere factoren die zorgde dat we traag vorderden. Het begon al met het missen van de eerste bak, en ook de 2de, de 3de en de 4de… Om half 10 stonden we dan toch eindelijk aan Plan de l’Aiguille. Veel te laat, maar goed met die toerski’s onder de voeten zou de approche wel vooruitgaan. Het terrein was iets te stijl om echt snel te kunnen gaan en uiteindelijk arriveerden we tegen 12 uur onderaan de route. Nog even de ski’s op de rugzak gebonden en daarna de couloir beginnen klimmen. Het was veel te laat, dus deden we toch maar de goulotte du col du plan om op tijd boven te geraken… And Again!!! bij het eerste stukje ijs haalden we Renaud zijn splinternieuwe iceline’s uit, ze bleken nogal slecht opgerold en we waren weer vertrokken voor een half uurke spaghetti…
Renaud in de goulotte
Een half bevroren Ruben aan de relais.
En toen kwam de doodsteek : mijn crampons blijken op hun oude dag nogal last te hebben van metaalmoeheid….mijn monopoint brak gewoon af. Nog even getwijfeld om door te gaan, maar uiteindelijk toch de wijze beslissing genomen om af te dalen. Gelukkig konden we in de afdaling nog wat poudreuse scoren. Alles ging redelijk vlot tot we weer die verdomde helling op moesten om tot bij het liftstation te geraken. Ik had enorm veel pijn in mijn rug, Ruben was helemaal uitgeput. Hij sleepte zichzelf en zijn ski’s omhoog, het was net Jezus die zijn kruis naar zijn laatste rustplaats droeg. Alleen Renaud voelde zich nog redelijk fris.
Het liftstation was gesloten dus skieden we tot in Chamonix. Het was een dag met nogal wat tegenslagen .Maar we hebben goed gelachen en Bier, Reblochon en Chips maken veel goed.
Op dit moment sneeuwt het hier maar morgen komt er een nieuw hogedrukgebied deze richting uit….Alors c’est partie quoi!!!
Nee, Maxime en ik (Matthias Faes) hadden geen city-trip gepland naar Venetië waar deze brug zo mooi staat te wezen en vele toeristen lokt. ‘Le pont des soupirs’ is een gelijknamige route op de Tour Verte. En wie Tour Verte zegt denkt meteen aan Chamonix. Een biotoop dat ons meer aanspreekt. Zodoende zijn we afgelopen vrijdag naar de refuge Envers Des Aiguilles gewandeld, er is ons 2 dagen Grand Beau beloofd. Dat was het ook, straalblauwe hemel, excuses om niet te toppen zouden elders gezocht moeten worden. Door de vermoeidheid (korte nacht?) was de aanloop, vooral voor mezelf, geen pretje. Er mag gerust gesteld worden dat de eerste meters aangenaam waren, om daarna progressief lastiger te worden en de laatste meters wogen zwaar door. Misschien is het wel het leeftijdsverschil… ;)
Luchtig klimmen op Envers Des Aiguilles
Echter, bij het aanschouwen van de granieten wanden van de Aiguille de Roc was de focus al snel verlegd naar zaterdag. Lang hebben we niet getwijfeld, La Dolce Vita zou door ons bedwongen worden. Voor de statistieken: ED, 400m, 7a+ max, 6b obligatoire(?). Door mijn recente schouder blessure (3 maanden out) en geringe aantal voorafgaande klimdagen begon ik toch met enige zenuwachtigheid aan de eerste lengte. De instijg van de route was niet evident te vinden door het weinig aanwezig zijn van haken. Een lastige, lange lengte maar de kop was er af. Max nam de leed in de tweede 6b-lengte, een technisch dal die de aandacht van het betere voetenwerk vroeg. De focus was daar! De volgende lengte, 6b op dal en barst, was de voorbereiding op onze echte wake-up call. Max mocht de 7a lengte attaqueren. Dal, dièdre, een dakje over naar de 7a, super technisch klimmen in 2 verticale vingerbarsten op schouderbreedte. Ambiance!
Matthias start in La Dolce Vita
Maxime zoekt handgrepen...
Matthias aan de "Brug der Zuchten"
Lengte 5 en 6 (6c+ & 6b+), met respectievelijk door mezelf en Max op kop, met technische dal klimmen, maar ook fantastische barsten en schelpen, meesterlijk. In het bovenste gedeelte van Max’s route moest rechts getraverseerd worden. Een compacte dal boven een dak, veel lucht en een gedwongen pas. De zenuwen bedwingen was het moeilijkste, wetende dat een pendel geen fraai resultaat zou opleveren met haken meer dan 6m uit elkaar. Na een mooi technisch manoeuvre was Max ervoorbij. Een fractie van een seconde leek het alsof ie zijn evenwicht verloor en aanzette tot zijn pendule maar hij kon zich herstellen.
Matthias in de 7a vingerbarst
Technisch klimmen hoog in La Dolce Vita...
Daarna moest ik een 7a door, rechts traverseren onder een dak, een fijne barst volgen en opnieuw rechts onder een dak door. Subliem in z’n geheel. Max mocht er nog een ‘6a+’ aan breien. Een magnifieke, luchtige lengte die eerst naar links en vervolgens naar rechts traverseert. Als kers op de taart een 6b+, een omgekeerde schelp naar rechts volgen, daarna 20m links diagonaal omhoog in een vingerbars. En het moet gezegd worden, Max werkte de vingerbarst met enige vitesse af, verbazingwekkend hoe snel hij bij me was aan de relais. Het dulfertje aan het einde 6b+, onbeschrijfelijk. De laatste lengte bracht ons op de ‘vire’ waarna we de rappel inzette. Hiervoor waren we naar Cham gekomen!
Matthias op kop
Maxime komt aan de relais
Maxime & Matthias
Le Pont des Soupirs de dag erop was minder moeilijk, minder hoog maar in z’n geheel een fantastische route. Veel lucht, veel ambiance, barsten en jammen, dal en frictie, hoekversnijdingen en op de graad. Eentje voor ‘t plezier. TD+, 280m, max 6b+.
Matthias in Le Pont des Soupirs
We waren vrij snel terug aan de refuge. De afdaling vingen we met plezier aan. We hadden gedaan waarvoor we gekomen waren… check.
Tussen kerst en nieuw en moest ik toezien hoe er stilaan een hoogdrukgebied boven de alpen werd opgebouwd. Gelukkig kon ik “net” na nieuwjaar toch vertrekken om Jonas in Chamonix te vergezellen.
Eerst werd ons nog 3 dagen goed weer gegeven, jammer genoeg kwam er een stevige wind op en was uiteindelijk enkel maandag perfect. Toch hebben we 2 mooie goulotten op de Grands-Montets Graat kunnen klimmen; Frendo- Ravanel, 500m II5 en Claire Chazal, 500m II4.
Jonas in de uitklim van een mooie lengte van Claire Chazal
Jonas in de start van Claire Chazal
De cruxlengte van Frendo- Ravanel
Jonas en Sam op de top van Frendo- Ravanel
Jonas in een steil muurtje van Frendo- Ravanel
Beide routes lagen behoorlijk dun, Enkele lengtes van Claire Chazal lagen zelfs eerder droog, na enkele drytoolpogingen zijn we dan maar teruggekeerd. Jammer genoeg kregen we beneden te horen dat deze droge lengtes langs rechts te omzeilen zijn.
Na een sportklimstop in het Krohnthal en een omweg langs Diavolezza/Sankt-Moritz zijn we dinsdag in Chamonix aangekomen. Helaas zijn alle liften voor onderhoud gesloten dus de opties zonder enorm lange instijg en afdaling waren redelijk beperkt. De Albert Premier hut met zijn Chardonnet leek ons de aangenaamste start voor het komende winterseizoen.
Tim en Jonas vertrekken dinsdagnamiddag nog naar boven terwijl Yannick, Nelson en ik (Sam) nog langs enkele winkels moeten om ons winterklaar te maken. Als we Woensdagmiddag bovenkomen zitten Tim en Jonas nog in de hut, hun doel was Eperon Migot maar een enorme crevasse (die de toegang naar de pijler verhinderd ) en het beruchte “woem” wat duid op een lawinegevaar deed hun terugkeren.
Donderdag staan er goulottes op het programma, een enorm lange instijg brengt ons allen onderaan de Chardonnet. Nelson, Tim en Jonas gaan voor Charlet-Bettembourg terwijl ik en Yannick in Escarra kruipen. Charlet-Bettembourg ligt er behoorlijk dunnetjes bij maar ze vorderen gestaag. Na een vlotte 4 uur staan ze op de top. Ik en Yannick doen er een uurtje langer over. Escarra ligt er prachtig bij. Meerdere lengtes 60/70 graden brengt ons bij een steile cruxlengte waarna we terug in een mooie makkelijkere goulotte belanden.
Voor vrijdag planden we met zijn allen een 2de poging op eperon migot in de hoop we een oplossing zouden vinden voor de crevasse en het lawinegevaar geweken was. Te laat opgestaan, 0 graden rond de 3200m, nog moe van de dag ervoor en wetende dat de sneeuw zich zonder de zon niet in 2 dagen niet kan zetten besluiten we terug af te dalen.
Om dan in Le Tour moeten merken dat de foto’s nog boven liggen. Even snel op en af … 1300hm voor fotokaartjes verdorie!
Na het indrukwekkende relaas van Sam, alle reacties en steunbetuigingen, tijd voor wat klimnieuws. Sinds vorige maandag ben ik in Chamonix voor het werk. Toen we aankwamen was het koud en bewolkt, als er af en toe een gat in de bewolking kwam, zagen we dat er nog erg veel sneeuw ligt in het hooggebergte. Bijkomende vervelende details, zoals het feit dat zowel de trein van de Montenvers als de lift van de Grands Montets gesloten zijn, maken het plannen van deze periode wat moeilijk. Onze cursisten zijn kandidaten voor een “mountain team”, de meesten zonder enige ervaring in de bergen, maar ook ene Stijn Dekeyser, jawel onze Stijn van MC1.
Spaltenberging nabij de Aiguille du Midi
We beginnen dinsdag met een klassieke ijsscholing. Minder klassiek is de instijg te voet naar de Mer de Glace, in plaats van in een half uurtje met de trein, doen we nu de instijg vanuit Plan de l’Aiguille in 2 uur. Dan een hele dag ijsscholing en weer terug, 1200Hm naar beneden. De kniën doen al pijn van dag 1… Woensdag nemen we de lift naar de Aiguille du Midi en geven sneeuwscholing in de voormiddag, gevolgd door de beklimming van de arête des Cosmiques. Een goede dag om te acclimatiseren. Donderdag opnieuw naar de Aiguille du Midi, waar we eerst een halve dag spaltenberging geven. Daarna steken we de Vallée Blanche over en overnachten in de Rifugio Torino. Het weer is ondertussen uitstekend, een zeldzaamheid in Chamonix. Nog zeldzamer zijn de uitstekende sneeuw- en ijscondities, het lijkt wel de maand mei.
Vanuit de Torino hut, ondernemen we vrijdag verschillende beklimmingen naar de Tour Ronde 3792m. Een cordéee doet de zuidoost graat, twee cordées in het Gervasutti couloir en Stijn en ik gaan voor de klassieke noordwand. Die ligt in uitstekende conditie en ook al is het een korte route, toch leuk om eens te doen. Door de zeldzaam goede condities, zijn we natuurlijk niet de enigen die dag, ondanks het feit dat we er vroeg bij zijn, zitten er al twee cordées in de wand. Na ons komen er nog een pak. We binden ons snel in en knallen simultaan door de wand van 400m, die twee cordées hebben we al snel ingehaald. Om 6 uur staan we op de top, twee uur vanuit de hut. Iets te snel dus, we dalen af en beklimmen er nog Aiguille d’Entrèves 3600m en Aiguille de Toule 3534m bij. Met de eitjes steken we de Vallée Blanche terug over en dalen af naar Chamonix.
Les Courtes noordwand met Voie des Suisses, 800m IV 3
Na deze opwarmer, tijd om verder te profiteren van de ijscondities. Zaterdag stijgen Steve Geerts, Stijn en ik in naar de refuge d’Argentière 2771m. Een lange instijg, want de lift van Lognan en de Grands Montets werkt niet. Vanuit de vallei een stevige instijg van 1500Hm. Onderweg bekijken we de condities in de noordwanden. We twijfelen tussen couloir Couturier op de Aiguille Verte 4122m en het Voie des Suisses (800m, IV 3) op de Courtes 3858m. We kiezen uiteindelijk voor die laatste. Een grote serac bovenin het couloir Couturier staat ons niet aan en in het Voie des Suisses zijn er geen objectieve gevaren. In de Argentière hut worden we uitstekend ontvangen door de gardienne. In de hut zit een volledige filmploeg met twee helikopters en ene Reinhold Messner. Ze draaien er een film over zijn leven. De halve eetzaal wordt in beslag genomen door een schmincktafel, computers met grote schermen en een rek kleren uit de jaren stillekes. Grappig. Der Reinhold is echter al snel weer weg, we krijgen hem niet te zien.
We focussen ons op de route. Twee jonge Zwitsers (voie des suisses…) hebben hem gisteren beklommen en van hen krijgen we wat extra info. Na het avondmaal kruipen we er vroeg in. Na het ontbijt vertrekken we om 0300Hr uit de hut. Het is gedaan met de winterse omstandigheden en we zweten ons kapot tijdens de instijg naar de wand. De rimaye (randspalt) op 3000m hoogte, geraken we enkel over helemaal links in de wand, waarna we een vettige traverse door te zachte sneeuw moeten doen om in onze route te komen. Stijn klimt het eerste derde van de route voor en krijgt al meteen een paar stevige passages door zacht ijs voorgeschoteld. Maar hoger op worden de ijscondities uitstekend en we klimmen simultaan door. Na een derde, neem ik over als voorklimmer en mag nog een steile goulotte van 75° voorklimmen. Daarna wordt de wand breder en minder steil (60°). Er volgen nog enkele mixte passages. Het ijs is dun en we slaan onze bijlen vaak op rots. Goede tussenzekeringen zijn zeldzaam. Op 250m onder de top neemt Steve over en klimt het laatste deel voor.
Om iets over 0800Hr staan we op de top. Een uitstekende tijd voor een cordée van drie klimmers en het is prachtig weer. Na een snelle foto, het besef dat we maar halfweg zijn. We hebben gekozen voor de afdaling via de col des Cristaux 3601m, zodat we weer aan de refuge d’Argentière zouden uitkomen. In de afdaling naar de Couvercle hadden we, gezien het feit dat de Montenvers niet rijdt, niet echt zin. Zodoende beginnen we aan de traversé van de Courtes. Een scherpe graat met enkele gendarmes, maar al gauw blijkt dat door de opkomende warmte, de sneeuw te zacht is geworden. We ploeteren door kniediepe papsneeuw en moeten erg voorzichtig zijn. De zomer is nu begonnen en natte sneeuwlawines glijden overal om ons weg. Na 3 uur ploeteren komen we aan op de Col des Cristeaux. Hier wordt al snel duidelijk dat afdalen extreem gevaarlijk wordt. Het is 1100Hr en bloedheet. We zijn nochthans mooi op schema, van traagheid kunnen we niet beschuldigd worden. Het is mooi weer en windstil. Na wat overleg besluiten we om de helikopter te bellen. Het is geen noodsituatie, maar als we aan die afdaling beginnen, zou het er snel eentje worden. Ik bel en de PGHM maakt er geen probleem van.
Stijn, Steve en Sanne op de top van de Courtes. Cham 3S ;-)
Na 20 minuten komt de heli en zet met de winch een redder bij ons af. Die zakt onmiddellijk tot aan zijn heupen in de papsneeeuw en begrijpt waarom we gebeld hebben. Eerst worden Steve, ik en onze rugzak opgewinched en afgezet aan de refuge d’Argentière. Stijn doet ondertussen een babbel met de redder. De mannen van de PGHM zijn blij dat we gebeld hebben, voordat de situatie kritiek geworden was. Bovendien zien ze dit soort interventie in mooi weer als een goede oefening. Nadat Stijn ook aan de hut afgezet is, pakken we onze boel in en dalen weer af naar de vallei. Een mooie beklimming op zak, jammer dat we niet alles op eigen kracht konden afdalen. Het had anders wel iets, à l’ancienne instijgen vanuit de vallei, naar de top en weer terug.
Het noordwandgevoel
We zijn hier nog tot woensdag. De sneeuw- en ijscondities zijn snel achteruit aan het gaan. De laatste dagen zullen we ons vooral focussen op rotsbeklimmingen.
Meer later,
Ik kan de tijd niet echt vinden om een deftig verslag over mijn laatste trip te schrijven. hier toch iets dat in de buurt komt, sorry voor het warrig boeltje…
Ikzelf heb geen auto, een van mijn grootste problemen is om telkens in de Alpen te geraken. Als iemand me vraagt voor enkele dagen te gaan klimmen kan ik dan ook moeilijk weigeren. Zo kreeg ik een tijd geleden een mailtje van Jeroen Vels, een Nederlandse klimmer die met Wouter Van Dijck eveneens Denali gaat beklimmen.
De plannen waren snel gemaakt en woensdagnacht vertrokken we richting Chamonix. Eerlijk toegeven slim was het niet maar uiteindelijk hadden we die nacht maar 2 uurtjes slaap achter de rug. In Cham aangekomen was het zoeken naar een goede wand; Lagarde op de droites had Jeroen al geklommen, ik klom vorig jaar de Ginat, Colton Brooks lag er maar droog bij….. Een van grootste kanshebbers was de zwitserse route op de Courtes. Tot Jeroen de woorden Nant Blanc en Britse Route liet vallen, eentje die al een jaartje in mijn hoofd rondhangt.
De Nant Blanc wand van Aiguille Verte/ Sans Nom. Groen is de Britse route, wij klommen de rode lijn.
’S avonds namen we de laatste lift richting Grand Montets en maken we nog een verkennende wandeling naar de graat van Petite Verte. Van hieruit kan je praktisch de gehele wand bekijken. We zien 1 cordée halverwege Charlet-Platonov, verder zitten er 2 cordées in het onderste deel van Gabarrou-Silvy (ik had er wat van gehoord maar om die jongens nu te zien prutsen in die barsten zonder ijs, wat een prachtige lijn! ). De top hangt in de wolken dus de uitklim kunnen we niet zien. Er was ons wel toevertrouwd dat de laatste goulotte zelfs in de zomer ijs heeft, op foto’s was dit ook duidelijk te zien. We maakten een snelle berekening, tegen half 5 in de route tegen 6 uur ’s avonds op de top van de Verte en een nachtelijke afdaling richting Chamonix. In de rugzak zit mijn synthetisch jasje, 2 liter water, een bivakzak, 6 marsen en 2 powergels.
Om 2 uur ’s nachts zetten we de wekker. We hebben geslapen in de verwarmde toiletten wat het opstaan aangenamer en sneller maakt, tegen half 3 zijn we vertrekkensklaar. De aanloop is niet moeilijk maar toch best lang. We gaan naar de graat van Petite Verte waar we aan de andere kant een 200 tal meter moeten afklimmen. Vervolgens rapellen we in een couloir dat ons op de gletsjer brengt. Na geploeter over de gletsjer belanden we tegen 5 u ’s morgens aan de start van onze route.
We staan onderaan de start van de Engelse route, een 10 tal loodrechte meters moeten ons naar “gemakkelijker” terrein brengen, namelijk een grote S van sneeuw, ijs en mixte. Het enige probleem, in plaats van 10 meters ijs vinden we enkel een hoekversnijding met een 2 cm brede barst. Ik hoop deze nog te onwijken via een tricky traverse maar bots uiteindelijk op een vlakke rotsplaat. Aangezien de S ook behoorlijk droog lag en we denken dat we hier te veel tijd zullen verspillen besluiten we de onderste rotspijler te ontwijken. In snel tempo starten we onze klim, eerst een 50 graden sneeuwcouloir, vervolgens een 100m stijlere mixte waarna we aan het middelste ijsveld komen. De condities zijn perfect. De sneeuw is goed aangevrozen, het ijs heeft die zalige goulotte/firnachtige structuur en sporadisch kunnen we een goede ijsschroef draaien. We klimmen simultaan waardoor we goed vorderen. Na een anderhalf uurtje hebben we de eerste 300m achter de rug
Op het middelste ijsveld komen we terug samen bij onze engelse route. Maar ook de condities veranderen hier fors, de sneeuw die we gisteren zagen is helemaal niet gezet. Het is ook geen losse poedersneeuw die we nog kunnen samenstampen maar heeft meer een suikerige samenstelling waardoor we iedere keer tot op het blanke ijs belanden. In een 60 graden helling zeker geen pretje want nu voel je je kuiten pas echt werken. Onze snelheid gaat intussen fors achteruit. Via een mooie mixte ramp klimmen we van het middelste ijsveld naar het laatste stukje couloir. De 2 cordees die we in Gabarrou-Silvy hadden gezien hadden hun plannen ondertussen al gewijzigd. De bovenste rotswand lag er te droog bij dus gingen ze naar links traverseren richting makkelijker terrein.
Koppig houden we aan ons plan en klimmen richting de start van de bovenste rotswand. De hele dag is het al bewolkt, volgens het weerbericht zou het opentrekken maar da gebeurt niet. We zijn te hard gefocust op het klimmen waardoor we niet merken dat de wolken ondertussen fel gezakt zijn. Tegen dat we beide onderaan de topwand staan zitten we midden in de wolken. Ook hier is betrekkelijk weinig ijs te vinden. Dit in combinatie met het slechte weer en het late uur, ondertussen is het al 16u, doet ons beslissen deze moeilijkheden te omzeilen. Ook wij starten aan de traverse die toch behoorlijk tricky is. Eerst 70 graden losse sneeuw, later smalle rotsterrassen, en stijl ijs. Na een traverse van zeker 150m belanden we stilaan in een groot ijsveld. Waar we juist zijn weten we niet, ons zicht wordt beperkt tot een 10 meter en stilaan begint het te schemeren maar vermoedelijk zijn we onder de grote rotsband van Sans Nom en Pointe Croux door. Het terrein is hier gemakkelijker dus besluiten we recht naar boven te klimmen.
Ondertussen is het al donker, het woord bivac komt steeds vaker naar boven. Als de wolken dan uiteindelijk even openbreken en we zien dat we nog zeker 250 Hm te klimmen hebben gaan we op zoek naar een goede plaats. In een 60 graden steile sneeuwrichel graven we een 2 persoonszitje uit dat we met de skis verstevigen. Ondertussen is het reeds half 12 en al snel dommel ik in slaap. Een kwartiertje later wordt ik terug wakker. Het is verdomd koud zonder slaapzak bij -15°c, constat veranderen we van positie maar in slaap geraak ik niet meer. Het lijkt erop dat we al bibberend moeten wachten tot het terug licht wordt, en dan nog, we zitten in een noordwand, zon zullen we niet zien. Als ik in een hopenlose poging terug op temperatuur probeer te geraken, al springend ditmaal, vind ik eindelijk een goede methode. 10 minuutjes springen en ik krijg het terug warmer, van de vermoeidheid val ik direct in slaap om dan 20 minuten later van de koude terug wakker te worden. Zo geraken we uiteindelijk best vlot de nacht door.
De volgende dag geraken we verbaasd snel in gang. Een snelle knabbel, voor vandaag heb ik maar ( 1 mars, 1 powergel en 500ml water) en we vertrekken terug. We klimmen op een mixte pijler grofweg tussen de 2 routes. Wat volgen zijn een 8 tal mooie lengtes, toch kan ik er niet echt van genieten, ik wacht op de moment dat de eerste zonnestralen in mijn gezicht zullen schijnen. Dit gebeurt pas in de laatste lengte, een 50 graden sneeuwveld. Op de topgraat leg ik me neer, lekker terug op temperatuur komen en jeroen nazekeren. Ondertussen is het al bijna 2 u ’s middags, de laatste beklimming van de verte in mijn achterhoofd ging het snel gaan het enige verschil, we hebben geen eten meer en zijn zo even 30uur langer onderweg.
De topgraat naar de Verte is lang en vermoeid maar tegen 3 uur staan we dan toch op top van de Verte, voor Jeroen de eerste keer. Voor mij de 2de maal deze maand. Ik heb nog maar weinig euforische topmomenten meegamaakt en ook nu kan ik enkel denken aan hoe lang de afdaling nog zal duren.
Snel haasten we ons richting het whympercouloir, door de zon is de sneeuw zacht maar toch zijn we relatief snel beneden. Dat kunnen we jammer genoeg niet zeggen over de Charpoua-gletsjer en Mer de Glace. De hoop om met onze skis vlot in Chamonix te geraken verdwijnt snel. Uiteindelijk stoppen we om 12 u snachts onze ploetertocht in het station van het Montenvers treintje, we houden het voor bekeken. Na 2 uur slapen worden we gewekt door een feestende meute. Er was een feestje in het Hotel en er rijd nog een treintje naar beneden. om 3 u snachts staan we terug in Chamonix. 49u na ons vertrek uit het Grands Montets Station.
Hoewel, een ongeloofelijke uitputtingstrip kom ik er enorm gemotiveerd uit. Ik heb enorm veel bijgeleerd en heb best het gevoel dat ik een meerdaagse klim als de Cassingraat aankan. Zolang die maar niet vol suikersneeuw en blank ijs ligt. Dan hebben we de volle maand zeker nodig.
Enkele bedenkingen:
Misschien hadden we beter eerst een makkelijkere route geklommen. Dit om meer op elkaar afgestemd te geraken en sneller te handelen;
Ik moet eens leren meer eten mee te zeulen, ik kan met heel weinig functioneren maar meer is toch altijd beter. Die 200gr extra zal het verschil ook niet maken;
Als ik zie dat een cordée maar halverwege de wand geraakt moet ik er eens aan denken dat het niet perse trage klimmers zijn;
We wisten het niet op voorhand maar die approcheskis zijn te veel gewicht om slechts 3 uur onder je voeten te hebben;
We hadden toch beter naar boven geklommen in plaats van te traverseren, die droge cruxlengte desnoods artificieel. Met een beetje geluk hadden we die nacht dan al op de topgraat geraakt, de traverse heeft ons bijna 3 uur gekost en daarbij hebben we geen hoogte gewonnen;
ach als je er nu over terugdenkt waren het best 48 goede uren en lijkt het allemaal weer mee te vallen
Vrijdagnacht moest Jonas normaal richting oostenrijk voor de laatste stage van MC3, namelijk de tourskistage. Vrijdag voorspelden ze een dag mooi weer dus konden we nog iets klimmen. Zolang we ’s avonds maar terug beneden raakten. 40 euro voor de zoveelste goulotte op tacul zagen we niet zitten, een route op de Courtes, Droites of Verte echter wel. Vrijdagmoren de eerste lift en wellicht laat terug in chamonix dat was ons eerste plan. Tot ze ons in het OHM wisten te vertellen dat de sneeuw op deze noordwanden nog niet helemaal gezet was.
Na veel getwijfel over het lawinegevaar in zo’n wand en onze snelheid door losse sneeuw hadden we het klimplan dan toch afgezegd. Vrijdagmorgen worden we met tegenzin wakker tot we ‘s middags merkten dat de zon best aardig in het Couterier Couloir van Aiguille Verte schijnt. Weeral wijzigen we de plannen en in snel tempo maken we ons klaar om de nacht van vrijdag op zaterdag de Verte te beklimmen. Slapen doen we in het Grand Montets liftstation. Zo zijn we direct aan onze route. En het beste van al, de liftbediende neemt de volgende dag je spullen terug naar beneden. Enkel nog even polsen of Jonas een dagje later op de tourskistage mag verschijnen en dan zijn we weg.
Jonas aan het einde van het couloir
het einde van het couloir
Sam en jonas op de top
Jonas op de topgraat
Voor in de route voorzien we naast het beperkte klimmateriaal een kleine rugzak met een synthetische jas, 1liter water, en een bivakzak. Om snel terug in Chamonix te geraken nemen we de approcheskis mee. Om 2u snachts zetten we de wekker, tegen half 4 zijn we vertrekkensklaar onderaan de route en 3uur 45 minuutjes later, om 7u15 genieten we van de zonsopgang op de top. Onder ons ligt het 1000m lange Couterier couloir. totaal hebben we 3 tussenzekeringen geplaatst.
Jonas 50 meter onder de top
Weer een stapje dichter richting Light N Fast!
Afdalen met Approcheskis en Spantiks
Couterier is not perfect but in a good condition. 300m 50degree hard snow, 100m 60 degree ice/firn, 400m 45/50 degree firn, 100m softer snow and a compact icy/firn summit.
The summit ridge to the whymper is sharp at some places. Steps are made so you can make good progress.
Als je de condities in Chamonix een beetje opvolgt weet je dat de goulotten en noordwanden er niet denderend bijliggen. Het was dan ook met onduidelijke plannen dat ik (Sam Van Brempt ) en Jonas naar Chamonix vertrokken. Hier aangekomen bleek dat we alvast een van de betere weerperiodes van dit jaar kregen voorgeschoteld. Maandagmorgen staan we met een gepakte rugzak onderaan de lift. Nadat blijkt dat we ten vroegste tegen 13u naar boven kunnen veranderen de plannen snel. We nemen een tent mee en we zetten ons onderaan Tacul. Uiteindelijk klommen we Goulotte Non Stop en Goulotte Lafaille.
Door de sneeuwval van 2 dagen ervoor maar vooral door het tekort, of in sommige gevallen zelfs gebrek aan ijs waren beide goulotten geen weggevers. De zogezegde goulotten werden zeer smalle ijslijntjes of mixte lengtes en de mixtelengtes van de Topo lagen volledig droog. Hier enkele beelden.
Goulotte Non Stop:
20cm deep snow but we made good progress. The mixed pitch is dry. The last pitch is small but climable. We found no belays as described in the topo. We rapelled in Macho couloir.
Goulotte Lafaile:
20cm deep snow. Not very much ice but enough for protection. The last pitch is dry but was great, good to protect.