Voor zij die voorgaande presentaties gemist hebben.
Sam en Maxime geven op donderdag 23 april de laatste lezing in België.
Ditmaal georganiseerd door de Westvlaamse Bergsport Vereniging
Meer informatie kan u HIER vinden.
Ondersteund door:

27 vrijdag mrt 2015
Posted in Andere
Voor zij die voorgaande presentaties gemist hebben.
Sam en Maxime geven op donderdag 23 april de laatste lezing in België.
Ditmaal georganiseerd door de Westvlaamse Bergsport Vereniging
Meer informatie kan u HIER vinden.
Ondersteund door:

17 dinsdag mrt 2015
Afgelopen weekend vond de selectieprocedure voor de nieuwe lichting van de Mount Coach opleiding plaats. Maar liefst vijftien kandidaten snoerden zich de met touwen beladen rugzakken aan, klaar voor een fysieke en mentale uitdaging. Allen met maar één doel voor ogen: bij de zes geselecteerden horen die dit jaar aan de zesde editie van de alpiene opleiding Mount Coach mogen beginnen.
Een stevige bende, zo ‘s morgens vroeg aan het kasteel van Bouillon. Naast de vijftien ietwat zenuwachtige kandidaten vatten ook Sanne zelf, An en een handvol vorige Mount Coachers de tocht van Bouillon naar Vresse aan. Enkele deelnemers hadden zelfs hun vriendin zover gekregen om deze tocht geheel vrijwillig mee te wandelen. Na een koffietje werd het startsein gegeven en de troep schoot met een stevige pas uit de startblokken. Al snel werd duidelijk dat niet iedereen op hetzelfde fysieke niveau zat: reeds aan de abdij van Clairefontaine lag de groep over een afstand van haast een kilometer verspreid. Maar niemand gaf de moed op; deze wandeling is slechts een onderdeel van het strenge selectieweekend.

Menig hoofd zag rood en bezweet tijdens de stevige en zonnige tocht, zo ook bij Alexander. (foto: Roel)
De gekende tocht leidde langs enkele prachtige uitzichten die ietwat gehaast en vluchtig opgenomen worden. Hier en daar zorgde de bewegwijzering echter voor de nodige verwarring. Een Mount Coach selectieweekend zou geen Mount Coach selectieweekend zijn als niemand verkeerd liep, en dat was dus ook in deze editie het geval. De ervaren Mount Coachers niet meegerekend, klokten de eerste kandidaten in Vresse af met de prachtige tijd van 5u22. Mondjesmaat sijpelden ook de anderen binnen, tot na een pittige zeven uur ook de laatsten het einddoel bereikten. De ene al vermoeider dan de andere, maar allen wankelend en mankend, trokken we – gelukkig met de auto ditmaal – richting Chavee voor de volgende etappes.
We waanden ons even op de schoolbanken toen we in de Chaveehut verspreid moesten gaan zitten en een theoretisch examen voor onze neus kregen. Met vragen gaande van “wie beklom als eerste de Eiger noordwand” tot “hoeveel kN moet materiaal minimaal aankunnen om als veilig te worden beschouwd in de bergsport” tonen de kandidaten welke basiskennis reeds aanwezig is, en aan welke tijdens de opleiding nog gesleuteld moet worden.
Maar na het eten en de afwas kwam het grote, meest gevreesde onderdeel van het selectieweekend: het motivatiegesprek. Door het grote aantal deelnemers konden Sanne, Koen en gelegenheidsexaminator Hanne niet voor een persoonlijk gesprek gaan, maar werden drie groepen van vijf mensen uitgenodigd om voor het panel hun motivatie en ethiek te komen verwoorden. Het vuur werd aan de schenen gelegd, morele kwesties werden opgegooid en ook iedere deelnemer kreeg een persoonlijke – soms harde – vraag om te zien hoe hierop werd gereageerd. Nadien werd met een Malt Coach de gecreëerde stress weggespoeld en kropen we vroeg onder de wol, klaar voor een koude nacht die zou gevolgd worden door de laatste test: voorklimmen in Marche Les Dames.
In MLD werden de kandidaten in twee groepen verdeeld, gerangschikt volgens de score op de Nadritest. Zij met de hoogste scores – “de 8a-klimmers” ;-) – trokken naar een geheim klimplekje om hun kunnen op 6C’s en ander speelterrein te bewijzen. De lagere scores leefden zich uit op de gekendere massieven om daar de 5C-vereiste te bewijzen.
Kort na de middag was het zover: het uur van de waarheid. Nadat Koen en Sanne nog even benadrukten dat eenieder over de juiste motivatie en bagage beschikt en ze aldus hopen dat ieder van ons zich in het alpinisme blijft interesseren, moest toch de keuze gemaakt worden.
De zes gelukkigen die aan deze zesde editie van Mount Coach mogen beginnen, zijn de lelijkerds die je hieronder ziet.

VLNR: Maarten Vanneste – Andreas Speelmans – Matty Roumans – Roel Goris – Jozua Schiltz – William Frimout (foto: Amber)
Met een extra dank in het bijzonder aan Sanne, Koen en Hanne voor hun begeleiding in deze selectie, maar ook een fenomenale proficiat aan alle deelnemers én extra vrijwillige wandelaars die van dit weekend een topweekend maakten.

Boven VLNR: Amber, Robbe, Laura, Maarten, Gaetan, Jozua, Wouter, William, Alexander, Koen, Kenny, Els. – Onder VLNR: Andreas, Floris, Matty, Roel (foto: Sanne)
De Mount Coach opleiding wordt mogelijk gemaakt dankzij de steun van 
06 vrijdag mrt 2015
Tags
Aviemore, Cairngorms, Dave Hollinger, Deep Throat, Denis Hoste, Route Major, Scottish Winter, Scottish Winter Climbing, The Seam
Short English summary of the trip, climbed routes and conditions follow after the Dutch blogpost, so English readers can scroll along!
Mij vervelend in de Januari-blok met mijn neus in de boeken, was ik (Denis Hoste) al volop aan het dromen van mijn volgende klimtripje. Ik zou kort afspreken in Zwitserland met Jonas Vandermaesen waarmee ik vroeger veel samen klom in klimzaal Hungaria waarna onze laatste MC5 stage, de winteralpinisme-stage, zou volgen, maar ik droomde van nog wat extra tijd aan mijn Quarks te hangen.
Al enkele maanden had ik serieus goesting om eens de befaamde Scottish Winter condities te gaan proberen. Zoals de Schotten zelf zeggen: “Our mountains may be small, but they’re pretty tough”. En gelijk kregen ze. Tussen het studeren door vond ik via een citytrip formule gelukkig zeer goedkope vliegtickets naar Glasgow, al zou ik uiteindelijk maar 3 klimdagen hebben. Van daar nam ik de trein naar Aviemore, gelegen aan de Cairngorms, samen met de Ben Nevis en Glen Coe vormen die gebieden de bekendste Scottish winter climbing bestemmingen.
Via UKC had ik Richard Cross leren kennen, deze zomer zat hij ook in Chamonix en via onze gedeelde passie klikte het snel waardoor ik eerst met hem had afgesproken. Enkele emails later moest Richard laten weten die periode niet meer te kunnen klimmen, maar hij regelde mij een nieuwe klimpartner, Dave Hollinger met wie ik dan ging klimmen. Dave werkt in Schotland ook als gids en heeft veel ervaring in Scottish winter, wat voor mij zeker een pluspunt was aangezien hij talloze routes van alle moeilijkheden kon aanraden en mij ook hier en daar een nieuwe techniek kon bijbrengen. Hij had ook een auto dus een betere klimpartner kon ik mij niet wensen! De klimwereld bleek weeral eens klein, want Dave Hollinger klimt vaak samen met een zekere Schot genaamd Stuart, die samen met Tim en Sam de Cerro Torre in Patagonië beklom. Tim zat trouwens een week voor mij ook in Schotland te klimmen, alsook enkele andere Mount Coachers waaronder Maxime, Bram en Marijke, met Olivier De Deken en Roy Weckx.
Mijn initieel plan was om zowel in de Cairngorms als op de Ben Nevis te klimmen, en gezien de populariteit van de bekende Point Five Gully op de Ben had ik die natuurlijk in gedachten. De donderdagavond in Aviemore toegekomen bleek echter dat hoewel het ijs op de Ben goed gevormd was en het niet te koud zou worden (aangenaam om te klimmen, minder goed voor het ijs) de wind de Ben praktisch onbeklimbaar zou maken. Ze gaven windsnelheden bij Fort William van 70 tot 90 mph, waarbij je met moeite kan blijven rechtstaan, laat staan klimmen. De eerste dag zouden we dus in de Cairngorms doorbrengen, en dat bleek zeker geen minderwaardige optie.
Omdat ik en Dave nog nooit hadden samen geklommen wilden we niet te moeilijk beginnen, maar omdat ik maar drie klimdagen had, wou ik ook niet teveel tijd verliezen in te gemakkelijke routes. Bij een paar lekkere lokale ale’s of zware bieren stelde Dave dan voor om te beginnen met enkele kortere routes, zodat we er twee zouden kunnen doen op een dag en we de moeilijkheid van de tweede zouden kiezen afhankelijk van hoe de eerste ging.
Na een uur aanlopen legde ik mijn eerste meters af in Scottish Mixed, en klommen we een klassieker, The Seam (3 lengtes, IV, 5) op Core An T-Sneachda.
In de route naast de onze zat ook een cordée, en nadat ik ‘hallo’ zei in mijn beste Schotse accent bleek het dat je zelf in Schotland niet veilig bent voor de Hollanders. Naast ons, in de route Belhaven (2 lengtes, V, 6) klommen de bekende Nederlandse mixed-klimmers Dennis Van Hoek en Marianne van der Steen, die toevallig ook in Alaska zaten toen Sam en Maxime de Mt Hunter via de Moonlight Buttress beklommen.
Na The Seam bleken zowel ik als Dave zin te hebben in iets moeilijker, en daarom kropen we ook nog in Deep Throat (2 lengtes, V, 6) op Core An Lochain.

Dave has just overcome a small roof and has come to the crux of the route, a delicate traverse, in the first pitch of ‘Deep Throat’, V, 6. Denis (c)
Daarna was de dag gedaan en hoewel de wind hier niet boven de 40 mph ging werd je toch bijna uit je schoenen geblazen! Blij dat we die dag niet op de Ben waren!
De tweede dag wou ik graag naar de Ben gaan, want mijn derde klimdag zou een kortere zijn en met de lange aanloop en het urenhalf rijden naar Fort William zou dat moeilijk worden. Helaas was de windsnelheid nog toegenomen en mocht ik de Ben weer vergeten. We zouden opnieuw naar de Ciarngorms gaan. Omdat het nu zaterdag was en er een pak meer klimmers kunnen zijn in het weekend, stelde Dave me voor om voor een Full Cairngorm Experience te gaan.
We zouden een dikke twee uur approachen, ‘over the back’ gaan om naar een paar wanden te gaan die minder frequent beklommen worden en een pak dieper in het natuurpark liggen. Nu we elkaar wat beter kennen, kozen we ook voor een langere route. Twee vrienden van Dave, Nick en Stan, vervoegden ons en klommen op de Carn naast ons ook een lange route.

The beautiful Cairngorms as seen from our climb. We’re looking straight at the route Nick and Stan did. Denis (c)
De volgende dag liepen we aan naar Carn Etchachan, voor Route Major (9 lengtes, IV, 5). Wij klommen hem uiteindelijk in 6 lengtes door zowel de eerste twee gemakkelijkere lengtes als de vijfde en zesde lengte te simullen, en telkens de volle 60m van ons touw goed uit te klimmen. Het voelde als een echte noordwand, niets van het klimmen of de vallende sneeuw zou doen vermoeden dat je onder de 2000m zit, of in Schotland. Behalve de turf dan. Heerlijke turf. De turf op de wanden vriest aan, en je slaat je bijlen erin en die zitten even solide als de beste kwaliteit ijs. Turf afzekeren gaat wat moeilijker maar rots genoeg ernaast. Voor de turf alleen zou ik al willen teruggaan naar Schotland. Daarnaast waren de barsten aangenaam ver-ijst wat het mixte klimmen hier en daar wat vergemakkelijkt en waar het ijs in de barsten ontbrak kon je de Quarks heerlijk ‘torquen’.

The crux of ‘Route Major’, IV, 5. It doesn’t look hard, but we both struggled. I was happy to have Dave leading. Denis (c)
Als derde dag konden we sowieso niet naar de Ben gaan vanwege het verre rijden en approachen maar de Ben zat er sowieso nog steeds niet in vanwege de volhardende wind. Helaas was de wind in de Cairngorms ook serieus toegenomen tot onaangenaam hard en eindige het tripje in Schotland met doorzakken bij pot en pint de avond ervoor en wat meer uitslapen om op het gemak dan de trein en het vliegtuig te gaan halen. Ik had graag wat langer gebleven en meer geklommen maar ik heb wel het gevoel dat we met 3 routes in 2 dagen (het weer gebood anders de 3e dag) het maximale uit mijn korte trip gehaald hebben.
Mixte-klimmen in Schotland, ik heb er slechts kort van geproefd maar het is nu al een favoriet! Volgend jaar terug, voor een dikke week of meer?
English summary
I went to Scotland for a taste of Scottish Winter climbing. For my first climbing experience on the frozen turf, ice and granite I roped up with Dave Hollinger, who knows the area very well as he grew up there and often works as a guide for the Scottish mountain guide company ‘Alpine Guides ltd’.
We climbed for two well-filled and fun days. I was dissapointed I couldn’t stay any longer and climb more routes!
Conditions in Scotland were good; there was some fresh snow, the granite was semi-rimed, there was ice in the cracks and corners making the mixed climbing a tad easier and it wasn’t too cold. We heard the Ben was in good condition as well, but we didn’t get to climb there because of the powerful winds. Because the temperatures are pretty warm, the condition of the ice might change rapidly and I’m not sure if it would be able to survive some more thaws.
We climbed:
The Seam, Coire An T-Sneachda, 3 pitches, IV, 5
Deep Throat, Coire An Lochain, 2 pitches, V, 6
Route Major, Carn Etchachan, 6 pitches, IV, 5
03 dinsdag mrt 2015
Posted in Mount Coach 5 opleiding
Tags
Austria, Denis Hoste, Friedemann Koch, Grosse Ochsenwand, Jeroen De Mey, Kristof Buyse, Matthias Knaus, Müller hutte, MC5, Mount coach 5, Niels Willaert, oostenrijk, Ruderhofspitze, Sebastiaan Verbeke, Snow Cave, Stubaier Alps, Wilder Pfaff, winter alpinism
English version below.
Wat een afsluiter van onze 2,5 jaar durende opleiding! Een winterstage met Oostenrijkse berggids Matthias Knaus, initieel een nobele onbekende, maar een gastheer uit de duizend.

Geen wolkje aan de lucht zo ver je kan zien ©Jeroen
Wegens perfecte weersomstandigheden konden we elke dag onze plannen ongehinderd uitvoeren, dit niet altijd binnen het geschatte tijdsbestek maar daarom niet met minder enthousiasme. Ijsklimmen, toerskiën, graatbeklimmingen met metersdiepe sneeuw, elk aspect van het winteralpinisme kwam aan bod in een intense week die bijgevolg ook vlug voorbij was.

Stubaier Alps ©Matthias Knaus
De Oostenrijkse Alpen rondom het Stubaier dal waren een openbaring voor elk van ons, alles is er mogelijk, het afzien in het maken van onze hoogtemeters wordt elke keer weer opnieuw beloond met, dankzij het schitterende weer, een uitzicht om “u” tegen te zeggen!
Onder het motto “we halen er het maximum uit” vertrokken we allen samen een dag voor het begin van de stage, dit om onze ijsklim-skills terug wat aan te scherpen, want voor iedereen behalve Denis (die klom vorige week nog wat ijs) was het ongeveer een jaar geleden (Toblach verslag) en onze Quarks schreeuwden om zich in goed gevormd ijs te planten.
Na een lange vermoeiende heenreis met veel file wegens de start van de krokusvakantie kwamen we aan in Lüsens. Sanne had ons immers deze regio aangeraden vanwege de vele ijsklim mogelijkheden en de naar verluid goede condities.

Niels, Denis, Friedemann en Sebastiaan samen met 2 andere cordées in Gasthausfal ©Jeroen
Na een nachtje slapen op de parking van het Alpengasthof trokken we er op uit om de bekende Gasthausfall te gaan verkennen. Initieel liepen we aan naar Easy Afternoon naast de bekende Hängende Garten, maar beiden waren niet volledig gevormd. Het was een rustig dagje ijsklimmen waarbij onze techniek terug werd aangescherpt.
’s Avonds aangekomen bij Matthias konden we weer terugvallen op de kookkunsten van Jeroen, door elke vorige stage te koken een vaste waarde. Matthias’ zoontje Max en vriendin Mimi wisten het ook te appreciëren.

De Grosse Ochsenwand, rechts in beeld is in de zomer onder andere te beklimmen met een via ferrata. De winterbeklimming is een grotere uitdaging ©Jeroen De Mey
De volgende dag stond de Grosse Ochsenwand op het menu, via de Schlickerroute, die over de zuidgraad heen loopt. Een route die in de winter maar weinig wordt geklommen, het spoorwerk was dus voor ons. Afwisselend trokken we de kop om het zware werk te verzetten (lees tot je heupen in de sneeuw ploeteren/beulen). Zwaar werk dat werd beloond met enkele mooie beelden dankzij Niels, fotograaf van dienst.

Zwaar spoorwerk voor Kristof in de Grosse Ochsenwand ©Niels Willaert
Wegens bovenvermelde hindernissen vorderden we trager dan gedacht en werd het afdalen langs het couloir in het donker ingezet.

Too late for dinner ©Jeroen De Mey
De volgende dag werd voor een iets gezapiger ritme gekozen en besloten we nog eens te gaan ijsklimmen, ditmaal in het Pinnistal. Enkele mooie routes werden ons beloofd en we kwamen niet van een kale reis terug. Dit ondanks het feit dat Friedemann en Denis moesten terugkeren uit de slecht gevormde 2de lengte in Eiszeit.

De eerste lengte viel mee, maar de warmte en de wind van de voorbije week maakten de rest van de waterval onbeklimbaar. ©Matthias Knaus
Männer ohne nerven waar Jeroen en ikzelf in startten was zeer goed gevormd en dus besloten Denis en Friedemann om ons met enige achterstand te vervoegen, ook omdat een zeldzaam goed gevormde lijn in conditie lag (de directe variant van Männer Ohne Nerven) net naast onze route, een stevig verticaal, onderarm-verzurend stukje ijs, perfect om de mentaal te trainen!

Manner ohne Nerven ©Jeroen
Na onze vorige beperkte ervaring met een sneeuwhol graven besloten we dit keer om onze skills ten gronde te testen en een nachtje door te brengen in ons zelfgegraven sneeuwhol. Een tweedaagse tocht door de Stubaier Alpen zou ons via de Wilder Pfaff leiden naar de Müller Hutte (enkel open in de zomer) waar we besloten hadden onze slaapplaats op te stellen. Wegens omstandigheden konden sommige leden van de groep pas later vertrekken op woensdag, en tijdens het wachten beklom de rest vlug de Schauffelspits. Eenmaal het hele team verenigd was, volgde de overschreiding van de Wilder Pfaff.

Instijg naar Wilder Pfaff ©Kristof Buyse
Wegens de late start moesten we wederom in het duister afdalen, maar dit keer op skis. Een aparte ervaring om niet ideaal terrein af te skiën, gemakkelijk is het niet maar je zintuigen staan gegarandeerd op scherp!

Nachtelijke afdaling richting Müller Hutte
Als backup-plan hadden we besloten het sneeuwhol in de buurt van de Muller Hutte te graven. Deze is gesloten in de winter maar er kan wel gebruik gemaakt worden van de onbemande ‘winterraum’. Na een lange dag kwamen we toe aan de Muller Hutte, maar gezien de grote sneeuwheuvel naast de hut en goesting van iedereen om in een hol te slapen, besloten we al snel om te beginnen graven. Met 6 man wisselden we elkaar af, een geoliede machine is er niks tegen, de aperitief werd bovengehaald en de sfeer zat er in.

Diggin a snowcave ©Jeroen De Mey
Na een heerlijk nachtje slapen in ons echt wel warme sneeuwhol was het weer sneeuw en ijs smelten geblazen.

Sleeping up high has its perks ©Kristof Buyse
Inladen en wegwezen, vandaag wacht de overschreiding van de Wilder Freiger op ons, mooi tourskiwerk op een 45° steile wand om dan een kleine graat te doen met je skis dwars op je rug en vervolgens de grens tussen Italië een Oostenrijk over te steken en dan sta je daar gewoon aan de overkant van de graat. Klaar met je skis voor het wat meer adventure skiwerk naam te geven. Lees: langs een niet bevroren rivier afdalen en die meermaals moeten oversteken over relatief kleine hopen sneeuw. Toegegeven, toch enkele keren de skis moeten afdoen om het onherbergzame terrein voor een skiër de baas te kunnen.

Kristof voltooit de laatste meters van de Wilder Freiger ©Matthias Knaus
Bij het nemen van de lift 2 dagen geleden, had Matthias gezien dat een niet vaak genomen, lange afdaling tot in het dal van de Ruderhofspitze mogelijks in conditie lag. Toerskiërs beklimmen de Ruderhofspitze normaal gezien altijd via de Zuidwand, om dan ofwel via dezelfde weg (Zuidwand) ofwel Noordelijk af te dalen en vervolgens via twee hutten tot in het dal te skiën. Matthias had het idee om via een Oostelijke vallei af te dalen, wat volgens hem niet vaak gedaan wordt. Hij kreeg volkomen gelijk: enkele maagdelijke afdalingen in stabiele diepe sneeuw (lees: de beste sneeuw die we totnutoe in 2015 al vonden) stonden op de menukaart. Niels, koptrekker van dienst en Sebastiaan, die uitblonk in zijn verworven tourskitechnieken op moeilijker terrein, kleurden de dag. Onder de rest van ons waren er enkelen die zich echt wel goed voelden, de acclimatisatie begon z’n vruchten af te werpen.

Virgin slopes all the way down ©Kristof Buyse
Stoofvlees kon onze honger naar meer niet volledig stillen, we besloten onze terugreis een dagje uit te stellen en de zaterdag nog eens te gaan ijsklimmen, het was alweer 3 dagen geleden! Matthias was zo vriendelijk ons nog een nacht langer te tolereren en zo konden we vele meters afleggen in enkele makkelijke maar mooie routes in de Grawa-Eisgarten in bijna perfecte conditie (Zwerg 2, Zwerg 4 en Sneeuwittchen) met een voldaan gevoel ons gerief in pakken. Een glimlach tot achter onze oren gedurende de gehele rit bracht ons terug in België.
Afspraak in de Indische Himalaya!
What a wonderful end to our 2.5 years of training! A winter experience with our Austrian guide Matthias Knaus. Initially an unknown to us, but aside from an excellent guide, he’s one in a million as a host.

Not a cloud in the sky for as far as you can see ©Jeroen De Mey
The weather allowed us to execute our plans every day of the week. We did return late on several occasions but this couldn’t spoil the fun. Ice climbing, tour skiing, mixed ridge climbing in hip-deep powder, we dealt with every aspect of winteralpinism in this intense week that passed way to soon.
Stubaier Alps ©Matthias Knaus
The Austrian Alps around the Stubai valley were a revelation to every one of us. Everything is possible, every step is being rewarded with the most impressive views.
Everyone was so psyched to get started, we decided to leave a day early and have an extra ice climbing day. Except from Denis, who did some ice climbing a week earlier, it was about a year ago any of us had the chance to put our Quarks at work.
After a long and tiring journey with a lot of traffic jams, we arrived at Lüsens. Sanne had recommended this area for its ice climbing qualities.

Niels, Denis, Friedemann en Sebastiaan together with 2 other rope parties in Gasthausfal ©Jeroen De Mey
After a cold night at the parkinglot of the Alpengasthof, we planned on going to “Easy Afternoon” next to the famous “Hängende Garten”, but both were not in condition. It was a calm day of ice climbing where we could get back in shape.
That night we arrived at Matthias’ place and we could rely on the cooking skills of Jeroen, a tradition of previous trips. Matthas’ son Max and his girlfriend Mimi didn’t protest.

The Grosse Ochsenwand, ©Jeroen De Mey
The next day, Grosse Ochsenwand was on the menu. We climbed it by the Schlickerroute, over the south ridge. This route is climbed rarely in winter so we had to track all the way to the top. We took turns to track hip-deep snow. Sometimes it was more like swimming but our hard work was rewarded by beautifull sightings. Niels was our photographer for the day.

Heavy tracking by Kristof in Grosse Ochsenwand ©Niels Willaert
Our progress was not superfast so we descended at nightfall.
The next day, we decided to go iceclimbing, this time in the Pinnistal. Some nice routes were promised to us and Matthias delivered, despite the fact Friedemann and Denis had to retreat in the second pitch of Eiszeit.

The first pitch was okay but high temperatures and winds dried out the rest of the route. ©Matthias Knaus
The first pitch of Männer Ohne Nerven was well formed and after Jeroen and I climbed it, Denis and Friedemann followed. An alternative grade 5 line was also in condition (Männer Ohne Nerven Direct variant) and proved to be a good benchmark for the arms and the nerves.

Manner Ohne Nerven ©Jeroen
After our previously limited experience with digging a snow cave we decided to put our skills to the test by sleeping in our man-made mancave next to the Müller Hutte (only open in summer). Our route included the Schauffelspits and the traverse of the Wilder Pfaff.

Ascent to Wilder Pfaff ©Kristof Buyse
We could only depart late for this trip so it was dark by the time we descended Wilder Pfaff. This time we did it on skis. Its a new experience to ski down this kind of terrain.

Night descent to Müller Hutte
We could have stayed in the winterraum of the Müller hutte, but even after a long journey, our minds were set on digging and sleeping in a snow cave. We took turns digging with the 6 of us, like a well-maintained machine. We took out some heart-warming liquids and the atmosphere was set.

Diggin a snowcave ©Jeroen De Mey
After a surprisingly good night’s sleep we got up to stunning views and started melting snow for our breakfast.
Sleeping in the mountains has its perks ©Kristof Buyse
Lock and load! Today the traverse of the Wilder Freiger is awaiting us. Nice touring on a 45° slope followed by a short ridge which took us back over the Italian-Austrian border we crossed the day before. At the other side we got to ski down a valley, crossing a not-so-very-frozen river on multiple occasions. The terrain was rough and bouldery, which challenged our skiing skills.

Kristof climbing the last meters of Wilder Freiger ©Matthias Knaus
From the Wilder Freiger, Matthias spotted a long and lonely descent from Ruderhofspitze that might provide us with some good snow. Tourskiers usually climb this peak’s south face and descend afterwards by the same side or to the north. Matthias proposed to descend by the less popular east valley. This proved to be a good idea: some nice virgin stabilized slopes provided us with the best snow of 2015. Niels and Sebastiaan felt particularly good that day and we were al getting well acclimatised.
That evening, while recuperating with a nice beef stew, we decided to postpone our return to Belgium and have an extra day at the icefalls. It had been like 3 days ago so we couldn’t wait. Matthias was kind enough to let us stay at his place for another night so the day after we got to climb some nice pitches at the Grawa-Eisgarten, in nearly perfect condition (Zwerg 2, 4 and Sneeuwittchen) before packing our gear and getting back home. With a smile from ear to ear during the whole trip we returned to Belgium.
See you in the Indian Himalayas!
12 donderdag feb 2015
Posted in Andere
De winter laat elk jaar maar meer op zich wachten en zelf dan kunnen we nog niet altijd spreken van echte wintercondities. Vorig jaar was het zoeken naar goede watervallen in de Dolomieten en dit jaar zag het er naar uit dat het niet veel anders zou zijn. Na lang zoeken en wachten op een verandering van weersomstandigheden bleek er eindelijk schot in de zaak te komen. In januari begon de temperatuur onder de nul te zakken en was het uitkijken naar een passend gebied om de bijlen stevig in het ijs te planten. Het was al van oktober geleden dat ik er nog eens op uit getrokken was met Olivier de Deken om de Matterhorn te beklimmen en ik begon stilaan zot te worden. Toen Erik Adriaenssens mij wist te vertellen at hij de nieuwe alpine club Alpigo had opgericht en dringend nood had aan supergoede ijsklimmers voor zijn ijsklimstage in te leiden kon ik dan ook niet anders dan op zijn aanbod ingaan en mee te gaan met hem (lees: ik bood mezelf hardhandig aan). Erik had zelf ook al de alpenregio in de gaten gehouden op zoek naar potentiële waterpareltjes en kwam uiteindelijk uit bij de Ecrins; een kleine 200 km ten zuidwesten van Chamonix. En zo trokken Erik, Matti Buyle, Maarten Thys en ik erop uit! De condities waren al bij al niet altijd even optimaal waardoor we soms op creatieve manier onze waterval moesten bereiken met sketchy traversees of gewoon terug moesten afdalen uit de route omdat de waterval niet laag genoeg kwam bij de mixte routes.

Na 2 maal knoeien besloten ik en Matti in Fressinières de Cascade es Violins te klimmen (volgens Ice-fall.com lag die in conditie). Helaas, andere cordees hadden dit ook al opgemerkt! Eenmaal aan de voet van de waterval besloten we de directe dan maar te klimmen naar de ijspilaar om zo uit de weg te blijven van de 2 vrouwelijke cordees (een soort vrouwelijke Mount Coach uit Duitsland: Sanne, ik riek interessante samenwerkingsprojecten ;)) die ook op punt stonden te vertrekken. Ietwat sketchy ijs met toffe structuren (bloemkolen en atichocsstructuren; ijsflakes die diagonaal naar buiten groeien) leidt ons tot de pilaar waar Matti doorheen cruiset en ik al volgend mijn inspanningskreetjes probeer te verbergen voor het omringende vrouwenvolk. Een laatste pilaartje van doorzichtig ijs brengt ons naar het einde van de route. (150m, III/5+).
De volgende dag besluiten we een kortere approche te houden met slechts 3 lengtes in de Fournel vallei. Hiroshima (III/5, 150m) is vanaf de parking van de gelijknamige secteur zichtbaar en ziet er goed uit voor de twijfelachtige condities. Na 3 natte lengtes komen we boven, nemen even het uitzicht in ons op en besluiten dan om onze schop af te kuisen. Tijd voor chips en bier, ’t is hier te nat.
Als kers op de taart voor onze ijsklimtrip besluiten we nog de Grand Musat directe te beklimmen, een niet te onderschatten diagonale ijslijn met een pittig mixte stuk in en een paar harde ijslengtes. We staan vroeger op, approcheren vrijwel snel maar desondanks zitten er al 2 cordees te wachten aan de route om een variant te beginnen. Niet te onderschatten mannekes die een dikke week geleden een nieuwe route hebben geopend iets verder dan de musat (check het youtube filmpje : A trois c’est mieux). We moeten 2 lengtes wachten om niet in hun vallijn te komen en starten dus met een redelijke vertraging. Het routeverloop was niet helemaal optimaal waardoor we spijtig genoeg aan de crux van de lengte, een 6-, ons moesten voorbereiden op een lange en vreselijke diagonale rappel om toch nog uit het dak aan de 2de lengte juist uit te kunnen komen. Het werd een lang dagje dat we de volgende dag hebben opgevangen door uitslapen en single pitchen. De route was mentaal en fysiek veelvragend maar dankzij Matti’s onverzadigbaar enthousiasme stonden we allebei nog te lachen onderaan de route na een dikke 3 uur rapellen en traverseren naar beneden. Door alle heisa zijn we spijtig genoeg foto’s vergeten trekken
Met dank aan:
Julbo – K2 – Alpigo (alpigo.be)
12 donderdag feb 2015
Posted in Andere
English version below!
Eind januari is de auto af, en vertrekken we vrij impulsief om acht uur ’s avonds richting Noorwegen. Een nachtje langs de autostrade in Denemarken brengt ons tot in Strömstad (Zweden), net voor de Noorse grens. Het is vrij laat, dus besluiten we de rest van de rit richting Oslo de dag erop te doen.
Het idyllische parkeerterrein aan de jachthaven blijkt echter geen goede keuze. Om 4u ’s morgens zie ik lichten rond de auto en hoor ik stemmen. Ik probeer Molly wakker te maken en hoor een auto zachtjes wegrijden. Geen probleem denk ik. Tot plots met een gigantische knal een steen tegen de nummerplaat vliegt. Ik spring op maar kan met mijn adamskostuum in de slaapzak niet veel uitsteken. De volgende steen – een dikke vuist groot – vliegt pal door de achterruit en land naast mij. Ik haal mijn zaklamp boven maar nog voor die goed en wel aan is rijd een auto er met gierende banden vandoor.
Welkom in Zweden?
De dag erop is een regelrechte “cluster fuck”. We rijden door naar Oslo en gaan op zoek naar een koffiebar met wifi. Ik vind een carglass centrum en tijdelijk vervangen ze onze ruit met een plexiglas alternatief. Gelukkig is er Eivind – een goede klimpartner die ik in Trondheim leerde kennen, en ondertussen ook al beter bekend is binnen MountCoach (ZIE…..) We kunnen bij hem (veilig) overnachten en trekken naar Hemsedal voor het weekend.
Zaterdag wordt het een namiddag in een kleiner ijsklimgebied. Zondag stuurt Eivind me met een vrij onervaren Molly (amper haar derde keer ijsklimmen) richting Grøtenutbekken (WI5 – 250m). Hij verzekerd me ervan dat het een makkie wordt en dat er eigenlijk maar 1 lengte echte moeilijkheden zijn.
De route begint ok, maar gezien het een zuidwand is ligt er een dik pak bevroren sneeuw op waar je doorheen moet hakken om veilig ijs te vinden. Molly krijgt het ‘hakken’ onder de knie (in de elleboog?) en volgt vrij vlot. Toch doen we er iets te lang over, en onder de derde lengte besluiten we om terug te keren. Ook omdat het er nogal horror uitziet met half gesmolten overhangende ijs-structuren.
Maandag wordt onze ruit vervangen en in de hoop op goede sneeuw in Jotunheimen rijden we naar Lom, een klein dorpje waar de ouders van een goede vriendin wonen. Onderweg zien we behoorlijk grote waterval, en besluiten na een kleine studie om ze te beklimmen. De waterval ligt compleet in de zon, en klimmen rond het middaguur bleek niet zo’n strategische keuze. Het is zo warm (en nat) dat op de relais een ijsvijs compleet uit het ijs smelt. (Grivel vijzen met een zwarte kop zijn een slecht idee). Omdat het te nat en te laat wordt om het af te werken traverseer ik naar een boom, en rapellen we naar beneden.
Alles is doorweekt, en ’s avonds drogen we ons materiaal – tot groot jolijt van de kassierster – op een bankje in de lokale supermarkt . Lawinegevaar houdt ons tegen om de bergen in te trekken dus gaan we op zoek naar een alternatief. Stryn ligt min of meer op de baan naar het Noorden, en ik ken er mijn weg min of meer. Sunnmøre heeft prachtige bergen om te skieen…
Opties genoeg, als het weer maar een beetje meezit! Meer daarover in het vervolg van “M&N in Norway”!
Met dank aan:
Julbo – K2 – Avventura voor Molly’s bijlen – Eivind voor de overnachting en eeuwig positieve mentaliteit
English version:
When the car is finished we drive up towards Norway. While stopping for the night in Stromstad , Sweden, something crazy happens. At 4am in the morning I see lights around our car. As I hear them wander off I think everything is okay, until suddenly a stone hits the car. We jump up, but sitting in a sleeping bag in our birthday suites we can’t really do anything. The second rock crashes straight through the rear window and as soon as I turn on my headlight a car rushes of into the night.
Baffled and without a rear window we drive two hours on to Oslo where we find a shop to repair the car. They fix us up temporarily with a Plexiglas window and we meet up with a friend of mine (Eivind) and drive up to Hemsedal with him.
Ice conditions are pretty good up there. A day in a crag, and a day on a bigger route (that we didn’t finish… Eivind kinda sandbagged us) makes us forget about the car for a while.
Back in Oslo we get the window fixed (all insured luckily) and we drive up to Jotunheimen. On the way there we see a random icefall next to the road that we decide to climb it. It’s fully South-oriented and super wet. We climb two pitches and rap down of a tree as our screws start melting out of the ice. Everything is wet, and we dry our gear in the local supermarket. Yes, we were quite the gossip for the local folks shopping around.
Up next is Stryn, Alesund and Sunnmore, for skiing. But that’s for the next episode of “Molly & Nelson in Norway”!
Thanks for reading!
08 zondag feb 2015
Posted in Andere
English abstract below ;)
Aangezien “Eleonore” het in Noorwegen begeven had, en gezien het arme schaap maar een erg klein bed ter beschikking had werd het tijd om te innoveren . Aldus geschiedde het dat ik samen met Molly mijn Vito onder handen nam, om met de nieuwe MC-mobiel door Europa te cruizen.
Gezien het trager gaat dan we verwachtten besluiten we om de auto al even aan een kleine test te onderwerpen (10-14 januari). Gezien Parijs behoorlijk op stelten stond (“Je suis Charlie”) beslissen we last-minute om naar Presles te trekken. Een moeilijke keuze met mogelijke poeder in Oostenrijk… daarenboven; Presles in Januari?
Het weerbericht liegt er gelukkig niet om, en de voorspelde miezerige regen valt enkel op zondag.. Gezien de wind tot maandag van het Noorden komt, en de ‘falaise’ zuid gericht is, is het de zaterdag behoorlijk wat warmer dan verwacht. Nadat we vlug nog even een topo gaan halen (Nicolas had immers de mijne nog steeds) stijgen we rond het middaguur in naar “Et on tuera tous les babas”.
Molly heeft de eerste lengte wat moeite om het Franse kalk te overwinnen, maar nadat ik de rugzak overneem cruizen we door de haken. Een laatste prachtige lengte 6b-klimmen maakt dit tot een van de fijnste routes van Presles die ik al klom. Puur ‘plezierklimmen’!
We sluiten de dag af in het lokale café en slaan aan de praat met de uitbater. Wanneer ik vraag of er deze tijd van het jaar campings open zijn, omdat we toch wel willen douchen, word ik opeens meegesleurd door de hele taverne. Feestzaal door, trap af, deur door, trap op,… tot ik tot mijn grote verbazing plots in een badkamer sta! “Je vous en prie!” Fris gewassen kruipen we onder de veren. Café ‘Le Picard’, on vous oubliera pas!
Zondag zitten we het miezerige weer wat uit in de auto en schaken in de andere bar van Pont-en-Royans, Bar le Vercors. We besluiten de auto “Jiminy Crooked” te dopen – naar Jiminy Cricket, het krekeltje van in pinokkio, maar Crooked (min of meer hetzelfde uitgesproken) omdat we er vrij zeker van zijn dat geen enkele hoek van ons bed 90 graden bedraagt, en dat er geen 2 planken zijn met dezelfde afmetingen.
Megatraverse in Topomaniak
Maandag (12 jan) klimmen we Topomaniak, alweer in een prachtige zon met geen zuchtje wind op de wand. De naam van de route liegt er niet om, en ondanks de boorhaken is het vaak zoeken naar het juiste routeverloop. Ik klim de meeste lengtes voor, maar Molly rijgt de 5c’s vol vertrouwen aan elkaar!
Dinsdag zit de wind zuidelijker en is het wat bewolkter, wat direct voor meer ‘ambiance’ zorgt op de wand. We klimmen La Grotte, een route die ik destijds met Nicolas en Kwinten (MC4) klom. Wederom sta ik versteld van de laatste lengte die behoorlijk wat moeilijker is dan aangegeven in de topo, met haken die op sommige plaatsen 7m uit elkaar staan. Molly vloekt en zweet, en moe maar tevreden komen we boven.
Nu Jiminy zijn testrit gehad heeft weten we wat er nog aan moet veranderen en keren we terug naar Belgie om onze nieuwe thuis af te werken. Daarna volgen we de rode wijzer van ons kompas: richting Noorwegen! Maar meer daarover in een volgende post!
Thanks for reading, en tot de volgende!
Met dank aan:
Julbo – K2 – mijn moeder voor de gordijnen en de overtrek van onze matras – mijn vader om te voorkomen dat ik gaten boorde in de carrosserie van een auto met amper 60.000km.
English abstract for our friends around the globe:
As my old car “Eleonore” had given up in Norway, Molly and I decided to rebuild my Vito-van into a new home to cruise around in Europe. The whole rebuilding thing took way longer – and way more frustration – than expected, so we decided to do a little testride, and go to South-France (the ‘Vercors’) to go rockclimbing in Presles.
Presles is an impressive 300m high megawide rockface cramped with bolted multipitch routes. Though January isn’t really the best time of the year to go there, we took a chance and started driving.
Luckily the weather report was spot on, and we enjoyed 3 days of perfect limestone in blue skies with only one day of rain.
We climb three 8- to 10-pitch routes (we linked some pitches) and even manage to get a free shower in the local bar after having a chat with the owner of the place. Life is sweet!
We decide to baptize our car “Jiminy Crooked”, after the little cricket from Pinnokio. Crooked because by now we’re quite sure not a single angle is set at 90 degrees, and no two planks have the same length.
Knowing what ‘s left to do on the car, and we drive back to Belgium to finish our little home.
After that, it’s on to Norway and pow and ice!
29 donderdag jan 2015
Posted in Andere
Norway: Lofoten
Afgelopen zomer trokken we voor een dikke maand naar het hoge noorden. Na wat opzoekwerk over de vele granieten wanden en de 2500km lange rit laden we ons busje vol met lekker goedkoop Belgisch eten en weg zijn we. Met de blik op oneindig doorkruisen we Nederland en Denemarken. Een korte stop in Oslo brengt ons op de Noorse “autostrade”. Nog een stevig kronkelende 1000km (max 90 km/h) verder arriveren we op de archipel van de Lofoten. We zijn meteen sterk onder de indruk van al de prachtige eilandjes, baaitjes, pittoreske Noorse huisjes en gigantische elanden die rustig langs de weg staan te grazen. Ook de machtige wanden laten er geen twijfel over bestaan: als het weer een beetje meezit zullen we hier enkele mooie beklimmingen kunnen doen.

De eerste week is het prachtig weer. We klimmen enkele lange routes om wat te wennen aan de barsten in het Noorse graniet. Op de dagen tussenin kunnen we gaan boulderen op 5m van de zee. Zalig, wat een vakantie zou je denken, maar dit is bijlange niet alles: Doordat de zon hoogstens een half uur achter de horizon verdwijnt is het 24u per etmaal licht. Een wekker is totaal overbodig, je slaapt, ontwaakt, klimt en zwemt wanneer je maar wil. Geen early morning alpine start dus. Het enige waar we rekening moeten mee houden, is dat we tijdens de warmste uren van de dag niet pal in de zon klimmen. ’s Middag loopt de temperatuur soms wel op tot 30°.
Bij momenten vergeten we dan ook dat we in het hoge Noorden zitten en wanen we ons op een Caraïbisch eiland met parelwitte stranden aan een azuurblauwe oceaan.
Nu de crack skills wat aangescherpt zijn kan het stevigere werk beginnen.
Onze zinnen zijn gezet op Storpillaren, een route van een flinke 600m met een grote variatie aan klimstijlen. Barsten, hoekversnijdingen, stijl gras en niet te vergeten een run-out in de laatste lengte. In Noorwegen geldt de regel dat er geen haken mogen geboord worden op een berg, ook niet met de hand. Dit betekent dus ook geen relais. Wanneer je niet boven raakt, doordat de passen te hard zijn, of door slecht weer, moet je dus gerief laten zitten en op eigen kracht beneden zien te raken. De instijg is al een prachtig begin. Een pad is er niet echt, dus moeten we 2 uur onze weg zoeken door een dicht begroeide wir-war van struiken en hoog gras. Na een paar honderd meter stijgen staan we op dezelfde hoogte als het begin van de pijler. Nog wat traverseren over steile grashellingen boven een diepe afgrond en het echte klimwerk kan beginnen.
De eerste lengte is een voor de hand liggende barst. Bij de tweede lengte is het verloop wat moeilijker en klim ik mezelf vast in een doodlopende dièdre. Terug wat afklimmen en we zitten al snel weer op het goede spoor. In de derde, volgens mij de crux-lengte, moet ik de rugzak halverwege op een klein plateautje aan een cam achterlaten om de à vue poging niet in rook te zien opgaan. Nog een prachtige diagonaal overhangende barst als vierde lengte en het moeilijkste van de route is al achter de rug. Tot de voorlaatste (15de) lengte gaat alles vlot en zijn er ook geen speciaal mooie lengtes meer. Bij die voorlaatste kan je kiezen. Een steile, toch wel 80°, grashelling vol losse stenen of de beruchte layback. De keuze is snel gemaakt en de laatste goeie tussenzekering wordt geplaatst: de gele C4. Een aantal meter een fijn barstje volgen, crappy nutje plaatsen, doorklimmen tot aan de markante pijler en het laybacken kan beginnen. Eenmaal aan de relais had ik toch een 15-meter lange runout achter de kiezen boven een waardeloos nutje. Niet echt voor iemand die net het 6a niveau klimt. Maar volgens mij toch veiliger dan dat losse, steile gras 20m meer naar links.
En dan komt de mist. We zagen al een tijdje in de verte wat wolken hangen maar nu zijn ze echt dichtbij. Binnen het halfuur wordt de zichtbaarheid beperkt tot een kleine 10m. We zoeken meer dan 5u naar de beste en veiligste afdaalroute. We zien echt geen hand voor ons ogen. Als het eventjes opklaart, kunnen we ons een beetje oriënteren en de top van Vågakallen zien. Ik probeer langs de kortste weg tot op de top te komen. Als we later ons verhaal deden aan de lokalen hebben we volgens sommigen een stuk van de Nordryggen gedaan.
Eenmaal op de top is er een duidelijk “pad”, de Sydveggen, naar beneden. Nog een aantal uren afdalen langs dichtbegroeide hellingen en eindeloze bouldervelden. Vågakallen, vlotte beklimming ellendig lange afdaling, 20u roundtrip.
Om af te sluiten, het prachtige weer bleef maar duren, gaan we nog klimmen op een eiland bij Bodø, Fugløya. Daar is namelijk een klimmers festival. Nog enkele beelden.
Dank u wel K2 en Julbo.
Next episode Meteora, Greece. Als ik nog eens tijd heb.
11 zondag jan 2015
De periode tussen Kerst en nieuw zijn we de laatste jaren steeds verwend met erg veel sneeuw, maar vaak ook (te) warme temperaturen en stormachtige winden. De vorige jaren trokken we tijdens deze periode reeds naar Andermatt, Val Ferret, de Ecrins en La Grave.
Dit jaar was het onderstaande foto op Wepowder die ons richting het Kleinwalsertal deed vertrekken. Zowel Sam, Frank als ik waren er nog nooit geweest. Een vallei op de grens van Duitsland & Oostenrijk op minder dan 800km én met een meter sneeuw in het vooruitzicht?
Natuurlijk moesten we daar naartoe!
Na een vlotte rit stonden we ’s morgens vroeg aan de lift. €28,50 voor een dagpas, daar konden we niet voor sukkelen. Een cabine bracht ons al snel 700m hoger en zette ons af… in de zon?!
Jamaar… Het ging hier toch nog 2 dagen sneeuwen? Gelukkig zagen we in de verte al wolken afkomen en tegen de middag begonnen het terug volop te sneeuwen!
Buiten wat families met kinderen was er niet veel volk te bespeuren, en al zeker geen concullega’s met brede poederski’s. We vonden dus als snel waarvoor we gekomen waren…
Na een fantastische skidag hoorde we dat het op dinsdag nog rustig ging verder sneeuwen, en zelf nog harder dan de eerste dag.
De volgende ochtend lag er alweer 30cm vers op de straat naast onze mobilhome, dat beloofde!
Mag het nog wat dieper?

De sneeuw was aan het vallen terwijl het erg koud was, wat resulteerde in ongelooflijk lichte sneeuw. Sam durfde zelf de term ‘japow’ in de mond nemen…
Lang geleden dat we nog eens op 2 dagen tijd zoveel faceshots te verwerken kregen. Wat ons betreft de perfecte manier om 2014 af te sluiten!
Met dank aan:
08 maandag dec 2014
Posted in Andere
Tags
Andermatt, frank saeys, freeride, Queyras, Sam Van Brempt, ski, Tim Vanhouttegem, tourski, Yannick De Bièvre
Reeds enkele jaren slagen we erin het eerste weekend van December leuke skicondities te vinden in de Alpen. Over 2012 kan je hier lezen en vorig jaar zag het er in de Queyras zo uit. Omdat 3x scheepsrecht is plaatsten Frank, Sam, Tim, Dirk en ik ook dit jaar vol goede moed een groot kruis in onze agenda.
Na al wat eerste sneeuw en positieve berichten van Tim in de Alpen bleek het een week voor ons vertrek wel erg warm te zijn in de Zuidalpen. Zo warm zelfs dat er twijfel begon te ontstaan. Gaan we wel vertrekken? Gaat het de moeite zijn?
Dirk H koos eieren voor zijn geld en besloot zijn vrije tijd aan een beter skiweekend op te offeren.
We besloten om toch met 4 door te zetten en vertrokken met de mobilhome richting Andermatt.
Ons idee om vanuit de vallei te vertrekken liep al snel letterlijk in het water. De sneeuwgrens begon pas zo een 300hm hoger. Gelukkig bood het treintje dat over de Oberalppas rijdt de oplossing. Een half uurtje later konden we uitstappen op 2200m in een witte wereld. Ook al was het zicht (en de sneeuw) niet top, met hulp van de vuurtoren zouden we altijd veilig beneden moeten geraken ;-)
De eerste tour van het skiseizoen zal hopelijk niet onze beste worden, maar alle hoogtemeters die we maakten beschouwden we maar als training.
Na wat getreuzel besloten we door te rijden naar de Queyras, waar Tim een week eerder prachtig had kunnen skiën. Nadat we heel Ticino en half Italië doorkruist hadden reden we terug Frankrijk binnen. De ochtend nadien bleek dit het uitzicht te zijn:
Hmm, gelukkig zagen de noordwanden er minder bruin uit. Wat smeltwater later waren we op weg.
Na een uurtje touren kwamen we dichter en dichter bij een couloir dat we vorig jaar als eens wouden skiën. Toen kwamen we van de andere kant, maar was alle sneeuw weggeblazen.
Dit jaar lag er nergens veel, maar wel meer dan genoeg in het couloir. Omhoog dus maar!
En even later weer naar beneden…
De volgende dag was de motivatie opeens ver weg. Zou de gietende regen daar iets mee te maken gehad hebben? Wij vonden het in ieder geval genoeg en vertrokken terug richting België.
Op naar de volgende sneeuwrijke bestemming!
Bedankt aan onderstaande topmerken: